iV.
Vrijdag
Aü. 18SX1
\jg
31 Juli.
BIJNiSENLAND.
IDSCH
PRIJS DEZER COURANT.
Voor Leidenper 3 maandenf 3.00.
Franco per post3.85.
Vfzonderlijke Nommers0.10.
Deze Courant wordt dagelijks, met uitzondering
van Zon-en Feestdagen, uitgegeven.
PRIJS DER ADVERTENTIEN.
Van 1-6 regels ƒ0.75; iedere regel meer/"0.12*.
Geboorte-, huwelijks- en doodberichten van
1-4 regels/0.90; iedere regel meer0.15.
ILcideu, 31* Juli.
Na de uutzettende warmte van de laatste
weken heeft de friasche regen van gisteren ons
eenige verademing gebracht, en de koele lucht
doet haren herlevenden invloed in de straten
onzer stad gevoelen. Men kan weder zich be
wegen, zonder dat men bij eiken stap, die men
op de heete steenen doet, de brandende stralen
der zon loodzwaar op zich voelt drukken.
Toch hebben nog slechts voor een deel de
zware wolken ons gisteren verademing gebracht
wat onze stad en zoovele andere steden
met haar hoog noodig heeft, is ons tot nu
toe nog karig toebedeeld. De regen gaf wel
verfrissching er viel te weinig om slechts
eenigszins te voorzien in het groote gebrek aan
water, dat op zoovele plaatsen heerscht. Wij
hopen, dat een milde regen spoedig in onze
steden weder overvloedig goed water brenge,
en op de zoo dorre, droge landerijen weder
frisch groen en rnalsch gras doe groeien, en
den oogst voor geheele verdroging behoede!
Doch gelukkig kunnen wij, menschen, nog iets
meer doen tegen de onheilen en de teleurstel
lingen ons door de natuur berokkend, dan een
voudig hopen en afwachten. Mogen wij op 't oogen-
blik zelf, dat de eene of andere afwijking van
den gewonen loop van zaken ons treft en ons
ontberingen of werkelijke rampen doet onder
vinden, hulpeloos daarbij staan, wij hebben de
macht om ons voor het vervolg tegen den terug
keer vau zulke onheilen te wapenen. Wij kun
nen maatregelen nemen, en door de ervaring
wijs geworden, de storende invloeden van ons
afweren.
Zoo gaat het ook hier. Vooral wat Leiden
aangaat. Er moge op andere plaatsen tegen
woordig nog grooter gebrek keerscken dan bij
ons, er is hier aan water gebreken dan moet
men nog vragen wat voor water het is, dat
men thans gebruikt?
De Leidsche burgers hebben het zelf in han
den, om aan dezen toestand een einde te maken
het is mogelijk om hier overvloedig, goed drink
water te krijgenhet is zelfs aan onze stad zoo
gemakkelijk gemaakt, als men slechts verlangen
kan. Wij behoeven slechts aan te nemen, wat
anderen ons willen brengenwij behoeven
slechts van onze bereidwilligheid te doen blij
ken, en het schoone water uit de duinen, dat
sinds verscheidene jaren met een zoo uitstekend
gevolg in Amsterdam wordt gebruikt, wordt ons
naar Leiden gebracht!
Gelijk men weet, is aan eenige heeren con
cessie verleend tot het maken eener duinwater
leiding ten behoeve van 's-Gravenhage, Delft
en Leiden. Welke zekerheid die heeren van onze
stad verlangen om hun plan uit te voeren, is
ons onbekend; of zij zich thans reeds aan de
particulieren zullen wenden, dan wel of zij voor-
loopig alleen met het bestuur der stad in over
leg zullen treden, weten wij niet; maar hoe dit
ook zijn moge laten toch allen die eenigen
invloed op deze onderneming kunnen uitoefe
nen, thans bet vaste besluit nemen om haar te
steunen; het is thans het juiste oogenblik om
in te zien, welk een zegen het voor onze stad
zou wezen, wanneer wij voor geen maanden
droogte meer bevreesd behoeven te zijn, en wij
het heerlijke duinwater in plaats van het dik
wijls zoo slechte regenwater of het ongezonde
welwater konden drinken! De groote invloed
van het drinkwater op de gezondheid der inwo
ners is in den laatsten tijd zoo overtuigend bewe
zen. Het schadelijke van zeer veel water hier
in Leiden is uitgemaakt. Zullen dan de Leidsche
burgerij en het bestuur onzer stad nog langer
aarzelen, om zich opofferingen tot verbetering
van het water alhier te getroosten?
Omtrent het nieuw ontdekte werk van Hugo
De Groot deelt de Spectator nog het volgende
mede
De waarde van het boek bestaat hoofdzake
lijk hierin: 1°. Het meesterstuk //De jure Belli
ac Pacis" is niets anders dan eene omwerking en
uitbreiding van dit vroegere opstel. 2°. Een
hoofdstuk er van is het beroemde //Mare Libe-
rum," in 1609 afzonderlijk als een zelfstandig
opstel uitgegeven, welks strekking eerst volko
men juist wordt gekend uit het verband, waarin
het oorspronkelijk voorkomt. 3°. Een ander
hoofdstuk is uitsluitend gewijd aan de geschie
denis van den strijd tusschen de Portugeezen
en Nederlanders in Indië, toen de laatsten daar
voor het eerst kwamen handelen. Dit hoofdstuk,
grootendeels uit ongedrukte bescheiden samen
gesteld, bevat vele van elders niet bekende bij
zonderheden. 4°. Voor de waardeering van De
Groot als geleerde is dit werk van zijne jeugd
onschatbaar.
Het dagteekent uit de laatste maanden van
1604 en de eerste van 1605, dat is van het
22ste levensjaar van den auteur. Yan niemand
misschien van dien leeftijd bestaat er een werk,
dat van zulk eene omvattende kennis, van een
zoo rijp oordeel en van zulk een meesterschap
over de Latijnsche taal getuigen kan als deze
commentarius //de jure praedae." De uitgaaf er
van zal zonder twijfel den roem van Hugo De
Groot nog verhoogen.
LEIDEN, 30 Juli.
De Morning Herald bespreekt aldus de
veel besprokene, onwaarschijnlijke geruchten over
een Fransch-Belgisch-Nederlandsch of- en defen
sief verbond. De weinige waarschijnlijkheid dat
Nederland eene nauwe vereeniging met Frankrijk
zal aangaan, motiveert dit blad aldus: Hoewel
de vader van den Frauschen keizer eenmaal ko
ning van dat land was, is toch de tegenwoor
dige regeerende vorst uit het Huis van Oranje
voorzeker geenszins geneigd, om daarom zijne
rechten en zijne waardigheid aan diens zoon
over te dragen. Er is in Nederland niet een
eene half Fransche bevolking als in België. De
Nederlanders spreken een taal, die hen even
zoo goed onderscheidt van de Franschen als van
de Duitschers. Zij hebben eene geschiedenis die
hen trotsch doet zijn op hun land en op hunne
nationaliteit. Zij genieten voortdurend eene wel
vaart met wat hen overgebleven is van hunne
vroegere uitgebreide handelsbetrekkingen, en
hunne koloniën vullen nog steeds hunne geld
kisten met goud. Men zegt dat er ook in Ne
derland eene Fransche partij is. Maar deze
partij vormt slechts eene zeer geringe minder
heid in het land, al kan zij wellicht aangroeien
wanneer soms van den kant van Pruisen inlij
vingsplannen worden gekoesterd. Elke poging
van Noord-Duitschland om Nederland te an-
nexeeren, zou voor de belangen van Frankrijk
zeer vruchtbaar zijn, want zij zou maken dat
de verstandige Nederlanders dien weg opgingen,
dien zij als den minst slechte van twee kwaden
aanzagen. In 't kort schijnt de inlijving van
Nederland bij Frankrijk, behalve als gevolg van
een grooten oorlog, ons eene zeer weinig waar
schijnlijke gebeurtenis, en voordat de Neder
landers worden geannexeerd, zouden Eusland,
Noord-Duitschland en Groot-Brittanje moeten
geraadpleegd worden over eene schikking, die
het evenwicht der staten in gevaar kan brengen.
Ten slotte hoopt het blad, dat wanneer ons
land slechts eene handels-overeenkomst met
Frankrijk wil sluiten, het allen voorspoed hierbij
moge genieten. Eene zoodanige overeenkomst kan
niet dan voordeelig voor allen zijn.
Naar aanleiding eener missive van den
minister van binnenlandsche zaken van 13 Juli
jl., zijn burgemeester en wethouders der ge
meenten in deze provincie door Ged. Staten
uitgenoodigd, om binnen een bepaalden termijn
aan dit college de opgaven te doen toekomen
betreffende: a. de uitgaven der gemeente voor
het lager onderwijs, over 1867b. de ontvang
sten der gemeente, in zake het lager onderwijs,
over 1867. Verder zal nog moeten worden op
gegeven 1°. of er in den loop van dat jaar
schoollokalen, volgens het 3de lid van art. 23
der wet zijn gebruikt tot bet geven van onder
wijs in den godsdienst2°. de opbrengst der
schoolgelden door de onderwijzers ontvangen
a. voor meer uitgebreid lager onderwijsb. voor
onderwijs buiten de gewone schooluren.
De commissaris des konings in de provin
cie Zuid-Holland heeft de hulp van heeren
burg. en weth. in deze provincie ingeroepen
om te voorzien in de behoefte die van tijd tot
tijd zich doet gevoelen aan goede statistieke
opgaven der polders in die gewest. Ten einde
zooveel mogelijk een goed geheel te verkrijgen,
is van iederen polder, in deze provincie gelegen,
een staat opgemaakt. In dezen staat is inge
vuld, wat ter provinciale griffie van de polders