KANTOORBEDIENDE. TE KOOP OF TE MUUR Fit de hand te koop Tc Koop of te Huur Emile Ollivier, deze quaestie besprekende, zeide (en hij werd niet tegengesproken) dat de keizer nog liberaler was geweest dan zijne ministers, die in het eerste ontwerp ook alle ontwerpen over économie politique hieronder hadden ge rangschikt. Voor het overige gaf hij den keizer minder reden tot tevredenheid, daar hij een stuk uit zijne geschriften aauhaaide, waarin hij Engelands ontwikkelden toestand juist aan de meetings toeschreef. Van de clubs, betoogde hij verder, kon geen sprake zijn; deze waren georganiseerde vereenigingende oppositie ver langde nu alleen het recht van vergadering door de wet erkend te zien. Engeland. De gematigde en ernstige wijze waarop Bright in het Huis .der gemeenten zijne Iersche planuen verdedigd heeft, wordt algemeen erkend, en hij heeft meer bijval gehad dan Mill, dien men ternauwernood wilde aanhooren. Brights plannen gaan dan ook veel minder ver dan die van Mill, en zijn zelfs voor de Iersche grondbezitters aannemelijk. Hij wil niet als Mill dezen tegen schadeloosstelling van hun eigen dom ontzetten, maar wachten totdat nu en dan gronden te koop komenen verlangt dat het gouvernement de Iersche boeren dan door voor schotten in staat zal stellen, om die voor zich te koopen. Wat het einde van de beraadslagingen zal wezen hierover is men het niet eens, maar dat de regeering öf belangrijk hare voorstellen zal moeten wijzigen öf plaats maken voor een ander bewind, dit wordt algemeen erkend. Amerika. Wij hebben laatst slechts het hoofd punt uit de acte van beschuldiging tegen John son gegevende voornaamste andere punten zijn: dat hij gepoogd heeft om eenen generaal zijne bevelen te doen opvolgen, zonder dat deze door den opperbevelhebber van het leger waren goedgekeurd dat hij verscheidene wetten niet heeft willen toepassen: dat hij de rechten van liet congres in eene rede heeft aangetasten dat hij generaal Grant heeft trachten om te koopen. INGEZONDEN. Het is van algemeene bekendheid welk een vreesselijke brand te Genemuiden heeft gewoed. De voornaamste bijzonderheden zijn ook in dit blad medegedeeld. Een aantal gezinnen zijn van have en goed beroofd. Doch gelukkig, wij wo nen in Nederland, dat den roem zijner welda digheid altijd handhaaft. De ramp zal gelenigd, de schade hersteld worden. Een verlies is er echter geleden dat onherstelbaar is. Naar luid der berichten kan het kostbaar archief als ver loren worden beschouwd. Hoe vele schatten van dien aard zijn in ons vaderland reeds op deze wijze vernietigdin vroeger en later tijd Men heeft ons verzekerd dat de rauip zoo ver bazend in omvang is toegenomen niet alleen door de rieten daken en de aanwezige grond stoffen voor de mattenmakerijmaar ook doordat de voorhanden zijnde bluschmiddelen ge heel onvoldoende waren. Had men beter en meer brandspuiten gehad, het raadhuis bijv. zou dan behouden zijn. Nu vragen wij of zulk een treffend ongeval niet een wenk mag zijn voor ons stedelijk be stuur en voor allen aan wie de zorg is toever trouwd voor kostbare verzendingen van allerlei aard. Vooreerst: moest er in een stad als Leiden niet een stoomspuit aanwezig zijn, om daarvan in bijzondere gevallen gebruik te kunnen maken We hebben hier vele en groote fabrieken. Wie herinnert zich niet den geweldigen brand die de geheele fabriek van De Heijder en Comp. verwoestte? De meeste fabrieken staan in de onmiddelijke nabijheid van woningen, zoodat ganscbe buurten een prooi der vlammen kunnen worden, indien niet de krachtigste bluschmiddelen aangewend worden. En hoe vele kostbare verzamelingen bezit onze stad niet in musea en bibliotheken, Behalve de academi sche bibliotheek staat geen enkel der gebouwen, waarin die schatten bewaard worden, geïsoleerd. Is het stedelijk bestuur niet mede aansprakelijk voor het behoud er van Ten anderezou het niet wenschelijker zijn dat er in alle gebouwen, die tot bewaring dienen voor dergelijke verzamelingen, zooals in musea van oudheden, etlmographie en natuur lijke historieop de academische en Thysiaan- sche bibliotheek en in die van de maatschappij van letterkunde, kleine brandspuiten aanwe zig waren, die, in geval van nood, aanstonds ter plaatse gebruikt zouden kunnen worden Mis schien is hierin bij een enkel gebouw voorzien, maar zeker niet bij allen. Met zulk een brand spuit zou men inwendig het gebouw kunnen beveiligen, of althans de woede der vlammen zoo lang tegenhouden, tot het voornaamste gered was. Eindelijk in al onze verzamelingen zijn voor werpen die, bij eventueel verlies, toch te ver vangen zijn. Doch èn in onze musea en in onze bibliotheken zijn exemplaren, die een onschat bare waarde hebben omdat ze eenig zijn. Dat het behoud van vele documenten in ons stede lijk archief een zaak is van het hoogste gewicht, behoeft wel geen betoog. Nu vragen we of 't niet mogelijk zou zijn het kostbaarste en zeld zaamste zoo te plaatsen, dat het, in geval van brand, aanstonds te redden is; of 't nietnoodig te achten is altijd en overal eeu zeker aantal kisten bij de haud te hebben, ten einde te kun nen vervoeren wat men redden wil. Als men dit alles moet bedenken wanneer de nood aan den man is, dan is 't stellig te laat. Men zal onbeduidende zaken redden en het merkwaar digste laten verbranden, terwijl bovendien, door de wijze waarop men tracht te redden, misschien nog meer verloren gaat, dan door den brand zeiven. Men stelle niet tot morgen uit hetgeen zoo vaak geschiedtwat men heden doen kan, noch dempe den put als 't kalf verdronken is. Al werd onze stad sedert eeuwen niet door zulk een ramp getroffen, door eene noodlottige samenloop van omstandigheden kan Leiden mor gen of overmorgen door den hevigsten brand ge teisterd worden. H. TOONEELNIEUWS. Bij do voorstelling van Maandagavond was het publiek in zeer gering getal opgekomen, en dit deed ons leed omdat stuk en uitvoering een beter lot hadden verdiend. Het blijspel //Vrien den van ons", in het Fransch //Nos Intimes," mocht blijkbaar de algemeene goedkeuring ver werven, en dit is geen wonder, daar het van het begin tot het einde tintelt van vernuft en daardoor den toeschouwer op de aangenaamste wijze bezighoudt. Het is ongetwijfeld een der beste werken, misschien wel het allerbeste, van Yictorien Sardon, wiens //Familie Benoiton" en //Hanepootjes" hier ook zeer wel bekend zijn. De schrijver heeftin dit stuk verschillende soorten van vrienden in naam of schijnvrienden op natuurlijke en geestige wijze ten toon gesteld. Hield hij, ge lijk de meeste Fransche auteurs, de kieschheid niet altijd even nauwgezet in het oog, men moet hem daar niet te hard over vallen wegens de hoogst zedelijke strekking van het geheel, en de kracht, waarmede de echte, opofferende vriendschap te genover het nietswaardige klatergoud wordt ge handhaafd. Werkelijk worden hier al lachende zeer ernstige waarheden verkondigd en nuttige les sen gegeven, en wij gelooven dat hierin juist de ware roeping van het Blijspel ligt. De bewerking van het laatste bedrijf is niet gelukkig geweest die soort van mystificatie waarop het eigenlijk berust is wat onnatuurlijk. Het was evenwel ook niet gemakkelijk om in de gegeven omstandighe den een goed slot te vinden. Wat de uitvoering betreft komt deeerepalm toe aan de heeren Moor en Albregt. Eerstge noemde speelde de gewichtige rol van doctor Tholosan, die de ware vriendschap vertegen woordigt en in stilte als de beschermer van Caussades huwelijksgeluk optreedt, met bewon derenswaardige gemakkelijkheid en tact. Geen enkele fijne trok was hem ontgaanzoowel scherpe ironie, als hooge ernst, werd meester lijk door hem uitgedrukt. Ook de heer Albregt toonde als de goedhartige en gastvrije Caussade opnieuw, dat hij zijne rollen ijverig bestudeert, want steeds onthield hij zich van overdrijving, waartoe hij zoo licht had kunnen vervallen. Caussade mag nooit een lachverwekkend per soon worden, en dit heeft de heer Albregt zeer juist begrepen. De onnatuurlijkheid van het laatste bedrijf werd door zijn gematigd spel zoo goed ver borgen als mogelijk was. Met de opvatting van Ceciles karakter door Mw. Sandrock-Ten Hagen kunnen wij ons volstrekt niet vereenigen. Zij speelde van het begin af veel te hartstochtelijk en vergat geheel de naïeveteit en eenvoud, waardoor Cecile zich onderscheidt en waardoor hare af dwalingen ook alleen te verklaren zijn. Op deze wijze voorgesteld is de geheele rol eene aan eenschakeling van inconsequenties. De overige vertooners, vooral de heeren D. Haspels, Mor- riën eu Le Gras hebben door hun spel ze er uitgemuut. ACADEMIENIEUWS. Leiden, IS Maart. Bevorderd tot doctor in de rechten de heer F. M. C. van Deinse geb. te Hulst, met stellingen. ADVEKTEINT1EN. Bevallen van eene «loeliler MATHILDA GERARDINA KELDER, Echtgenoot van J. C. BOON. Beverwijk, 18 Maart 1SG8. Met 1° Mei e. k. wordt op een kantoor te Leiden gevraagd een Kantoorbediende, met het boekhouden bekendzij die op een kassiers kantoor werkzaam zijn geweest on kennis van den handel en fondsen hebben, zullen de voor keur genieten. Adres met eigenhandig geschreven brieven, met opgaaf van leeftijd en referentiën franco onder lett. n. d. bij den boekhandelaar A. W. BRUNA te Haarlem. gevraagd in of bij een Dorp of Stad in Zuid- Holland of Overijssel, een HUIS, liefst met grooten TITI1V, bevattende 5 a G Kamers. Opgave van huurprijs, ligging en grootte, tevens of er een goed meisjes-instituut is, aan het adres van den Boekhandelaar E. E. VON MiiNCHEN te Haarlemfranco onder letter een groot aantal VANGSTUKKEN van ver schillende lengte alsmede een groot aantal WIL GEN HOUT, geschikt voor kaaskoppen, en ook zware WILGEN BOOMEN, geschikt voor Klompenmakers; zijn te bekomen tegen civile prijzen, met franco aanvragen of in persoon, bij H. R. OTTE Le Koudekerk a/d. Rijn. een net BtKOÉllllUIS met kleinen TU1\, bevattende 7 kamers (boven en beneden), keu ken, kelder, zolder en alle verdere gemakken, die in een logeabel huis vereischt worden, ge legen in de kom van een aangenaam dorp aan den Rijn Information te bekomen, met franco brieven, bij den Notaris K. N. HENGEVELD, Iloogen Rijndijk, te Hazerswoude.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1868 | | pagina 3