in de arr.-rechtb. te Hoorn Mr. W. C. J. de
Yicq, burgem. der gein. Hoorn, thans plaatsv.
kantonr. aldaar; bij het korps gevormd uit de
vereeniging tot onderlinge oefening in den wa
penhandel te Groningen, tot kapit.-koinm. Mr.
W. L. Schiffer; tot lsten luit. Jhr. J. F. G. L.
Sickinghe; tot 2den luit. Jhr. W. J. Quintus en
J. M. de Hossou; bij den grooten staf, tot maj.
den kapit. 1ste kl. L. R. J. A. Roosmale Nepveu,
van dien staf, adj. van Z K. H. prins Frede-
rik der Nederlanden bij den generalen staf: tot
luit.-kol. den tuaj. H. J. Ederlein tot maj. den
kapit. 1ste kl. H. J. W. Westenberg, beiden
van dien staf; bij het wapen der infanteriebij
het 1ste reg., tot lsten luit. (naar ouderdom
van rang) den 2den luit. J. Reinier, van het
korps, ged. bij het kol. werfdepot; bij het 3de
reg., tot lsten luit. (naar ouderdom van rang)
den 2den luit. A. G. Wilkens, van het korps;
bij het 4de reg., tot kapit. 3de kl. (naar ouder
dom van rang) den lsten luit. C. C. Klooster-
huyzen, van het algemeen depot van discipline
bij het instr. bat., tot lsten luit. (naar ouder
dom van rang) den 2den luit. J. Hissiuk, van
het korps.
Z. M. heeft den heer F. C. Hinlopen te Haar
lem, op zijn verzoek, eervol ontslag verleend
uit zijne betrekkiug van bewindvoerder der stich
ting van Waterus van Oorschot; en in zijne
plaats benoemd den heer G. A. Hoog, aldaar.
Z. M. de Koning heeft bij de Luiemburg-
sche orde van de Eikenkroon benoemd
Tot kommandeur: den kol. L. A. C. de Bock,
kommandant van het 8ste reg. inf.; den kol.
A. C. W. L. J. F. von Kelluer, kommand,
van het reg. veld-art.; den kol. N. Mae'Leod,
kommand, van het reg. gren. en jagers, en den
luit.-kol. H. A. Tobias, van het 2de reg.
huzaren.
Tot officier: den kapit. J. Brakel, van den
staf van het wapen der inf., en den kapit. J. J.
Collard, kommand, van de art. ïnstructie-koui-
pagnie.
Tot ridder: de kapit. L. J. J. A. Joost en
J. C. C. den Beer Poortugael, beiden van den
staf van wapen der inf.; den kapit J. A. Schuur
man, kapit. bij het korps ingen., min. en sapp.,
en den offic. van gezondh. der 2de kl. R. J.
Jansen, in het garnizoen te Dordrecht
De Thermometer van Fahrenheit teekende alhier
Zaterdag des namiddags te 5 uren 52", Wind: Z.
W., des avonds te 8 uren 46°, te 10 uren 42°.
Zondag 's nachts te 12 uren 40°, te 3 uren 40°,
's morgens te 5 uren 38°, te 8 uren 40°, N. W., 's na
middags te 12 uren 43°, tè 4 uren 41°, 's namid
dags te 5 uren 39°, N. W., 's avonds te 8 uren 39°,
te 10 uren 40°. Maandag 's nachts te 12 uren
41", te 3 uren 41', morgens te 5 uren 40*,
te 8 uren 39°, 'anamildags te 12 uren 47', te
4 uren 45*.
Te Amsterdam is voor eenige dagen eene
brochure verschenen getiteld: wat nu? door
A. van Assen. Hierin komt de schr. tot de
volgende slotsom1°. de conservatieve partij
heeft zich zelve het afscheid van de regeering
gegeven 2°. het recht der liberale partij om te
regeeren wordt overvloedig gestaafd uit hare
antecedenten en uit de stemming des volks3°.
de stand der partijen is eene zoodanige dat, de
liberalen met vertrouwen kunnen optreden.
Deze drie stellingen worden in de brochure
ontwikkeld de daden der tegenwoordige minis
ters worden nog eenmaal nagegaan, van hun
optreden af. Weinig gunstig is, gelijk men ver
wachten kan, het oordeel daarover, en wij be
twijfelen het, of het ministerie den schr. dank
baar zal wezen dat hij toch ook enkele licht
zijden in het bestuur der laatste maanden niet
voorbij ziet
//Het valt geenszins te ontkennen dat wij
aan dit bewind groote verplichtingen hebben.
In de eerste plaats, dewijl het de onmacht der
conservatieven om te regeeren voldingend heeft
bewezen; ten andere, dewijl het aan de liberale
partij het nut der eendracht heeft doen inzien.
Het mag aangemerkt worden als eene Egypti
sche plaag, waardoor wij, wel is waar, eenige
maandeu geteisterd werden, maar die toch de
voorbode moest zijn onzer verlossing uit de
reactionnaire slavernij."
Na aangetoond te hebben, hoe de nederlaag
der verkiezingen //eene geduchte beteekenis"
heeft gehad voor de conservatieve partij, die
aan de regeering zat en bij gevolg over zeer
aanzienlijken invloed beschikteen door het
benoemen van ambtenaren zoowel als door het
milde uitdeelen van ridderorden getracht heeft
het aantal barer vrienden te vermeerderen
spreekt schr. de verwachting uit dat nu ook
een gevoel van kieschheid de ministers nopen
zal om af te treden.
Iu het tweede deel doet schr. zich de vraag
welke de toekomst kan wezenblijft dit minis
terie aan de regeering, wat zal men dan zien
gebeuren Eene botsing kan niet achterwege
blijven; het gemeen overleg zal onmogelijk zijn.
De liberale partij zal hare beginselen niet prijs
geven en het ministerie deelt deze beginselen
niet. Maar wanneer het ministerie nu toont,
dat het zich weet te schikken naar den drang
der omstandigheden, dat het zijn eigen verle
den vergeet, en den weg van hervorming wil
opgaan, zal het dan niet aan de regeering kun
nen blijven Terecht wordt deze onderstelling
als onmogelijk door den schr. verworpen: dit
ministerie heeft het vertrouwen verbeurd, het
is niet homogeen in eigen boezem, en komt het
ook met beloften voor de Kamer, zijn verleden
leert ons hoe het die zal vervullen.
Maar is een ander ministerie mogelijk? //De
vrienden in de pers," zoo betoogt schr., //zijn
langzamerhand begonnen de regeering een voor
wendsel aan de hand te doen om te blijven.
Er is betoogd dat aangezien bij de tegenwoor
dige samenstelling der Kamer geeue partij over
eene belangrijke meerderheid beschikken kan,
de ministers met volle recht in hun ambt moch
ten blijven. Hierbij is uit het oog verloren 1°.
de numerieke, 2°. de zedelijke meerderheid der
liberalen."
Terwijl schr. later nog aan de gewaande voor
standers der regeering, de zoogenaamde inde-
peudenten, eenige bladzijden wijdt, om aan te
toonen, hoe hunne ondersteuning zeer weinig
zeker voor het ministerie zal zijn, wijst hij
hier op eene der meest zwakke zijden van dit
ministeriede liberale partij vormt een vast
aaneengesloten geheel, en onder de twijfelach
tige vrienden van het ministerie zijn er velen
die elk oogenblik in vijanden dreigen te ver
anderen. Heterogeen als het ministerie is
zoo heterogeen zijn ook de ministerieelen. Op
welk gebied ook onderwijs, koloniën, defen
sie, financiën overal ontmoet deze regeering bij
hare eigene vrienden tegenstand.
Een liberaal ministerie, dit ontwikkelt de
schrijver in de laatste bladzijden, is alleen moge
lijk, want dit zal steun vinden bij de Kamer;
en gedachtig aan de beginselen door Zijn stam
huis steeds voorgestaan, zal onze Koning ook
niet achterblijven, om aan de wensehen van de
meerderheid van zijn volk gehoor te geven
BUITEN I. A N D.
Duitschland. Koning Lodewijk I van Beie
ren (vader van den tegenwoordigen koning) is
Zaterdag 29 Februari in ruim 81jarigen ouder
dom te Nizza overleden.
Pruisen. In de troonrede spreekt de koning
zijne tevredenheid uit, dat gewichtige vraagstuk
ken zijn opgelost geworden bij gemeen overleg
tusschen de regeering en de vertegenwoordiging
des lands. Hij dankt voor de bereidwilligheid,
waarmede de beide Huizen van den landdag de
uitgave hebben toegestaan welke noodig was
tot handhaving van de waardigheid der kroou.
Na een enkel woord over de maatregelen tot
leniging van den nood in Oost-Pruisen, over
het provinciaal fonds voor Hanover en over de
overeenstemming van inzichten tusschen verte
genwoordiging en regeering betreffende de ver
dragen met de vroegere vorsten van Hanover
en Nassau, luidt het slot der troonrede:
Mijne regeering heeft in hare betrekkingen
met het buitenland onophoudelijk getracht, ha
ren invloed te doen gelden voor het behoud en
de bevestiging van den vrede in Europa en ik
kan met zelfvoldoening vermelden, dat deze po
gingen, terwijl zij van den kant der vreemde
regeeringen vriendschappelijke en welwillende
medewerking ondervonden, den waarborg van
niet vergeefs te zullen zijn, in zich sluiten. Ik
mag daarom de verwachting uitspreken, dat het
algemeene vertrouwen vaster zal worden en alzoo
voor de ontwikkeling van het geestelijke en ma-
terieele welzijn en van het welvaren der natie,
de gewenschte vruchten dragen zal.
Oostenrijk. De //Debatte" deelt een telegram
mede uit Konstantinopel, van 24 dezer, meldende
dat Omer-pacha, op uitdrukkelijk bevel van den
sultan, zijn vertrek heeft bespoedigd en als op
perbevelhebber van de Donau-armee naar Rut-
schuk op reis is gegaan. In de ejalets aan den
Donau worden de troepen aanmerkelijk ver
sterkt.
Frankrijk. De //Patrie" en de //Etendard"
weerspreken de medeelingen, vervat in buiten-
landsche correspondenticn, als zoude er agitatie
keerscken, ten gevolge van de arrestatiën op 24
Februari.
De //Franee" zegt, dat er Zaterdag 11. een lang
durig onderhoud heeft plaats gehad tusschen de
heeren Von Budberg en De Moustier. Het blad
verzekert, dat de heer Von Budberg in talrijke
gesprekken met politieke personen ten sterkste
doet uitkomen, dat Rusland het stellige besluit
heeft opgevat om dezelfde politiek te volgen als
de overige kabinetten ten opzichte van de quaestie
der Christenen in het Oosten.
Engeland. Blijkens de bijzonderheden betref
fende de revolutie in Japan is deze veroorzaakt
door de openstelling der havens voor de vreem
delingen. De jonge Mikado is door drie der voor
naamste landvorsten gevangen genomen. De af
getreden Taikoen is naar Osaka gevlucht en heeft
zich onder bescherming der Europeesche vloot
gesteld, doch de vreemde gezanten weigeren te
intervenieeren. Te Jeddo heeft een ernstig ge
vecht plaats gehad tusschen de troepen van den
Taikoen en die van prins Satsuma, waarbij het
paleis van den prins verbrand is en vele sol
daten in den stijd gedood zijn.
Een dépêche uit Abessynië van 12 Febr.
bevestigt het bericht, reeds door Reuters //Office"
medegedeeld, dat koning Theodorus zich met
alle gevangenen te Magdala bevindt. De voor
hoede van het Engelsche leger is op twee marsch-
dagen van Antala aangekomen. Het volk van
Tigris is zeer vriendschappelijk.
INGEZONDEN.
In het Leidsch Dagblad van 28 dezer wordt
een gedeelte aangehaald uit de toespraak, door
den kommandant van //de Kortenaer" op Z. Ms
verjaardag, tot de bemanning van dien bodem
gehouden, en in het Haagsche Dagblad van
den 27sten in haar geheel medegedeeld. De
Redactie van het Leidsch Dagblad komt daarbij
tot de verklaring, dat die toespraak in haar
bericht uit Nieuwediep, in haar nommer van
Maandag onjuist was wedergegeven.
Maar nu mag men vragen, of het den kom
mandant, bij die gelegenheid en in zijne offi-
tieele betrekking, tot die toehoorders geoor
loofd was te spreken van eene zoogenaamde
v olksvertegenwoordiging"? en daardoor
eene belediging te slingeren naar het hoofd
van leden van een der deelen onzer wetgevende
macht? Vragen mag men, of de Regeering in