Mohaminedaansch recht in het //Tijdschrift voor Indische Taal-, Land- en Volkenkunde," uitgege ven door het Koninkl. Instituut voor Ind. Taal-, Land- en Volkenkunde te DelftEene verkorte uitgaaf van //Valentiin's Oud- en Nieuw Oost- Indië." Het is ons aangenaam de verschijning te kunnen aankondigen van het tweede deel der Geschiedenis der Staathuishoudkunde in Nederland tot het einde der acht tiende eeuw van den heer Mr. O. van Rees, hoogleeraar te Utrecht. Dit tweede deel is uitslui tend gewijd aan de geschiedenis van de kolo niale politiek der oude republiek. De schrijver heeft bij de samenstelling van dit gedeelte van zijn werk niet alleen gebruikgemaakt van hetgeen door anderen in de laatste jaren vooral op dit terrein van onderzoek geleverd is, maar ook van vele minder bekende bronnen, als pamfletten, strijd schriften, memoriën enz., en van onuitgegeven stukken in de archieven berustende. Met nog éen deel zal dit belangrijk werk compleet zijn. In dat derde deel zullen de finan ciën, het armwezen en de nijverheidspolitiek der achttiende eeuw en hare literatuur behandeld worden. Ons werd gisteren toegezonden een proefnum mer van een nieuw blad getiteldN ij ui e e g- sche Nieuwsbode, dat, zoo de proef gelukt, tweemaal per week zal verschijnen. Hare begin selen resumeert de redactie in de volgende zin sneden //Wij behooren dus tot de partij van voor uitgang, die den oorlog op leven en dood ver klaard heeft aan den stilstand. Wij wenschen in allen onze broeders te zien, onverschillig tot welke kerk zij behooren, en wij verklaren dus den oorlog aan sektegeest en priesterheerschappij, wij haten de onzedelijkheid, als middel en als doel, wij willen de wapenen opvatten om haar het masker te ontrukken en haar van de eere plaats te berooven. Wij hebben onze partij lief, maar wij haten alle partijschap." Wij wenschen den uitgever en der redactie toe, dat de uitgave moge gelukken en zij zoo wel voor den engereu kring van de stad, als voor den ruimeren vau het gansche land, met vrucht moge werkzaam zijn tot het vormen van eene gezonde publieke opinie Bij den uitgever M. Nijhofl, te 's-Hage, is in het licht verschenen een bijvoegsel tot h t vierde gedeelte der Politieke Beschouwin gen. (De zwakheid vau het ministerie). Dit bijvoegsel bevat de documenten omtrent de Luxemburgse he quaestie, die in het Oosten- rijksche Roode boek zijn opgenomen, en die de redactie der Politieke Beschouwingen gemeend heeft alsnog in het licht te moeten geven. In hare inleiding zegt de redactie over de bedoelde documenten //Uit deze stukken blijkt, dat de eer van het behoud van den vrede hoofdzakelijk toekomt aan den baron Yon Beust, terwijl zij de ironi sche bedoeling van het//Vous avez sauvé la paix de 1'Europe" treffend in 't licht stellen. Opmerkelijk is het ook, dat in al deze dépêches, telkens als er sprake is van de ga rantie, gesproken wordt van de g r o o t e m o- gendheden, en dat blijkbaar niemand eraan heeft gedacht, dat ook Nederland de onzij digheid van Luxemburg zou moeten waarborgen Het vermoeden dat de minister van Zuylen, alleen om het genoegen te hebben, zich met de ministers der groote mogendheden op gelijke lijn te stellen, zijn vaderland heeft vastgesmeed aan deze gevaarvolle voorwaarde, verkrijgt daar door hoogen graad vau waarschijnlijkheid. Hoe zeer steekt verder en ook uit dit oogpunt zijn deze documenten belangrijk bij de Oos- tenrijksche openhartigheid, die zelfs de lettres particulières openbaar maakt, de angstval lige geheimzinnigheid van den Nederlandschen minister niet af, dien zelfs het verzoek der ver tegenwoordiging geene mededeeling van eenig diplomatiek stuk kon ontlokken In haar nomrner van heden betoogt de Arn- hemsche Courant met recht dat het plicht van de nieuwe Kamer is om niet te zwijgen over het verleden, en de rechten der //reeds zoo lang miskende, verguisde en belasterde Ver tegenwoordiging te handhaven en in het licht te stellen." //De openingsrede, zoo besluit zij, geeft, dunkt ons, daartoe de eerste en daarom ook de beste - aanleiding. Op deze officieele aanspraak, die begint met absolutie te vragen voor alle vroeger bedreven ministerieele zonden, past een officieel antwoord. In een adres van antwoord kan alles samengevat worden wat thans plicht is te zeggen, de handhaving der miskende rech ten van de Vertegenwoordiging, de wederleg ging der valsche voorstellingen van het minis terie, de redenen waarom dit ministerie het vertrouwen der Vertegenwoordiging niet ver dient. Hoe spoediger de positie waarin deze Kamer staat tot dit gouvernement tot klaar heid worde gebracht, des te beter. Deze //nieuwe" Kamer is geroepen en gekomen om in de eerste plaats het geschil te beslechten dat tusschen dit ministerie en de //oude" Kamer hangende is gebleven. Het ministerie, de Kamer en het land kunnen niets liever verlangen dan dat dit geschil het eerst worde beslecht," KOLONIËN. Samarang. //Offers van de Samaranschereede". Maandelijksch overzicht, December 1867. In het geheel verougelukten niet minder dan 26 prau wen, waarvan 11 waren beladen met rijst, 7 met steenen, 3 met suiker, 1 met meel, 1 met koffie en 1 met goederen, uit de Menado ge lost. De heer Kloppenburg heeft in de //Loco motief" een stuk doen plaatsen over de gemeen schap van Samarang met de zee. Hij schetst in ruwe trekken een plan, om met weinig kos ten en in korten tijd eene betere en duurzame gemeenschap daar te stellen. Het plan steunt op de waarneming, dat langs Java's noordkust een stroom oostwaarts loopt en daardoor de omzet van het strandzand in oostelijke richting plaats heeft. De bandjir van den 27 Dec. heeft wederom eene groote verwoesting op het land Simongan teweeggebracht. 40 bouws riet zijn er to taal vernield, terwijl door de buitengewone hoogte der bandjir 57 inlandsc.he huizen zijn weggedreven, drie menscheu daarbij het leven verloren en nog drie anderen, uit het water gered zijnde, nog steeds in gevaar verkeeren. Een groot gedeelte der bevolking is niet alleen van huisvesting beroofd, maar is verscheidene dagen zonder voedsel gebleven, zoodat de eige naar verplicht is, die ongelukkigen in stallen en koekralen op den berg Pengiling te doen logeeren en voeden. Borneo. Van de Z.- en O.-afd. van Borneo is bericht ontvangen, dat het hoofd der bene- den-doessonToemengoong Djaija Karsa en eenige zijner familie-leden op den 23sten te Boentoek zijn vermoord. De resident vertrekt naar die plaats, om een onderzoek in testellen en de noodige maatregelen te nemen. Zr. Ms. stoomschip //Celebes" is rees naar de doesson, en de //Onrust", met den resident aan boord, zal dadelijk vertrekken. Uit Bandjermasin zijn berichten ontvan gen, dd. 26 December jl., meldende het over lijden der hoofdopstandelingen Ngabehi Said en Toemenggoeng Siuga Djaija. BUITENLAND. Deze week was rijk aan belangrijke gebeur tenissen, niet alleen in Europa; ook uit Amerika zijn voor eenige dagen berichten gekomen die wel niet anders zijn dan eene voortzetting vau de verwikkelingen, welke reeds meer dan eeu jaar ja in den grond reeds sinds jaren - bestaan, maar toch nu weder eene vrij ernstige wending genomen hebben. De president is weder in staat van beschuldiging gesteld. Het herhaal delijk verleend ontslag aan den minister van oorlog, Stanton, hoewel door den senaat niet goedgekeurd, de bevelen die Johnson schijnt gegeven te hebben aan den opperbevelhebber van het leger, om niet te gehoorzamen aan hetgeen de secretaris van oorlog, zonder zijn weten, mocht voorschrijven schijnen de grootste redenen van de nieuwe aanklacht tegen hem te zijn. Juist éen jaar geleden werd de eerste aanklacht in het Huis van vertegenwoor digers ingetrokkende vrede heeft slechts kort geduurd, en men is in dien tijd weinig verder gekomen. Terwijl in den senaat deze procedure zal gevoerd worden, zal voor het opperste gerechts hof, op aandringen van Johnson, een onderzoek ingesteld worden, naar de grondwettigheid vau de wet, waarbij de senaat zich niet alleen de goedkeuring op elke benoeming door den presi dent gedaan, maar ook op het ontslag van amb tenaren, heeft aangematigd. De president acht deze wet niet constitutioneelook vroeger vond de president bij dit Hof steun, dat verschillende maatregelen door het congres voorgeschreven als onwettig verklaarde, en onwaarschijnlijk is het dus niet, dat de rechterlijke macht hem weder in het gelijk zal stellen. Al moge deze nu ook slechts de wet interpreteeren en hare beslissing voor een enkel geval slechts gelden, kan dit congres natuurlijk, is eenmaal de wet ongrondwettig verklaard, niet op den door hem ingeslagen weg voortgaan. In Engeland is de grijze lord Derby afgetredenredenen van gezondheid en wei nige instemming met den loop dien de zaken nemen schijnen hem tot dit besluit ge bracht te hebben. Hij behoort ook tot de Be- siegten der Weltgeschichte en doet dus beter zijne laatste dagen zich met- zijne gelief koosde classsieken bezig te houden, dan tegen een stroom op te willen roeien, die voor zijn oude krachten toch veel te sterk is. Disraëli u premier geworden! Wel moge men verbaasd staan over zulk een feit in het zoo aristocm tisch genoemde Engeland. Doch ieder erkent dat het noodzakelijk was; de natie verlangt - en lord Wellington sprak het reeds een maal als een vereischte uit dat de premier in het Huis der Gemeenten zitting heeft. Dit maakte het onmogelijk dat lord Stanley gelijk eerst bericht werd als opvolger van zijn vader werd benoemd. De meeste ministers zullen in het nieuwe kabinet zitting nemen. Tot kanse lier der schatkist zal in Disraëli's plaats, de heer Hunt, een der secretarissen van financiën, benoomd worden: hij verdedigde in November jl. en zie hier zijn aanspraak op die belangrijke be trekking met zooveel bekwaamheid de aan- vrage van gelden voor de Abessynische expeditie De belangrijke werkzaamheid omtrent de rege ling der Iersche quaestie zal de eerste plicht der nieuwe regeering zijn. Transigeert het kabinel ook in dezen met zijne eigene vroegere verkla ringen, en wil het, gelijk men zegt, eene radicale verbetering in den toestand brengen, dan zal haar bestaan van langeren duur zijn, dan men vdor de zitting voorspelde. De feesten te Hietzing (waarvan een Zuid- Duitsche courant zelfs het menu geeft) en de toast van den ex-koning bespraken wij reeds in onze vorige uommers: de interpellatie daar over in do Oostenrijksche delegatie, en de inter pellatie in het Pruisische afgevaardigden-Huis,

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1868 | | pagina 2