BU1TENLA N D. schappelijke inbezitneming toestemde, die niet anders dan vele aanleidingen van misnoegen kon geven. Het had in den Deenschen oorlog de zekerheid gekregen, dat noch Engeland, noch Rusland zich met de Duitsche zaken zouden bemoeien. Het had een bondgenoot in Italië; en Frankrijk? De schr. meent reden voor zijn vermoeden te heb ben, dat het van diens neutrale positie in den oorlog zeker was. Zoo ving Pruisen dan den oorlog aan, en ook bij deu aanvang gunde Oostenrijk aan Pruisen het voordeel van het initiatiefhet waren de Pruisen die in Oostenrijks landen trokken daardoor ble ven de Pruisische landen voor de verschrikkingen van deu oorlog gespaard en kreeg buitendien het leger die energie en dien moed, die den aan valler noodzakelijk in hoogere mate dan den verdediger eigen is. De Pruisen eindelijk wisten in den oorlog partij te trekken van die uitvindingen, die tot nu toe slechts den vrede hadden gediend de spoorwegen en de telegrafen wist de regeeriug geheel voor zich op de meest practische wijze in te richten aan het hoofd van de verschillende lijnen wer den militaire chefs geplaatst, volgens een voor- afgemaakt plan en zoo konden in korten tijd de troepen en het materieel naar de grenzen in de volmaakste orde getransporteerd wordenalles werkte Pruisen mede, zoo eindigt de schr., want het plan was een nationaal plan het was niet de veroveringszucht van een vorst, maar het was de uitvoering van een sinds jaren gekoesterd idee, die de Pruisische legers bezielde. Het was Duitscklands eenheid, waarvoor zij stredenen daardoor konden zij op de sympathie van een groot deel van Duitschland rekenen. En wie heeft de eenheid bevorderd Wie heeft die volken aan gene zijde van den Rijn tot elkan der gebracht Zouden zij werkelijk het zware juk van Pruisens heerschappij verkozen hebben, zoo zij niet een grooten angst voor naburige wape nen, zoo zij niet een groote behoefte aan een krachtigen beschermheer hadden gehad En wij, die de oorzaak zijn van die vrees, zoo ongeveer gaat de schrijver voort, gaan, om die kracht te breken, ons nog krachtiger wapenen, ons nog verschrikkelijker voordoen, eene legerwet aannemen, die veel meer schijnt dan zij is en begaan daardoor een dubbele fout; want wrij maken onze vijanden sterkeren zelf worden wij er niet krachtiger door. Er is voorzeker veel te doen; wij kunnen van de Pruisen leeren hoe ons te wapenenhunuo inrichting der spoorwegen en telegrafen in oor logstijd is navolgenswaardig; maar maatregelen te nemen, die den vreemden dreigend toeschij nen, en toch weinig onze kracht in oorlogstijd verhoogeu, maar het land lasten opleggen, waar onder het dreigt te bezwijkeu, en wel in een tijd, waarin onze natie reeds teekenen van ver zwakking geeft, dit gelijkt veel (om eene populaire uitdrukking te gebruiken) op het slachten van de hen die gouden eieren legt: dat is, als wil den wij die theorie in toepassing brengen, vol gens welke eene natie niets is dan eene groote machine, bestemd om het grootst mogelijke aantal soldaten te fabriceeren. Twee voordeelen heeft do nieuwe wet: de wederinstelling van de garde nationale en vooral de afschaffing van het remplaceeren. Want weet ieder huisvader dat, in geval er een oorlog uitbreekt, zijne kinderen met het leger moeten optrekken, dan zal hij wel lang zamerhand het groote belang er van inzien dat ook hij, bij de beslissing of er een oorlog ge voerd zal worden, daarop eemgeu invloed uit oefent. En geschiedt dit eenmaal dan zal men met meer recht en met meer zekerheid van geloofd worden, dan thans kunnen zeggen //Iempire c'est la paix!" Terwijl nog op enkele plaatsen adressen circu- leeren om den Koning te verzoeken, dat hij op nieuw de Kamer ontbinde, gaat ook de Nieuwe Go esc lie Courant voort met de noodzake lijkheid hiervan aan te toonen. Volgens een uittreksel,, heden in de Haarlemsche Courant opgenomen, verlangt die Courant eene herzie ning van het kiesstelsel, eD wil dit vervangen door een bidstelsel. Volgens baar zal het volk niet meer mogen kiezen, het constitutioneele stelsel moet ontdaan worden van het gevaar lijke omhulsel van een volkswilhet zal alleen moeten bidden. De ontbinding der Kamer zal dus eene finale ontbinding zijn; tenzij men aan neemt dat door het veelvuldig bidden hier en daar (1 op de 45.000) den geest krijgt, en als uitverkorene in de Nieuwe Kamer zitting zal krijgen. Hoe die partij, waartoe de N. Goesche Cou rant behoort, speelt met beginselen leert ons dezer dagen de K r e u z z e i t u n g. Koning George van Hanover was als alle koningen een koning bij Godsgenade; deed dan Pruisen geen revolu tionaire daad door hem van den troon te stoo- ten? Neen, zegt zij: koning George is //ein Besiegter der Weltgeschichte"; wij zou den de partij, die wij erkennen dat hier te lande uitstekende vertegenwoordigers heeft, doch wier onpractische beginseleu blijken, waar hare kleine trawanten deze op hare wijze in toepassing willen brengen, willen aanraden om zich deze uitspraak ten nutte te maken en eens na te gaan of zij ook niet toe de Besiegten der Weltgeschichte behoort. Ons werd onlangs het tweede verslag toege zonden van de Vereeniging tot verleenen van hulp aan minvermogende ooglij ders voor Zuid-Holland. Die vereeniging, te Rotterdam gevestigd, heeft in 1867 aan 1585 personen hulp verleend. Het aantal adviezen door den geneesheer Dr. J. H. de Haas gegeven, bedroeg meer dan 127000ter wijl 135 belangrijke operation door hem ver richt werden. De Vereeniging verschafte, ge heel of gedeeltelijk gratis, 231 brillen en 11 kunstoogen. Bij het verslag wordt de vraag besproken, of eene dergelijke inrichting, bij het bestaan van eene ander dergelijke in ons vaderland, wel nood zakelijk is. Het bestuur meent die vraag, zon der aarzelen, bevestigend te moeten beantwoor den. Londen alleen heeft zes zulke instellingen in Duitschland heeft bijna iedere stad van eenigen omvang de hare, zelfs steden met veel kleinere bevolking dan Rotterdam. Vrij nauw keurige berekeningen geven aan, dat ruim 1pCt. van de bevolking der groote steden minvermo gende ooglijders zijn. Reeds werden er in het vorige jaar 267 lijders uit 69 gemeenten buiten Rotterdam door de Ver eeniging geholpen. Doch de groote moeilijkheid is voorloopig nog, dat de Vereeniging geen eigen locaal heeft, waarin de lijders verpleegd kunnen worden. Wel is voor dit doel reeds eene som van 2003 bestemd, doch aan eene uitvoe ring van het plan kan zonder meerdere giften niet gedacht worden. Het aantal giften en bij dragen 'is in het vorige jaar toegenomen, doch de deelneming is nog niet algemeen genoeg en bepaalt zich hoofdzakelijk tot Rotterdam. Met den meesteu nadruk worden de belangen der Ver eeniging aan aller medewerking door het be stuur aanbevolen. Het bestuur bestaat uit de HH. Dr. C. H. van der Looij, presid., A. Hartevelt A. Hz., pen ningmeester, Mr. J. G. de Bruijn, J. H. IIoo- geweegen, Mr. A. Hoynck van Papendrecht, G. J. Huijgen, E. L. Jacobson Lz., H.P. Ker- dijk, en H. C. de WolfF, secretaris. Belgie. De algemeene beraadslagingen over de legerwet in de Kamer van vertegenwoordi gers zijn, na langer dan vier weken geduurd te hebben, Zaterdag eindelijk besloten met eene verdediging dier voordracht door den rapporteur der commissie, den heer Van Humbeeck, die o. a. deed uitkomen, dat het land uit kracht dezer wet (de bezetting van Antwerpen daargelaten) over een leger van 60,000 man zou kunnen beschikken, zonder dat daardoor aan de natie een zware last zou worden opgelegd. Hij merkte bij deze gelegenheid aan. dat hij, voor zich. veel liever gezien zou hebben, dat men Brussel in plaats van Antwerpen versterkte, opdat de hoofdstad ook in tijden van gevaar, de hoofd stad zou kunnen blijven; maar wetende, dat dit denkbeeld geene genoegzame ondersteuniDg bij de vertegenwoordiging vond, achtte hij hel noodeloos, daarop te blijven aandringen. Do beraadslagingen hebben niet veel belang rijks opgeleverd: verschillende stelsels werden in die vier weken verdedigd, maar ten slotte zijn toch de twee belangrijkste amendementen met groote meerderheid verworpen, het eene van den heer Coomans, om de loting af te schaf fen, het andere om het leger uit vrijwilligers t< doen bestaan. Onder de tegenstemmers tegen lie amendement van den heer Coomans waren e wel verscheidene die de loting afkeurden, inaar bij gebreke van een ander stelsel moest men ze wel behouden, meenden zij. De kamer is na de stemming over art. 1 tol 3 Maart uiteengegaan. Oostenrijk. De minister Yon Beust heeft in de vergadering der niet-Hongaarsche of Cis leithaansche delegation bevestigd, wat wij reed omtrent de Hanoversche passen-historie mee deelden. Het geven van passen, voor korteren tiji met aanwijzing van een bepaald land, staal volkenrechterlijk elke mogendheid vrij, en zol heeft dan ook, na herhaalde aanzoeken vai Hanoveranen, het Oostenrijksche ministerie vai politie aan de verschillende beambten mackti ging verleend om passen af te geven. Den 18del Januari jl., toen reeds moeilijkheden daardoet ontstaan waren en in Pruisen daarop de aaii dacht was gevestigd, werd deze machtiging inge trokken. De regeering heeft dus zelf het uiter ste gedaan, om Pruisen tevreden te stellen. Maar zeide de Oosten rijksche minister, nu zijn e< twee fouten door mindere beambten gepleegd ten eerste zijn passen afgegeven voor personen die niet in persoon aan het bureau verschenei zijn, zoodat het wel mogelijk is dat zij niet eeD in Oostenrijk hun verblijf hielden, en ten tweed' zijn na de intrekking der machtiging nog mef dan 200 passen afgegeven. De schuldige ainbtt naar had zich echter bij andere gelegenhedet zoo verdienstelijk gemaakt, dat de regeering c niet toe bad kunnen besluiten om hem af f zetten. De minister eindigde met zijne volt sympathie voor Pruisen te betuigen, van zijni vredelievende bedoelingen de verzekering teg*1 ven, en de gedachte om op dergelijke wijz eenige vijandelijke daad tegen Pruisen op't ooi te hebben gehad, als geheel ondoeltreffend t' verwerpen. Wat de feesten van koning Georgi betreft, had de regeeriug niet gemeend tusschei beide te moeten komen, daar deze van huisehj ken aard waren, en de Pruisische regeering ooi reeds had toegelaten, dat er feesttreinen naa Weenen liepen. Eene weigering van Oostenrij' om dezen te ontvangen, kwam dus allermin* te pas. Engeland. Het rechtsgeding tegen de per sonen, welke in den aanslag tegen de Clei' ckenwell-gevangenis betrokken zijn geweest, r eindelijk ten einde gebracht. De jury heeft 1 der gearresteerden, Barrett, T. Desmond, W Desmond, English, O'Keefe, Mullany en Anm Justice schuldig verklaard aan het plegen vac opzettelijken moord. De achtste beschuldigde Allen, is vrijgesproken. Voorts heeft de jurj in eene korte memorie, welke op haar verlangen aan den minister van binnenlandsche zaken ge zonden zal worden, als hare meening te kennei gegeven, dat de waakzaamheid der politie in di geval te wenschen heeft overgelaten. Ook in het Hoogerhuis is gisteren d

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1868 | | pagina 2