BINNENLAND.
LEIDEN, 21 Februari.
De baron De Dab rice, buitengewoon gezant
en gevolmachtigd minister van Saksen bij het
Nederl. hof, die onlangs te 's -Hage was aange
komen, heeft gisterenmorgen de residentie weder
verlaten.
Voor den hoogen raad der Nederlanden,
burgerlijke kamer, hebben gisteren den eed af
gelegd 1°. als procureur-generaal bij het ge
rechtshof in Gelderland, de heer Mr. H. A.
Ridder van Rappard, tot dusverre officier van
justitie bij de rechtbank te Zutfenen 2°. als
advocaat bij den hoogen raad de heer J. J.
Schmolek.
In de afdeelingen 's-Gravenhage en
W e s 11 a n d der Hollandsche Maatschappij van
Landbouw worden hedenavond door den heer
J. I. de Beucker, lid van verdiensten der Maat
schappij, voordrachten gehouden, en wel//over
den ooftboomteelt", en op Zaterdag 22 Februari
//over de practische behandeling der vrucht-
boomen."
Uitslag der herstemming van een lid voor
de Tweede Kamer der Staten-Generaal in het
kiesdistrict Groningen: Uitgebracht 102-1
stemmen. Gekozen de heer Mr. J. H. Geertsema
Gzn. met 740 stemmen. De heer J. A. Feith
bekwam 235, en de heer Groen 29 stemmen.
In de N. R. Courant komt een ingezon
den stuk voor van den heer W. P. Bouman,
waarin hij ouders en voogden van jongelieden
die te Delft de lessen volgen der instelling
van onderwijs voor den dienst in Nederlandsch
Indië, opmerkzaam maakt, dat sedert den aan
vang van den cursus af door de ziekte van Prof.
Keijzer geen onderwijs wordt gegeven in Mo-
hammedaansch administratief en publiek recht.
LI. Zaterdag had te P o 11 e n een proeftocht
plaats met do nieuwe aangebrachte reddingsboot,
door beschikking van het bestuur der Noord
en Zuid-Hollandsche reddingmaatschappij, aldaar
gestationneerd. De boot werkte voortreffelijk de
zee was hoog en de branding sterk, maar toch onder
namen de bootsgezellen met vertrouwen de tocht.
Z. M. heeft benoemd tot ridders der orde
van den Nederl. Leeuwr, de heeren H. Gimberg
van der Hoeven, referendaris, chef van het bu
reau koloniale bestellingen bij het departement
van koloniën, en A. C. Dumontier, dirig. off.
van gez. 2de kl., chef van den geneesk. dienst
bij de landmacht in Suriname; tot burgemeester
der gemeente Franeker P. Lycklaraa a Nyeholt
als blijk van goedkeuring en tevredenheid ver
leend de zilveren medaille en een loffelijk ge
tuigschrift aan L. J. de Vos, veldwachter der
gemeente Goedereede, wegens het met levens
gevaar redden van een kind uit de haven aldaar
op den 25sten Juni 1S67.
Z. M. heeft benoemd tot bewaarder van
hypotheken, het kadaster en de scheepsbewijzen
te Alkmaar, den heer A. Copes van Hasselt,
thans te Almelo.
De Thermometer van Fahrenheit teekende alhier
Donderdag de9 namiddags te 5 uren 42°, WindZ. W.,
des avouds te S uren 38°, te 10 uren 36°. Vrij
dag 's nachts te 12 uren 36°, te 3 uren 37°,
Z. W., 's morgens te 5 uren 37°, te 8 uren 39°, 's na
middags te 12 uren 48°, N. W., te 4 uren 45°.
In het //Weekblad van het Regt" van 20 dezer,
komt het volgende voor
In het Weekblad N°. 2723 werd door ons
medegedeeld, dat door de Rotterdamsche kamer
van koophandel en fabrieken eene commissie
was benoemd, om de veranderingen in het Wet
boek van Koophandel, door de ondervinding als
noodzakelijk aangewezen, in den vorm van wets
ontwerpen te formuleeren. Naar wij thans nader
vernemen, is door de kamer reeds in den zomer
van 1866 eene eerste vrucht van den arbeid
dezer commissie, zijnde een ontwerp van wet
tot nieuwe regeling der makelaardij, aan den
minister, die toen aan het hoofd stond van het
departement aan justitie, aangebodenen heeft
de gemeenteraad van Rotterdam zich omstreeks
denzelfden tijd tot de regeering gewend, met
de uitdrukking van den wenseh, dat de voor
schriften van het Wetboek van Koophandel over
de makelaardij overeenkomstig de behoefte van
den tijd mochten worden gewijzigd en meer
bijzonder dat de benoeming van makelaars niet
langer blijve opgedragen aan de plaatselijke
besturen. Deze belangrijke zaak bleef geruimen
tijd in advies, uithoofde van de vele andere
werkzaamheden van wetgevenden aard, bij het
departement van justitie aanhangig. De tegen
woordige minister heeft zich echter dadelijk na
zijne optreding in verband gesteld met de Rot
terdamsche kamer van koophandel, ten einde
de door den handel algemeen gewenschte ver
beteringen in de wettelijke regeling der make
laardij zoo spoedig mogelijk tot stand te bren
gen; en inmiddels ook dieuaangaande. het advies
ingevronnen van het gemeentebestuur en de
kamer van koophandel en fabrieken te Am
sterdam.
In de Nieuwe Rotterd. Courant komt het
volgende ingezonden stuk voor
Over de samenstelling der commis
sie, dit jaar belast met het afnemen
der natuurkundige examina voor
artsen.
Algemeen is de verbazing der geneeskundigen
over de dezer dagen bekend geworden samen
stelling der bovengenoemde commissie. Het
groote nut der zoogenaamde staats-examens
(dat zijn examens, afgenomen door een jaarlijks
wisselend personeel) boven de faculteits-examina
aan de hoogescholen (wier hoogleeraren eene
permanente examen-commissie vormen) moet,
volgens de verdedigers der nieuwe geneeskun
dige wetten, vooral hierin liggen, dat de ad-
spiranten niet door hunne eigene leermeesters
geëxamineerd worden. En wat zien wij thans
gebeuren? Juist nu voor de eerste maal eenige
kweekelingen der militaire geneeskundige school
de vuurproef van dit staats-examen zullen moe
ten doorstaan, en terwijl de overige adspiranten
bijna uitsluitend kweekelingen zijn der Amster-
damsche school, worden in de examen-commissie
benoemd de heeren Fles en Yan den Broek,
leeraren aan de militaire school, en de heer
Berlin, hoogleeraar te Amsterdam. Op zich zelf
zou dit feit misschien weiuig beteekenen, daar
het niet geheel t6 vermijden is, leermeesters der
adspiranten te benoemen. Maar de beteekenis
daarvan wTordt grooter, en het krijgt den schijn,
dat hier bepaald opzet in het spel is, wanneer men
weet, dat de hoogleeraar in de ontleedkunde te
Utrecht, die ten vorigen jare plaatsvervangend lid
der commissie was, thans is voorbijgegaan. Het
is op zich zelf reeds onbetamelijk, iemand het
eene jaar als plaatsvervanger te benoemen en hem
het volgend jaar zonder eenige aanleiding en
//tegen alle usantie" in te passeeren. Maar die
onbetamelijkheid want dat de bedoelde lioog-
leeraar zelf verzocht zou hebben, niet in aan
merking te komen, is onwaarschijnlijk en niet
gebleken die onbetamelijkheid, zeg ik, wordt
dubbel afkeurenswaardig, wanneer, zooals thans
in plaats van neutrale personen, drie leermees
ters der examinandi benoemd worden, die met
elkander de belangrijkste vakken: scheikunde,
weefselleer, ontleedkunde en dierkunde, verte
genwoordigen. De heer Fles heeft waarlijk door
zijn voorstel, om de officieren van gezondheid
voor Oost-Indië nog voor een koopje te blijven
vormen, geen zoo grooten dunk gegeven van
zijn streven, om zich wetenschappelijke genees
kundigen te doen ontwikkelen, dat hij nu reeds
voor de tweede maal in de commissie beuoemd
moet worden. En waarom moet de hoogleeraar
Jansen, oud-leeraar aan de militaire school, die
het vorige jaar ook lid der commissio was,
daarvan nu weder deel uitmaken, zoodat er
thans drie ontleedkundigen zitting in hebben?
De zaak is niet duidelijk. Moeten Amster
dam en de militaire school elkander onderling
de handen wasschen, zooals het spreekwoord
zegt En zien wij het begin reeds van het
verval der zoo hoog geroemde staats-exarnina;
Wij zouden het willen vragen, als deze regee-
ring het doen van lastige vragen niet //buiten
de grenzen" rekende. AJAX
B IJ 1 T E N 1, A N D.
Enoeland. Blijkens eene thans openbaar ge
maakte opgaaf omtrent de inkomsten vac
Groot-Brittannië over het dienstjaar, hetwelk
den 31sten Maart 1867 geëindigd is, bedroegec
die inkomsten 40,353,450 pd. st. De eene helft
van die som werd opgebracht door de accijnzei
en inkomende rechten; terwijl de andere helft
nagenoeg gelijkelijk verdeeld was tusschen het
zegel en de directe belastingen. Op den post
der inkomende rechten komt de tabak steed-
met het hoogste cijfer voor, en wel in het be
doelde jaar voor ruim 6% millioen pd. st. Op
de tabak volgt de suiker.
Berichten uit Buenos-Ayres van 3 Januari
melden dat de cholera aldaar op zulk eene he
vige wijze heerscht, dat er een algeheele stilstand
in zaken is ontstaan.
Er is eene koninklijke commissie benoemd
om, naar aanleiding van de conferentie te Pa
rijs, ter bevordering yan een algemeen interna
tionaal muntstelsel, de middelen daartoe op U
sporen en daaromtrent te adviseeren.
Italië. De geruchten die voor eenige dagen
liepen omtrent eene wijziging in het ministerie
en over de woelingen in Italië, wordeu tegeu
gesproken.
De Corr. Italiano" zegt, dat, wanneer dt
bij haar ingekomen berichten juist zijn, de mini;
ter van financiën zich bijzonder onledig houd:
met de quaestie van den gedwongen koers dei
bankbiljetten, en dat hij onderhandelingen heeft
aangeknoopt om daaraan een einde te makeu
en tevens over te gaan tot eene fiuantieele
operatie met betrekking tot de kerkelijke
goederen.
Al de hoofdstukken van zijn budget zijn in de
kamer aangenomen.
Wat de wenken betreft, door den Italiaanschei:
minister aan den keizer der Franschen gegevec
omtrent de plannen van Frans II die eves
gevaarlijk voor beide regeeringen zouden zijn
zoo wordt door de u Patrie" het bericht daar
omtrent tegengesproken. De gronden waarop
deze tegenspraak berust, dat namelijk de Frae-
sche regeering steeds de hoop en de eerzucht
die de laatste gebeurtenissen in Italië in dt
omgeving van koning Frans hebben kunnec
opwekken, ontmoedigd heeft, en dat zij steed:
het pauselijke gouvernement onder het oo£
heeft gebracht, dat het zorgvuldig elke vijande
lijke onderneming en manoeuvre tegen Italië
moet tegengaan deze gronden bewijzen echter
nietswant Menabrea zou geenszins de Franscbe
regeeriug voor de kuiperijen van den Napel
schen ex-koning hebben verantwoordelijk gesteld,
maar eenvoudig hare bijzondere opmerkzaamheid
op zijne plannen gevestigd hebben.
INGEZONDEN.
Mijnheer de Redacteur!
Gisterenavond las ik in uw blad het ver
haal van het optreden van Jhr. Salvador tf
Groningenhoe zeer aan de geloofwaardigheid
uwer berichten niet twijfelende, meende ik tod
dat wellicht in dezen, vooral omdat door u df
verantwoordelijkheid geheel voor rekening der
Nieuwe Rott. Courant werd gelaten, de zaak
een weinig overdreven was voorgesteld. Mee
kon er wel niet minder van zeggen, dacht ik
na al den ophef dien men er van gemaak:
heeft maar eigenlijk is er niets gebeurd. B
las ook het Haagsche Dagblad, waarin uit Gro-