BUITENLA X D. is eenige grond oin dit aan te nemen dan is het duidelijk, dat met de toenemende bevolking ook de grenzen der bebouwde stad zullen en moeten worden uitgebreid. Daarbij komt nu nog, dat de eischen der gezondheidsleer zich meer en meer doen gelden en het verdwijnen van een overgroot getal ellendige verblijven en nauwe straten allengs tot eene gebiedende nood zakelijkheid maken. Vooral in de oude stad be hooren ruimere gemeenseliapswegen, ook voor het verkeer van handel en nijverheid alsmede voor de scheepvaart te worden aangelegd. De commissie heeft tegen het plan zelf onder scheidene bezwaren; zij wenscht dit plan dan ook niet iu haar geheel uitgevoerd te zien, maar jaarlijks, naar een vast door burg. en weth. in overleg met de commissie beraamd plan, een of meer nieuwe wegen aan te leggen. Men meldt ons uit Brielle dat de stoom boot //Batavier1' gisterennacht vlot gekomen en opgestoomd is naar Rotterdam. Uit Groningen wordt aan de Nieuwe Rott. Courant geschreven//Maandag-avond heeft Jhr. Mozes Salvador eene politieke redevoering gehouden, waarvan de onderdeden aan elkan der hingen als droog zand. Hij verveelde het publiek gedurende 2% uur op eene gruwelijke wijze. Hij werd toen verzocht om te eindigen maar hij wilde niet, en stelde voor, eene pauze van uur te houden. Het publiek verwijderde zich, en slechts betrekkelijk weinigen kwamen na de pauze terug. De studenten echter schij nen allen teruggekomen te zijn. Hij waagde het niet, een kwaad woord over Geertsema te spreken; want zoodra men merkte, dat hij daar mede zoude beginnen, werd er gesist en geflo ten. Hierover ontstemd, riep hij op eenmaal uit: //Ziedaar, het volk wil over den koning heerschen Daarop ontstond een verontwaar digde kreet van: //Wat gij koning"!! enz. Ten laatste werd het zoo erg, dat de heer Mozes Salvador zeker blijde was, dat de politie, die in groot getal voor de deur van de spreekzaal tegenwoordig was, hem beschermde. De heer Salvador zal voorzeker nimmer weder naar Groningen komen, om aldaar politieke redevoe ringen te houden. Hij was vergezeld van een adjudant, wiens naam ik niet weet. Deze wilde over de koloniale politiek spreken, maar kon niet aan het woord komen. De heer Salvador had ook een zeer onhandigen protecteur, nl. den heer Prof- Van Hall." Te G o r k u m is door het departement der Maatschappij //Tot Nut van 't Algemeem" be sloten voortaan gedurende de wintermaanden volksvoordrachten te doen houden. Door eenige heeren te 's-Hertogen- b o s c h is voorloopige concessie bekomen tot aanleg van een buurtspoorweg ter verbinding van de Langstraat met den staatsspoorweg te Tilburg. Deze //buurtspoorweg" zal gebruikt worden tot aanvoer van grondstoffen en afvoer van producten. Uit Ellewoutsdijk wordt de volgende onbegrijpelijke historie geschreven Eergisteren is alhier door den rijksveldwachter gearresteerd en gevankelijk naar Goes overgebracht de per soon J. van Leeuwen, beschuldigd van een paard te hebben gekocht bij den stalhouder L., te Goes, en dat paard weder aan een ander ver kocht te hebben, zonder den verkooper te vol doen. Beschuldigde is met die gelden het land doorgegaan en na het verteerd te hebben, kwam hij bij zijne vrouw en kinderen terug, welke hij reeds door zijn slecht gedrag had arm ge maakt, in dier voege dat zij door het armbe stuur moesten bedeeld worden. Het arm maken van vrouw en kinderen is zeker zeer te veroordeelen, maar nog niet straf baar; iets te koopen en het niet te betalen is een zeer verkeerde handelwijze, waartegen niet genoeg kan gewaarschuwd worden, maar een misdrijf of overtreding is het nietiets te koo pen eindelijk, en dat, voordat het betaald is, weder te verkoopen, geschiedt dagelijks, en is eene vereischte voor den handel, en evenmin strafbaar als het rooken van een sigaar. Vrage, waarom is die man gearresteerd Bij Zr. Ms. besluiten van 19 Februari zijn benoemd tot kommandeurs der orde van den Nederl. Leeuw J. C. baron Gevers, HDs. ge zant te St.-Petersburg; Mr. J. Rau van Ga meren, president van het prov. gerechtshof in GelderlandJhr. Mr P. J. Bosch van Draken- stein, commissaris des konings in de pro vincie Noord-Brabanten Jhr. Mr. H. H. Roëll, commissaris des konings in de provincie Noord- Holland, ridders dier orde; en tot ridders der orde van den Nederl. Leeuw Mr. J. W. Römer, advocaat-generaal bij den hoogen raad der Nederlanden, en Jhr. Mr. W. E. En gelen, vice-president der commissie van admi nistratie over de gevangenissen te Leeuwarden Mr. H. Ameshoff, pres. der directie van de Ned. Rijnspoorw.-maats, te Utrecht; J. Borski} commissaris-pres. van den raad van adm. der Holl. IJzeren-spoorwegmaats. te Amsterdam; J. P. Boogaard, referendaris bij het dep. van binnenl. zakenJhr. Mr. C. van Eoreest, lid van de Tweede Kamer der Staten-Generaalen Mr. W. J. Tonckens, lid van de Eerste Kamer der Staten-Generaal; den kap.-luit. ter zee titu lair W. de Fremery, insp. over de artill. der marine, en J. M. Obreen, dir. van het depot van kaarten en van de boekerij bij het dep. van marine, tevens voorz. der comm. tot het examineeren van zee-offic. enz.; W. A. Ribbe, referend. bij het dep. van financiënen E. H, Kruseman Aretz, direct, der dir. bel., in- en uitg. rechten en acc. te Zutfen; den luit.-kol. A. Engelvaart, direct, van de normaal schietschool den luit.-kol. D. G. Andreae, comm. in de 3de stelling der genieden onder-intend. 2de kl. C. C. E. d'Engelbronner, chef van het bureau administratie bij het ministerie van oorlog; A. Kamp, regent der onder-afdeeling van het Roomsch-Katholiek seminarie van het bisdom van 's-Hertogenbosch, te St.-Michielsgestel in Noord-BrabantDr. H. N. van Teutem, lid van de commissie tot de zaken der Remon- strantsche Broederschap en emeritus predikant te Rotterdam; J. van J. Ferares, opperrabbijn der Portugeesch Israëlietische gemeente te 's-Gra- venhage, en den heer J. J. Hasselraan, minister van koloniën, oud-resident van Djocdjocarta. Bij kon. besluit is tot burgem. der gein. Dru- ten benoemd J. Meijer; tot secret.-penningm. van het bestuur der visscherijen op de Schelde en Zeeuwsche stroomen, gevestigd te Tholen, de heer S. O. de Casembroot, te Tholen; tot lid van het college van regenten over het huis van arrest te Nijmegen, Jhr. Mr. J. M. van Pabst tot Bingerden, kantonrechter aldaar. Bij koninklijk besluit is aan M. Bruins, A. L. J. Couturier, J. C. Pabst, J. Westrae en E. W. Tbou, allen in dienst van Z. K. H. prins Fredenk der Nederlanden, vergunning verleend tot het aannemen en dragen der hun door Z. M. den koning van Zweden en Noorwegen geschon ken gouden medaille. Bij de dienstd. schutterij alhier is benoemd tot lsten luit. W. Scheeper. De Thermometer van Fahrenheit teekende alhier Woensdag des namiddags te 5 uren 4-2°, WindZ. W., des avonds te 8 uren 42°, te 10 uren 42°. Donder dag 's nachts te 12 uren 41°, te 3 uren 41°, 's morgens te 5 uren 41°, N. O., te S uren 42°, 's na middags te 12 uren 44°, N. TV., te 4 uren 42°. Pruisen. De onderhandelingen met de directie van de Homburger speelbank tot het doen op houden van het hazardspel hebben ten gevolge van deu hardnekkigen tegenstand van dat be stuur schipbreuk geleden. Uit dien hoofde beeft de Pruisische regeeriug besloten door middel van een wetsontwerp bij den landdag aan deze zaak voor goed een einde maken. Dat wetsont werp is ingedienden behelst ook bepalingen voor de banken te Wiesbaden en te Ems. De sluiting zal uiterlijk plaats hebben den Sisten December 1872, maar kan ook vroeger bij besluit geschieden. Schadeloosstelling voor de opheffing dier speelbanken wordt niet gewaarborgd. In het Huis der afgevaardigden heeft de minister van financiën eene voordracht inge diend, houdende aanvrage om een krediet, ten einde te gemoet te komen in den nood, waarin Oost-Pruisen verkeert. In het Heerenhuis heeft bij de beraad slaging over de wet tot schadeloosstelling der onttroonde vorsten, de lieer Brunneck de regee ring gevraagd, of ook na het gebeurde met hot Hanoverscbe legioen de regeering aan de ver dragen met den gewezen koniug vasthoudt. De minister van financiën heeft hierop be vestigend geautwoord: de regeeriug heeft de machinaticn aandachtig nagegaan Als de ex-ko ning na de publicatie van het wetsontwerp tot schadeloosstelling voortgaat iets te doen in strijd met den geest van het verdrag, kan de regee ring beslag leggen op zijn vermogen en hem geen thaler uitbetalen, tot zij weder overtuigd is van zijn ernstig voornemen, om zich aan het verdrag te houden. Daarop heeft het Huis het wetsvoorstel met algemeene stemmen aangenomen. Ook de wet betrekkelijk het provinciale fonds voor Hanover is met 127 tegen 14 stemmen aangenomen. Oostenrijk. Gisterenavond deelden wij het telegram uit Weenen mede, waaruit blijkt dat koning George op zijn feestmaal te Hietzing, te midden zijner getrouwe Hanoveranen, de overtuiging uitgesproken heeft, dat hij nog wel eenmaal weder in Hanover zou heerschen. Het kan, dunkt ons, niet anders, of bij den gespanuen toestand tusschcn Oostenrijk en Pruisen over de quaestie der Hanoveranen zullen deze woorden niet onopgemerkt kunnen blijven aan het hof te Berlijn. De onderhandelingen tusschen Oostenrijk en Pruisen over de afgegeven paspoorten duren blijkens de //Provincial Correspondenz" tusschen beide hoven nog voort, en het blad voegt er bij het is nog niet zeker of de beginselen van het volkenrecht niet geschonden ziju. Wat is toch geschied, naar men beweert? Er zijn niet eenvoudig, gelijk eerst beweerd werd, in Oostenrijk passen afgegeven aan de Hanoveranen om hen op die wijze gemakkelijk uit het land te verwijderen maar bij honderd tallen zouden er Oostennjkscke passen naar Zwitserland gezonden zijn, zonder dat die per sonen voor wie ze zouden dienen aan do politie bekend waren. Deze onvoorzichtige handelwijze zou door de politie te Hietzing op aandringen van een hooggeplaatst persoon uit de omgeving van koning George gepleegd zijn. Frankrijk. In het wetgevend lichaam is den 19den Februari beraadslaagd over een amende ment, dat tot strekking had de afschaffing van die bepaling in het decreet van 1852, bij welke het verslaggeven van rechtszittingen betreffende drukpers-delicten, verboden werd. Het amende ment werd verdedigd door de heeren Picard en Olivier. De minister Pinard bestreed het en be toogde dat wel de publiciteit der rechtzitting een onmisbare waarborg voor de onpartijdigheid der rechtspraak is, maar dat het publiceeren der bij een drukpers-proces gevoerde debatten ge vaarlijk kan zijn, zonder dat het eenig nut op levert. Het amendement is verworpen met 204 tegen 30 stemmen. Onlangs heeft in het //Theatre de 1'Odéon" te Parijs eene manifestatie van den kant dei- studenten plaats gehad. Men begon met te roe pen //Ruy-Blas", het drama van Victor Hugo, waarvan de weder-opvoering verboden is. Ver volgens werd de uit het jaar 1848 bekende kreet//des lampionsaangeheven. Gedurende

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1868 | | pagina 2