viseert zeer gunstig op dit plan, en vestigt de aandacht 1°. op de betere beveiliging voor zee gevaar aan de noord westzijde van Friesland, en 2°. op de belangrijke aanwinst van land. 15 n 2S000 vruchtbare bunders zouden door deze maatregelen aan de zee ontwoekerd worden. Do Friesche Courant eindigt met eene krachtige opwekking tot ondersteuning van deze e e r 1 ij k e zeer eervolle annexatie. Het Haagsche Orgaan erkent en klaagt, dat de liberalen in de periodieke pers verre de over hand hebben boven de conservatieven, en ont leent daaruit eeu verwijt aan de laatsten voor hun gebrek aan ijver en zelfopoffering. Zou niet de reden veeleer hierin liggen, dat het verlichte eu denkende deel der natie libe raal gezind is BU1TE N L A N Belgie. Omtrent een brand in eene stoom boot, met petroleum geladen, die 1.1. Zaterdag te Antwerpen plaats had, en die in den aan vang zich zeer ernstig deed aanzien, vernemen wij het volgende*. Het schip //de Jonge Cornelis," inhebbende 500 vaatjes petroleum en 150 vaatjes, behalve 200 kannen, naphta, geraakte omstreeks drie uren des namiddags in brand. Het schip lag op de Schelde aan den ingang van de gracht //des Brasseurs," bij de brug. In 20 minuten, eer de stoomspuiten in werking kwamen, had zich de brandende petroleum reeds over de rivier ver spreid. In de nabijheid lag voor de stad tusschen andere schepen een lichter, die zelf petroleum en naphta iuhad. Deze geraakte tot grooten schrik der omstanders ook in brand. Op dat oogenblik was echter het tij genoeg gewassen, om 't voor eene stoomboot mogelijk te maken den brandenden lichter te naderen. Een Engelsch kapitein begaf zich aanboord van het brandende schip, bevestigde een paar haken aan de ver schansing en de touwen, en bleef op het vaar tuig, om te zorgen, dat de haken niet los sprongen, ieder oogenblik gereed, zoo hij zijn post niet behouden kon, zich zwemmende te redden, terwijl de stoomboot het brandende vaartuig een eind de rivier opsleepte en aan de overzijde tegen land zotte, waar het veilig bleef branden tot 's nachts 1 uur, toen het geheel was afgebrand. Intusschen had het wassend tij de brandende olie in lange strepen drijvende op het water den weg doen nemen naar de stad en in de gracht //des Brasseurs," waar verschei den schepen lagen. De brug liep weinig gevaar meer, doch voor die schepen begon de toestand zeer angstig te worden. Eer het echter te laat en de vloed te zeer gerezen was, hadden eenige personen van de brandweer zich te water be geven, en tot aan hun schouders onder water, slaagden zij er in om rondom de schepen eene afsluiting te maken van balken, welke het drij vende vuur moesten beletten de schepen te berei ken. Op die wijze werd ook eene schuit beschermd, waarop zich een der gunstigst geposteerde spui ten bevond. Te vijf uren rezen de vlammen nog hoog op uit het schip, doch het vuur kon zich Diet meer aan andere schepen mededeelen. Te zeven uren zonk het schip en raakte de brandstof op. Als een merkwaardig toeval verhaalt men, dat schipper Annemaet, aan wiens weduwe het petroleumschip behoort, vier jaren geleden bij 't zinken van zijn schip vier kinderen verloren heeft; terwijl de echtgenoot van de eigenares van den petroleum-lichter, verleden jaar in de Schelde verdronken is. De oorzaak van den brand is nog, evenmin als het bedrag van de brandschade, onbekend. De petroleum was bestemd voor de lading van het stoomschip //Marie de Brabant". De dagbladen bevestigen het bericht, dat de werklieden der steenkolenmijnen te Marei- nelle en Gilly nabij Charleroi, den arbeid ge staakt en ongeregeldheden hebben gepleegd. Er. hebben onderscheidene arrestatiën plaats gehad Puttsciiland. Nog weder Hanover. Terwijl uit Weenen de meest feestelijke berichten komen omtrent de te vieren zilveren bruiloft van den ex-koning: hoe voor de feestdagen al de loges van den eersten rang in een der theaters afge huurd zijn (waar o. a. la grande duchesse de Gérolstein zal opgevoerd worden); hoe de groote zalen van hot Kurhaus van stadswege ter be schikking van den jubilaris zijn gesteld, om er feestmalen te geven en zijne schatten ten toon te stellen; hoe er een feesttrein zal loopen wel niet direct van Hanover onder dien naam, maar toch te Leipzig een dergelijk karakter aanne mende, terwijl dit alles uit "Weenen bericht wordt, begint men in Pruisen meer en meer achter docht omtrent de bedoelingen van den koninklij ken balling te koesterendaar komt nog bij de zoo dikwijls besprokene quaestie van de Ha- noveraneu, die thans in Frankrijk zijn, en aldaar met Oostenrijksche passen zijn binnengekomen en zoover is 't althans gekomen dat op de goede verstandhouding tusschen Oostenrijk en Pruisen, waarvan wij voor eenig dagen melding maakten, op 't oogenblik niet valt to roemen; de Spener- sche Zeitung toch, een zoogenaamd ministerieel orgaan, verklaart dat Oostenrijk den koning niet meer in zijne staten mag gedoogen, daar hij zelf volkeurechterlijk zijne aanspraak hierop verbeurd heeft. Wat het antwoord van de Oostenrijksche regeering zal zijn, is moeilijk te gissenhet had toch reeds aan Pruisen eenige ophelderingen gegeven, het was waarer waren ambtenaren die hunne bevoegdheid te buiten waren gegaan, maar deze waren deswege terecht gewezen, en aan de omgeving van den ex-koning waren ernstige vertoogen gericht om zich in het ver volg te onthouden van alles wat met het vol kenrecht niet overeen te brengen was. Maar Oostenrijk had aan het vertrek der uitgewekenen van Zwitserland naar Frankrijk part noch deel het afgeven van passen aan uitgeweken per sonen was een recht dat door alle staten wordt uitgeoefend, en onder anderen ook ten tijde van den Poolschen opstand door Pruisen, toen het de Poolsche uitgewekenen uit zijn land wilde verwijderen. Ook Zwitserland en Frankrijk hebben omtrent de verplaatsing der Hauoveranen de volgende verklaringen afgelegd de Zwitsersche bonds raad verklaart officieel, dat Pruisen geene ver toogen tot de republiek heeft gericht betref fende het verblijf der uitgeweken Hanoveranen op haar grondgebied, en dat deze tot algemeene verwondering plotseling vertrokken zijn. De bondsraad heeft dit ter kenuisse gebracht, om dat hij beschuldigd werd voor den aandrang van Pruisen gezwicht en alzoo aan de gastvrij heid der republiek te kort gedaan te hebben. En in de Moniteur" leest men Een telegram uit Munchen meldt, dat volgens de Weener //Presse", men te Weenen eenstem mig van meening is, dat graaf Platen het Hano- versche legioen van Zwitserland naar Frankrijk heeft laten overgaan, niet zonder uitdrukkelijke machtiging en zelfs uitnoodiging van Parijs ontvangen te hebben. Dit bericht is oujuist. Geenerlei machtiging of uitnoodiging is van Parijs afgezonden, om de Hanoversche uitgewekenen van Zwitserland naar den Elzas te doen overgaan. Deze perso nen zijn uit eigen beweging en zonder vooraf gaande kennisgeving op het Franscbe grond gebied gekomen. Eu zoodra de regeering van dat feit verwittigd is geworden, heeft zij de noodige maatregelen genomen, om officieren en soldaten afzonderlijk een verblijf aan te wijzen en wel op grooten afstand van de oostelijke grenzen des lands. Deze toedracht van zaken kon wel eens eenig licht over de zooveel bespro ken houding van den minister-president werpes Krijgt Pruisen berouw over de toekenning de: belangrijke dotaties aan den overwonnen ko ning? Zal de regeering ook wellicht door inic del van het Heerenhuis op hare vrijgevigheid terugkomen? En zou dit dan ook de positie van Von Bismarck, die met zooveel moeite de bewilliging van de afgevaardigden hiervoor ver kregen heeft, ook voor 't oogenblik van die: aard tnakeu, dat hij zich voor een tijd moe: terugtrekken, en niet aan de discussiën in hel Heerenhuis kan deelnemen? Zeker is het, dat de liberale politiek, die sommigen meenden als eer resultaat der laatste gebeurtenissen te kunue: voorspellen, door den nieuwen minister van just tie, niet gedeeld wordt: hij heeft zich toch bij d: discussiën over het bekende art. S4 der Pm. sische constitutie eeu niet grooter voorstands: van de vrijheid van spreken getoond, dan zij: voorganger, de bekende reactionnaire graaf Zn- Lippe. 1 Pruisen. Nog steeds wordt over weinig ao ders in de politieke bladen gesproken dan ove: het besluit van den minister Von Bismard Terwijl in Pruisen algemeen erkeud wordt, d: hij nog altijd het volledige vertrouwen van de: koning geniet, wordt in de Prance" lie, tegendeel beweerd. De aftreding van grat Eulenburg en diens vervanging door den hes Eorckenbeck, als gerucht voor eenige dage: gemeld, wordt weder tegengesproken. De Zen lersche Correspondenz" deelt het volgende - niet zeer waarschijnlijke bericht mede omtrent de reden van Von Bismarcks voortdurend vc blijf te Berlijn, niettegenstaande hij eerst pla: had om te vertrekken: Voor veertien dage: was graaf A^on Bismarck uitgenoodigd, een jachtpartij in het Rheinhardswoud bij te wonen Destijds noopten staatszaken hem de uitnofr diging vau de hand te wijzen. Toen do mi nister evenwel verlof had bekomen en plan had thans aan de jacht deel te nemen, vernan hij dat de sneeuw gesmolten en het jachtveld onbruikbaar geworden was. De reis werd do- opgegeven, te meer daar de gezondheidstoestan des ministers te weuscheu overliet. De oue: rheumatischc kwaal heeft zich weder vertoon: en maakt den minister zelfs het uitgaan onun gelijk. Een ieder herinnert zich nog de vrees: lijke toestand der landverhuizers aan boord va: het schip Leibnitz. Naar men meldt, is men ree-: bezig aan de bureaux van den Noord-Duitscht: Bond om een wetsontwerp in gereedheid i brengen, waarbij voor 't vervolg dergelijk- gruwelen zullen voorkomen kunnen worden. In Noord-Sleeswijk begint zich wedt' eenige agitatie te openbaren. Het wordt tij: dat eindelijk de grensscheiding geregeld wordt Tot zoolang zullen altijd in de gemengd' Deensch-Duitsche plaatsen de verschillende par tijen nu en dan op het te nemen besluit trad ten in te werken. Er ankrijk. Bij den brand waarvan wij eergistc ren het eenvoudige bericht mededeelden, is d groote kunsthandel en drukkerij van de nab: Migne, waarin ruim 200 menschen werkzaam va ren, bijna geheel vernield. De materieele scbai! wordt geschat op 6 millioen franken. Buitemlif zijn o. a. gedeelten van verscheidene werken vei loren, alsLa Patrologie" (waarvan het 391s: deel ter perse lag); de Enc)rclopédie théologi que" (169 deelen verschenen); de //collectie: universelle des orateurs chrétiens" (het lOOsi deel ter perse); voorts zetsel en handschriften schilderijen, beelden, kerksieraden, orgels enz. Rome. Voor eenige dagen werd uit Rom- gemeld dat prins Iturbide, de kleinzoon var- den voorlaatsten keizer van Mexico die doe-' keizer Maximiliaan was aangenomen, in dienr was getreden bij de keizerlijke dragonders. He- Oostenrijksch gouvernement zou hem een jaar geld van 20,000 hebben aangeboden, doch k had dit geweigerd. Evenzoo had. hij deu rand van majoor niet aangenomen, dien de paus bew|

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1868 | | pagina 2