N°. 2427. Donderdag A°. 18ÖS; 9 Januari. LEIDSCH DAGBLAD. PRIJS DER ADVERTENTIEN. Deze Courant wordt dagelijks, met uitzondering j Van reBels f 0 75. iedere rege, meet.f 012. van Zon- en Feestdagen, uitgegeven. Geboorte-, huwelijks- en doodberichten van I 1-4 regels ƒ0.90; iedere regel meer0.15. PRIJS DEZER COURANT. Voor Leiden, per 3 maandenf 3.00. Franco per post.3.85. Afzonderlijke Nommersn 0.10. DE ONTBINDING DER TWEEDE KAMER DOOR DE REGEERING VER OORDEELD. Zonderling moet het schijnen, dat de Regee ring, die ten tweeden male in een tijdsver loop van nog geen achttien maanden de zware verantwoordelijkheid op zich durl'de ne men, cle ontbinding aan den Koning voor te stellen, en die toch wel geacht moet worden in het volle besef dier zware verantwoordelijkheid te handelen, voor dat hoogst gewichtig besluit nauwelijks een schijn van motieven weet aan te voeren. Minder zonderling wordt het hoe zeer daardoor volstrekt niet wordt verklaard, hoe 't volle besef der zware verantwoordelijkheid aanwezig heeft kunnen zijn wanneer zal blij ken, dat de Regeering zelve reeds bij voorraad die ontbinding nadrukkelijk en zelfs op eenigszins plechtigen toon heeft veroordeeld. Toen in de zitting der Tweede Kamer van 20 November jl. de heer Keuchenius op de mo gelijkheid eener herhaalde ontbinding had ge wezen en waarlijk heeft hij toen een maar al te goeden profetischen blik gehad en daarbij tevens van zijne afkeuring der laatste ontbinding had doen blijken, antwoordde de minister van buitenlandsche zaken //Nu de geachte spreker èn bij deze èn bij vorige gelegenheden het voorstel tot ontbinding, iudertijd door de Regeering aan den Koning gedaan, in een afkeurenden zin heeft besproken, nu zij het mij vergund aan de Kamer in over weging te geven: of het niet juist is wanneer ik beweer, dat de ondervinding hier moet be slissen, of eene Regeering ten deze goed of slecht heeft gehandeld, en dat de stembus uit spraak moet doen over die handeling. De con- stitutioneele Regeeringsvorm toch brengt mede, I dat de beide Kamers der Staten-Generaal de opinie der natie teruggeven. De constitutioneele regeeringsvortp neemt dit aan. Het is en blijft min of meer eene fictie, maar wij moeten aan nemen, dat de kiezers door hunne keuze de publieke opinie uitdrukken. Wanneer nu ten gevolge eener ontbinding de Kamer, die vroeger der Regeering vijandig was, thans die Regeering stednt, dan, geloof ik, is op goede gronden het be wijs geleverd, dat de Regeering plicht matig gehandeld heeft de ontbinding voor te stellen en dat zij, door dit voorstel na te laten, haar plicht zou hebben verzaakt." Dus was naar 't oordeel der Regeering alleen daardoor de ontbinding ge rechtvaardigd, omdat zij eene vertegenwoordiging had geschonken die de Regeering steunde. Was het tegendeel het resultaat der stembus geweest, de ontbinding ware veroordeeld en het minis terie zou hebben moeten wijken. Deze natuur lijke en eenvoudige gevolgtrekking wordt dan ook door den minister /.elven gemaakt, doch veel krachtiger uitgedrukt. Hooren wij hem zei ven: //Wanneer nu," dus vervolgt hij, //eene Regeering do zware verantw oordel ij k- heid van dergel ij k voorstel op zich nemende en ieder zal erkennen dat die verantwoordelijkheid in de daad groot is met het doen van zoodanig voorstel mistast, dan zou zij een groot constitutioneel misdrije hebben gepleegd en den naam, onder de staatslieden gere kend te worden, hebben verspeeld." Welnu, nog geene week gaat voorbij, of die zelfde Kamer,- welke gezegd werd het ministerie te steunen en daardoor de ontbinding te recht vaardigen, brengt een votum uit, dat de Regee- ring niet anders dan als eene afkeuring van haar beleid beschouwt; en de Regeering moet alzoo tot de erkenning komen, dat hare raeening, als zoude die Kamer baar tbans steunen, eene illusie is! Maar dan heeft zij ook noodwendig zes da gen vroeger haar eigen vonnis uitgesproken: zij had met de ontbinding misgetast, zij had een groot constitutioneel mis- drijf gepleegd, zij had den naam, onder de staatslieden gerekend te worden, verspeeld! Is het nog wonder, dat de Regeering verlegen is om motieven voor eene herhaalde ontbinding Of moet ook thans weder de stembus eerst rechtmatigheid ef onrechtmatigheid bewijzen? Neen voor geene herhaalde proefnemingen is er naar de verklaring van de Regeering zelve plaatsEens misgetast, in de ontbinding en dit is gebleken dan heeft de Regeering een groot constitutioneel misdrijf ge pleegd, dan heeft zij den naam, onder de staatslieden gerekend te worden, ver speeld. En kan er nu eenige deugdelijke grond zijn, eene Regeering die zoo misdreef, die vol. gens hare eigene erkentenis dan niet meer uit staatslieden bestaat, te handhaven tegenover de Kamer? Zou men bij hen die zoo misdreven; die zelf erkennen den naam van staats lieden te hebben verspeeld, nog vol doend besef van de zware verantwoordelijkheid hunner handeling kunnen aannemen De kie zers mogen op hunne hoede zijn! BINNENLAND. LEIDEN8 Januari. Yoor eenigen tijd maakte de heer Holtrop van 's-Hage de conservatoren der acad. biblio theek er opmerkzaam op, dat het eerste in Dene marken gedrukte boek alhier op de bibliotheek aanwezig was en gaf den heer bibliothecaris in bedenking, vergunning te vragen dit aan de bibliotheek te Kopenhagen ten geschenke tc mogen geven, die er geen exemplaar van bezat, liet geschenk werd aangeboden en zoo gratig aangenomen, dat Z. M. de koning van Dene marken onlangs, in antwoord op die welwillend heid, zoowel aan den heer Holtrop als aan den heer bibliothecaris, prof. Pluygers, het ordefceeken der Dannebrogsorde 3de kl. heeft toegezonden. Met algemeene deelneming hebben heden onze stadgenooten gewis het treurig bericht ver nomen van het overlijden van Dr. P. Hoekema Kingma, die in den bloei zijner jaren aan zijue diepbedroefde weduwe, aan zijne betrekkingen en vrienden, en aan allen wier zorgvolle genees heer hij was, is ontvallen. Eene geheele uitput ting van krachten deed hem bezwijken op het oogenblik, dat men de kracht der ziekte, waar door hij was aangetast, reeds gebroken achtte. Niet het minst treuren zeker de armen der stad, aan welke hij met onvermoeiden ijver en met een bijzonder gewaardeerde zachtheid zijne zorgen wijdde, om het verlies van den man, die het vertrouwen, dat hij volkomen waard was, ook in volle mate bezat. Den loden dezer zullen in den schouw burg alhier door het Haagsche opera-gezelschap Ie Maitre de Chapelle" en la grand'duchesso de Gérolstein" worden gegeveD. "Wij hadden reeds hooren spreken van Meijerbeer's //les Huguenots" en van Boiëldieu's meesterstuk //la Dame blanche". Wij hopen zeer, dat de voorstelling van den 15den die andere, zoo er sprake van is geweest, niet zal uitsluiten. Want, al moge de //Maitre de Cha pelle" ook een zeer lieve opera zijn, zeker is het, dat door de //farce" van Offenbach niet het grootste gedeelte van het kunstlievend pu bliek onzer stad bevredigd zal worden. Als een stuk bij den demi-monde van Parijs ongehoord veel opgang maakt, is dat nog juist geen reden, dat het bij een degelijk gedistingeerd Hollandsch publiek grooten bijval moet vinden. Yoor hen, die eenmaal door de Belle Hélène" verschalkt zijn geweest, maar die nu ook weten wat zij van Offenbach kunnen verwachten, en voor hen die nooit smaak voor zijn genre gehad hebben, hopen wij dan zeer, dat ook de andere plannen ten uitvoer zullen gebracht worden. De minister van binnenlandsche zaken heeft goedgevonden het verbod tot het houden van markten en openbare verkoopingen van rundvee op te heften voor de gemeente Heen- vliet, met ingang van den lOden Januari 1868. De heer Mr. G. A. do Raadt heeft aan de kiezers in het district Dordrecht bericht, dat hij om overwegende bezwaren op dit oogen blik geen nieuw mandaat kan aanvaarden. Bij advertentie in de //uDordr. Courant" wor den thans door vele kiezers aanbevolen de hoe ren Mr. P. Blussó van Oud-Alblas en Mr. P. P. Bosse. Yan eene andere zijde wordt, in plaats van dezen laatste, aanbevolen de heer A. J. Schouten. De leden van de scherpschuttersYOreeni-

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1868 | | pagina 1