N°. 2422.
Vrijdag
A0. 1868. f
3 Januari.
BINNENLAND.
LEIDSCH
DAGBLAD.
PRIJS DEZER COURANT.
Voor Leiden, per 3 maandenf 3.00.
Franco per post3.85.
Afzonderlijke Nommers0.10.
Deze Courant wordt dagelijks, met uitzondering
van Zon-en Feestdagen, uitgegeven.
PRIJS DER ADVERTENTIEN.
Van 1-6 regels/0.75; iedere regel meer0.12®.
Geboorte-, huwelijks- en doodberichten van
1-4 regels 0.90; iedere regel meer0.15.
LEIDEN2 Januari.
Men schrijft ons uit Voorschoten:
Taar men verneemt heeft men in de R. C. kerk
lliier eene bus opengebrokengelukkig was deze
kort te voren geleegd zoodat de dieven slechts
ene buit van eenige centen ten deel viel. Het-
elfde vond dezer dagen ook te "Wassenaar plaats.
Insgelijks heeft men aan eenen koopman die
et zijne waren langs de huizen loopt, eenige
ezer waren ontvreemd op het oogenblik dat
£ij even in huis was gegaan. De politie, die
ich aanstonds met de zaak bemoeid heeft, is
échter de daders reeds op het spoor.
De nieuwsjaars-receptie ten hove werd gis-
ren druk bezocht. Nadat de prins van Oranje,
prins en prinses Erederik, benevens prinses Marie
hunne opwachting bij HH. MM. hadden ge
haakt, werden de ministers, benevens de dames
heeren, uitmakende het civiel en militair
huis van de vorstelijke familie, ter gelukwen-
ching ten gehoore ontvangen. Na afloop hebben
e koning en de koningin, de prins van Oranje
prins Alexander een tegenbezoek bij prins
ln prinses Erederik afgelegd.
Prins en prinses Erederik hebben eergiste-
enmiddag in een bijzonder gehoor ontvangen
en generaal De Beaulieu, buitengewoon gezant
n gevolmachtigd minister van België bij het
ederlandsche hof, benevens zijne echtgenoote.
H. M. de koningin heeft aan den heer
L. Jansen, directeur van het telegraafkan
toor te Apeldoorn, twee prachtige wijnkaraf
fen, en aan den heer C. E. Prey, ambtenaar
bij dat kantoor, een gouden doekspeld met bril-
lanten ten geschenke gezonden.
Op den dag voor de sluiting der zitting
van de Staten G-eneraal is de meihorie van be
antwoording ingekomen op het afdeelingsverslag
van 4 November 11. betreffende de begrooting
van Nederlandsch Indië voor het dienstjaar
1868. Wij ontleenen daaraan het volgende be
treffende de werking der comptabiliteitswet.
//Ofschoon die werking slechts eenige maanden
voortduurt, en daarvan dus nog maar weinig
ondervinding kan verkregen zijn, heeft de mi
nister uit de berichten, waarop het voorloopig
verslag doelt, aanleiding genomen, om den gou
verneur generaal van Nederlandsch Indie me-
dedeeling te verzoeken van hetgeen hem reeds
nopens die werking is gebleken. Nader gaf hij
den landvoogd in overweging, de algemeene
rekenkamer en de hoofden der departementen
van algemeen bestuur, aan te schrijven om ge
stadig aanteekening te houden van gebreken,
welke zich in de wet mochten doen gevoelen,
en die aanteekeningen, vergezeld van voorstellen
tot voorziening, steeds ter kennis te brengen
van de Indische regeering. Deze zal dan, wan
neer de wet eenigen tijd heeft gewerkt, zoo
noodig voorstellen tot wijziging aan het opper
bestuur kunnen onderwerpen. In afwachting
van de gevraagde officieele berichten, kan de
minister zich omtrent de gegrondheid der be
wuste klachten niet ^el uitlaten^ noch ook met
eenige beslistheid verklaren, of de oorzaak dier
klachten in de wet dan wel in hare^uitvoering
gelegen zij.
De minister zou zeer ongaarne toestemmen,
dat de ongelegenheden, waarvan de nieuwsbladen
in den laatsten tijd gewaagden, aan gebrek aan
doorzicht of zelfs aan geheime tegenwerking van
de Indische autoriteiten zijn te wijten. Hem
komt het voor, dat daaraan wel allerlaatst mag
worden gedacht, waar het de invoering geldt
eener geheel nieuwe orde van zaken, die immer
hare eigenaardige moeilijkheden medebrengt.
Men verlieze hierbij niet uit het oog, dat reeds
vóór de vaststelling der Indische begrooting bij
de wet het personeel in Indië niet in evenre
digheid stond met den grooten omvang der
administratie in het algemeen, en dat dus elke
omslachtige verandering of vermeerdering van
werkzaamheden en controle groote ongelegenheid
moest te weeg brengen."
Men schrijft uit 's-Hage aan de Arnh.
Courant, dat de ministers het plan tot ontbin
ding der Tweede Kamer vooreerst nog niet ten
uitvoer zullen brengen. Een der groote redenen
was, dat het kabiuet nog gecompleteerd moest
worden en dat de onderhandelingen met Jhr.
Yan Nispen tot Sevenaer over de portefeuille
van justitie nog niet tot een einde waren gebracht.
Natuurlijk vroegen de ultramontanen als groote
voorwaarde de belofte van eene wijziging der
wet op het lager onderwijs in hun geest. Zelfs
wilde men, volgens de Arnh. Courant., dat de
transactie aan den heer Heemskerk was aange
boden, niet in het ontbindingsrapport meer
bepaald aan te geven, wat er te dien opzichte
gebeuren zou, mits de heer Van Nispen maar
zwart op wit kreeg. Eene tweede voorwaarde
van den heer Y. Nispen zou deze geweest zijn, dat
in de militiewet werd opgenomen de vrijstelling
van den militairen dienst voor jongelieden, die
aan de seminarien hunne opleiding ontvangen.
De berichten, die w ij uit 's-Hage ontvin
gen, luiden eenigzins anders. Volgens deze
zouden invloedrijke hoofden der protestant-
sche partij den heer Schimmelpenninck hebben
gewaarschuwd voor de hooge eischen door den
heer Van Nispen gesteld. Dientengevolge zou
er kans bestaan, dat aan een ander de por
tefeuille van justitie zou toevertrouwd wor
den, terwijl volgens sommigen het departement
voor catholieke eeredienst hersteld en de heer
Yan Nispen aan het hoofd daarvan geplaatst
zou worden.
Nu is aan alle gissingen een einde gemaakt
(zie ons telegram), en aan concessiën als die,
welke Jhr. Yan Nispen verlangde, kan gelukkig
niet meer gedacht worden.
Nog eene mededeeling van den Haagschen
correspondent der Arnh. Courant behoeven wij
evenwel onze lezers niet te onthouden.
De mededeeling betreft de homogeniteit van
het kabinet, in de sluitingsrede, heilzaam
en naar den geest der grondwet onmisbaar
genoemd, en luidt aldus: //Men zegt dat de
heer Trakanen een adres aan zijne voormalige
collega's in den ministerraad heeft gericht om
zich te beklagen over de niet-toepassing van
het nu zoo geroemde grondwettige beginsel van
homogeniteit ten opzichte van de koloniale
kwestie bij zijn aftreden."
Uit Brussel wordt aan de Midd. Courant
geschreven, dat het kabinet te 's-Hage, dadelijk
nadat de koning geweigerd heeft het verzoek
om ontslag aan te nemen, een dépêche aan de
Nederl. gezant te Parijs heeft gericht, om hem
te melden, dat Nederland zonder voorbehoud
tot de conferentie toetreedt.
Yoor de betrekking van directeur der gas
fabriek te Schiedam hebben zich, zegt men,
170 sollicitanten aangemeld, waaronder 17 di
recteurs van gasfabrieken.
De sedert 90 jaren bestaande //Neder-
landsche Maatschappij ter bevordering van nij
verheid" mag met recht beschouwd worden als
een krachtig middel, om de welvaart van ons
land te vermeerderen. Zij bepaalt haren werk
kring niet alleen tot het verspreiden van ken
nis onder hare leden, maar tracht ook nuttig
te zijn in het algemeen belang, door bevorder
lijk te zijn aan het wegnemen van bezwaren
en belemmeringen, die de nijverheid in den weg
staan, om daardoor eene goedkoopere productie
mogelijk te maken. Door vereende krachten heeft
zij reeds meermalen nuttige zaken tot stand
gebracht en tracht zij nog voortdurend nieuwe
middelen te vinden, om haar in alle opzichten
praktisch doel te bereiken. Naar aanleiding daar
van heeft het hoofdbestuur zich nu gewend tot
de onderscheidene departementen, met verzoek
om ieder in zijn kring op te sporen de grieven,
die bestaan tegen de accijnswetten, voor zoover
ze drukken op sommige takken van nijverheid,
ten einde die bezwaren te verzamelen en zoo
noodig zich tot de hooge regeering te wenden
met verzoek die weg te nemen. Het departe
ment te Rotterdam heeft gemeend, dat de
meest praktische weg in deze zou zijnhet
openstellen eener gelegenheid voor ieder indus-
striëel, om zijne meeningen ten dien aanzien te
uiten, en heeft op morgenavond eene vergade
ring belegd, waarin de bedoelde bezwaren kunnen
worden verzameld en in een algemeen rapport
bijeengevoegd. Het departement doet dit in het
vertrouwen, dat de industriëelen, het nuttige
en noodzakelijke daarvan erkennende, bereid
zullen zijn om er toe mede te werken, dat het
hoofdbestuur der maatschappij in staat worde
gesteld tot eene - volledige beoordeeling van het
onderwerp en ran de vraagwelke stappen
daaromtrent al dan niet behooren gedaan te
worden. N. R. C.
Gisteren is de //Nieuwe Utrechtsche Cou
rant", in een ander formaat verschenen en zal
voortaan met compresse letter gedrukt, op een
ander uur, en wel des middags, worden uitge
geven. Zaturdag-'s avonds zal bovendien eene
Zondags-editie verschijnen, zoodat 's weeks 7
nummers zullen worden uitgegeven.
De commissaris des konings in de pro
vincie Utrecht, heeft gewaarschuwd tegen het
gebruik van vleesch van koeien aan de kalver-
ziekte lijdende, welk vleesch zeer schadelijk voor