Dinsdag 24 December. BINNENLAND. N241G. LEIDSCH PRIJS DEZER COURANT. Voor Leiden, per 3 maanden3.00. Franco per post3.85. Afzonderlijke Nommersn 0.10. Deze Courant wordt dagelijks, met uitzondering- van Zon-en Feestdagen, uitgegeven. PRIJS DER ADVERTENTIEN. Van 1-6 regels 0.75; iedere regel meer0.12a. Geboorte-, huwelijks- en doodberichten van 1-4 regels 0.90; iedere regel meer0.15. UITHOOFDE VAN HET KERSTFEEST ZAL WOENS DAG EN DONDERDAG DEZE COURANT NIET WORDEN UITGEGEVEN. In het Dagblad van Zuid-Holland en 's-Gra- venhage van 21 dezer is een brief geplaatst van den heer C. van Bylandt, Nederlandsch gezant te Berlijn, over het gebruik dat de oud-minister an buitenlandsehe zaken, de heer Cremers, heeft emaakt van indertijd door dien gezant aan em gerichte brieven. De graaf Yan Bylandt rotesteert daarin, in zeer scherpe bewoordingen, zoowel tegen het niet-deponeeren dier stukken door den heer Cremers in het archief, als tegen het deponeeren daarvan op het bureau van den voorzitter der Tweede Kamer. Volgens den ge zant toch waren het particuliere brieven, door hem aan Zr. Ms. regeering" gericht. De hevig heid van het protest van den heer Y. B. grondt zich echter bovenal op het vermoeden, dat zijne heide brieven niet alleen moesten dienen tot de ersoonlijke verdediging van den heer Cremers aar veel meer en vooral om als wapen te orden gebruikt voor eene politieke manoeuvre, door een parlementair schandaal met meer ekerheid de afstemming van de begrooting van buitenlandsehe zaken te verkrijgen en vervol gens de omverwerping van het geheele minis terie." Na hetgeen reeds met zooveel juistheid in de N. Rotfc. Courant van gisteren over dien brief gezegd werd, bepalen wij ons tot enkele opmer kingen. 1°. Uiterst bevreemdend is het voorzeker, dat de heer Y. B. zijne bevreemding over het open baar maken zijner brieven op 25 November eerst te kennen geeft op 18 December, dus meer dan drie weken daarna! 2°. De brief eindigt, niet zonder eenige ver heffing van stijl, kennelijk om indruk te maken, met een soort van verontwaardigd beklag, waarbij de schrijver zijn ambtgenooten in bedenking geeft, of zijwanneer zulk een gebruik, als hier heeft plaats gehad, van hunne brieven gemaakt wordt, wel in hunne betrekking kunnen blijven. Uiterst bevreemdend is het, dat de heer Y. B. na gedurende drie weken onder den druk van het als mogelijk veronderstelde onaan gename gevolg der openbaarmaking te hebben gebukt gegaan, voor zich zeiven niet het minste plan schijnt te hebben om zijne betrekking te verlaten 3°. Uiterst bevreemdend is het, dat de be vreemding, het protest en het beklag in dezen brief uitgedrukt, niet werden gericht tot den heer Cremers, die zich de mededeeling der brieven tot zelfverdediging veroorloofde, noch tot den minister van buitenlandsehe zaken, die in de Tweede Kamer met geen enkel woord voor dat gekrenkt belang zijner gezanten opkwam, maar aan den geachten" redacteur van het Dagblad! 4Ö. Uiterst bevreemdend is het, dat in een brief, blijkbaar ten behoeve van graaf Van Zuy- len geschreven, niets voorkomt tot verdediging van den minister van buitenlandsehe zaken te gen de beschuldiging, dat hij in de Tweede Ka mer de waarheid niet zou hebben gesproken en tot staving van het voorgeven, dat hij, minis ter, onkundig zou zijn gelaten van de ware gezindheid Yan Pruisen. Dat kon de heer Y. B. best beoordeelen, en daarover juist geen woord 5°. Niet alleen bevreemdend maar zelfs erger lijk is de dubbelzinnigheid, waarmede de heer Y. B. zich over de handeling van den heer Cremers uitlaat in de woorden//Ik kan nu het vermoeden niet onderdrukken" enz. Bedoelt de heer Y. B. daarmede, dat de heer Cremers niet uit zelfverdediging, maar om den minister te doen vallen, de brieven deed me- dedeelen De heer Y. B. moet dan de brochure van den heer C. niet gelezen hebben (dat hij die opzettelijk zou ignoreeren, mag toch niet worden verondersteld). Welk eerlijk en verstandig man, die die brochure las, zal dat vermoeden kunnen deelen? En welke grond bestaat er dan voor dat vermoeden De heer Y. B. voert geen enkelen aan. Of is soms de bedoeling geene andere dan om te protesteeren tegen het gebruik, dat derden, dus niet de heer Cremers, van de brieven als middel van oppositie en parlementair schan daal" gemaakt hebben Maar wat beteekent dan dat protest? Niemand zal zich dat aantrek ken, want zeker is het parlementair schandaal niet door de oppositie gemaakt, maar door den min. van buitenl. zaken, door de wijze n.l. waarop deze zijn voorganger een smet trachtte aan te wrijven. De minister had een uitnemend middel om het parlementair schandaal en de indiscretie van den heer Cremers te voorkomenhij be hoefde eenvoudig de waarheid te zeggen. Het Dagblad van 's-Gravenhage geeft in zijn jongste nommer eene interpretatie van het arti kel, voorkomende in ons blad van Zaterdag 11. Geen onpartijdige, die van ons artikel kennis nam, zal zeker met die interpretatie instemmen. LEIDEN, 23 December. De heer S. Alofson te New-Jersey-City, in Noord-Amerika, onlangs benoemd tot buiten- landsch lid van de Maatschappij der Neder- landsehe Letterkunde alhier, heeft dezer dagen, als een blijk van belangstelling in de werk zaamheden dier instelling, eene som van 200 aan het bestuur toegezonden, tot stijving van het door de Maatschappij in het vorige jaar gestichte fonds. Bij de aanbesteding van de fundeeringon voor het Academisch Ziekenhuis alhier was van de 26 aannemers de hoogste inschrijver G. Yis- ser Pz. voor ƒ87,000 en de laagste S. van der Kamp Mr. timmerman alhier voor ƒ52891. Men schrijft ons uit Noo rd wij kerho ut, dd. 20 December j 1.: Gisteren constitueerde zich alhier de Noordwijkerhoutsche scherpschutters- vereeniging; zij zal den naam yoeren van //Graaf Floris den Yijfde," van wien men zegt dat hij onder deze gemeente een jachtslot (de Boeckhorst) gehad heeft. 'De vereeniging is begonnen met een getal van 22 leden, wat voor eene gemeente als die te Noord wij kerhout van 1400 zielen, een schoon begin mag genoemd worden. Zaterdag-avond heeft de minister van bin- nenlandsehe zaken een zeer langdurig onderhoud gehad met den oud-minister den heer Mutsaers, thans lid van den raad van state, zooals men weet, sinds het overlijden van den heer Borret het hoofd der ultra-montaansche partij. Men verzekert algemeen te 's-Hage dat de vergadering der Staten-Generaal, zitting jaar 1867/68 a. s. Yrijdag, den 27sten dezer, op last des Konings gesloten en dat de Tweede Kamer alsdan ontbonden zal worden. De leden der Staten-Generaal zouden tegen Yrijdag bij eengeroepen worden tot het houden eener ver- eenigde vergadering, waarin het zittingjaar zou gesloten worden. Donderdag 11. gaf de maatschappij //de Toekomst" te 's - H a g e haar 25ste concert, waarop zich o. a. ook onze stadgenoot de heer A. J. Wetrens heeft doen hooren. Yan zijn spel wordt, naar aanleiding van dat concert, het volgende geschreven //Het deed ons waarlijk goed opnieuw te hooren, dat ook Nederland zijne verdienstelijke muzen-zonen heeft, die, de eenen weten te schep pen, de anderen meesterlijk terug te geven, wat door den meester geschapen is. "Wetrens is een uitmuntende executant, zijn viool volkomen mees ter, de moeilijkheden en technische bezwaren door studie niet meer tellend. Het classieke concert van Beethoven, en de rondo van Yieuxtemps schonken hem gelegenheid in tweërlei richting zijne gaven te doen hooren, en wij moeten ver klaren, dat wij niet zouden weten, aan welke uitvoering wij den palm der overwinning zouden moeten toekennen. Met êeu woord, Wetrens is een degelijk artiste, die ook in het buitenland, tot eer van ons vaderland, zich zal mogen doen hooren." Men leest in de Staatscourant van Zater dag 11. Het bericht, hetwelk de Nieuwe Rotterdam- sche Courant van heden geeft omtrent een schrijven dat de gouverneur-generaal van Ne- derlandsch-Indië zou hebben gericht aan den minister van koloniën is, niet minder dan de vorige berichten van die courant, volstrekt onwaar."

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1867 | | pagina 1