Schrik en ontsteltenis bevingen in den morgen van 6 Dec. de bewoners van de Has- peiwijk te Zevenhuizen, in Groningen, toen zij bij hun ontwaken zagen, dat de woning van de weduwe K. Louwers geheel was verdwenen. Den vorigen avond stond die kleine stulp nog daar, om eene oude vrouw van ruim GO jaren met haar schaap en een kleinen inboedel tegen het gure jaargetijde te beschermen, en dien ochtend was van alles niets meer te vinden dan een hoopje stof en asch. De vlammen hadden in den nacht huisje, vrouw, schaap en verder alles verslonden, zonder iets te sparen en zonder dat iemand het had bemerkt. Daar de oude vrouw gewoon was een heeten steen mede naar bed te nemen, is het mogelijk, dat daardoor de brand is ontstaan. Z. M. heeft de burgemm. van onderscheidene gemm. als zoodanig herbenoemd. Voorts ben. tot burgemm. der gemm. Borger, Mr. J. D. Dibbits; Coevorden, G- H. Woltersom; Diever, S. van Boijen; Ruiner- wold, Mr. J. T. Nijsing; Sleeii, W. J. Boelken. (Deze vijf namen herplaatst tot verbetering eener misstelling); tot burg. der gem. Pur merend, Mr. H. C. Hooft liasselaer, onder toekenning van eerv. ontsl. als burgem. der gem. Westzaantot lid der comm. van adm. over de gevang, te Woerden, Mr. A. M. Pareau, kantonr. aldaar; eerv. ontsl. Mr. J. Kruylf, als auditeur bij den schuttersraad te Delfshaven, en tot aud. bij dien raad benoemd W. A. Rrauss; tot leeraar aau de rijks hoogere burgerschool te 's-Hertogeubosch, E. de Jong, bev. de off, van gez. 3de kl. bij de zeemacht J. Mijers en G. F. Rochat, tot off. van gez. 2de kl. Maandag 23 dezer zal door heeren curatoren onzer hoogeschool, in een der ver trekken van het Academie-gebouw op bet Ra penburg, worden aanbesteedbet maken van de fondeering voor een aanzienlijk gebouw, be stemd voor een Nosocomium Acadeinicum alhier. De Thermometer van Fahrenheit teekende alhier Dinsdag des namiddags te 5 uren 41°, Wind: N. W., des avonds te 8 uren 42°, te 10 uren 42°. Woensdag 's nachts te 12 uren 43°, te 3 uren 44°,'s morgens te 5 uren 44°, te 8 uren 4G°, 's namiddags te 12 uren 46°, te 4 uren 44°. WETENSCHAP EN LETTEREN. Zooals te verwachten was zijn er bij de eerste zittingen der verkooping van de beroemde bi- bliotheek-Enschedé reeds aanzienlijke prijzen be steed N\ 965 //Histoire du monde", een fraai Fransch HS. uit de 15de eeuw, met 59 minia turen, werd voor 3000 aan een Parijsehen boek handelaar toegewezen; N°. 975 //Liber cronica- rum" van H. Schedel, bracht flSO op N°. 1018 //Hystoryes of Froye", een Engelsche druk van 1503, niet minder dan f2000N°. 1079 //Ne- derlandsche Reizen" (een band met oorspronke lijke uitgaven) f 625; N°. 1323 //Breydenbaeh, Peregrinations" f 310; enz. Ook onze Academi sche Bibliotheek heeft eenige niet onbelangrijke aankoopen gedaan. INGEZONDEN. Mijnheer de Redacteur! Ik heb met belangstelling uwe verschillende artikelen over onzen tegenwoordigen toestand ge lezen. Uwe beschouwingen zijn grootendeels ook de mijne. Ik acht het oogenblik ernstig, en zie met angstig verlangen de beslissing te gemoet. Ik zeg met angstig verlangen. Ik ben niet volkomen gerust. Wanneer de koning met anderen raadpleegt, en niet alleen aan den dringenden wensch van wellicht de meerderheid van bet tegenwoordig kabinet het oor leent, ik beu verzekerd', dat genoegzaam allen het ge vaar eener herhaalde ontbinding der kamer krach tig op den voorgrond zullen stellen. De natie heeft nog zoo kort geleden aan de koninklijke roepstem voldaan, het volk beeft eene nieuwe keuze uitgebracht; wat blijft er van vrije volks keuze, als de gekozenen, na zoo kort tijdsver loop, wederom als afgekeurd naar huis worden gezonden Zal dit ontbinden zoolang volhouden, tot alleen de zoodanigen in de kamer zitting nemen, die de tegenwoordige regeering aange naam zijn? Kan zoo iets bij herhaling van Neer- lands volk gevergd worden Ligt dit in den geest der grondwet Daarenboven, droeg niet reeds bij zijne optreding dit ministerie de kie ming der ontbinding in zich Waren de onguns tige oordeelvellingen over de ministers van buiten- landsche zaken en van financiën niet vrij alge meen. Is de partij die de bekwaamheden van den mi nister van financiën roemt, niet al uiterst klein Ziet, wat een kunsten het regeeringsblad aan wendt; let er op hoe petitiën worden uitgelokt en overal op weinig zelfstandige dagbladen ge werkt! Hoe onvoorzichtig is daarenboven het ijveren voor ontbinding der kamer: waar lijk die het wel met het vorstenhuis meent, waarschuwe den koning ernstig voor dergelijken stap. De gevolgen zijn onberekenbaar, en ernsti ger dan men oppervlakkig denkt! Zoo de ontbinding wordt uitgesproken, is dit boven twijfel, dat de partijen heftiger dan ooit te genover elkander zullen staan, dat aan conci lieeren niet meer kan gedacht worden. 't Zal bij de verkiezingen onverdraagzamer dan ooit toegaan; de regeering, buitenmate aan de groene tafel gehecht, zal nog oneindig meer in vloed trachten uit te oefenen, dan de vorige maal: il y va de sa vie. Wat zullen burgers tegen burgers gaan ijveren wat zullen er vrees lijke partijschappen, den vaderlandschen grond gaan verdeelen! En dan helaas, 't valt niet te ontkennen, is eenmaal 't besluit genomen, de teerling geworpen, dan mag niemand flauw achterblijven. En daarom is 't noodig, zoo die ongelukkige toestand voor Ne derland geboren wordt, dat men zich ten strijde bereide. Daartoe wil ik eenige vragen aan de liberale partij, door uw geëerd dagblad, voorstel len. Beantwoording en terechtwijzing zie ik gaarne en belangstellend te gemoet. Vooreerst: ofschoon ik 't petionneeren in den regel afkeur, vraag ik, of, nu allerlei adressen, door de bemoeiingen van het regeeringsorgaan, (of van eenige leden der regeering) aan den koning schijnen te worden ingediend, van de zijde der liberalen moet worden stil gezeten? Ten tweedeof niet nu reeds de vorming van eene algemeene liberale vereeniging door het gansche land, met afdeelingen zooveel mogelijk, wensche- lijk is? Zou daartoe de hoofdstad niet het initiatief moeten nemen Er zijn daar vele onaf hankelijke eerlijke voorstanders van liberale be ginselen. Zoo die zich eens aan het hoofd stel den en met een fiksch programma voor den dag kwamen. Als eenmaal de strijd daar is, il fa ut payer de sa personae. 't Zal gel den de bij de grondwet gewaarborgde vrijheden, 't zal loopen over s'volks dure rechten en be langen. Onze koloniën, onze geldmiddelen kunnen gevaar loopen, onze lasten tot ongekende hoogte stijgen. Ziet, hoe reeds in de laatste maanden ons crediet is geschokt! De beurslieden wan trouwen het beheer onzer financiën. Voor ge wichtige aangelegenheden moet gewaakt wor- den. Onverholen moeten de publieke zaken in bijeenkomsten en meetings besproken worden. Wij hadden gaarne anders gewenscht, doch da gen van strijd en onrust, dagen van verdeeld heid kan Nederland te gemoet gaan. Niet, dat wij den uitslag voor de liberale party vree zen, dat zij verremen kan het Nederlandsche volk niet altoos bewerken; de oogen zullen wel open gaanvooruitgang kan op den duur niet onderdrukt worden. Doch daarom bekommert ons de ontbinding, omdat wij eendracht liefhebben, en liever de gehechtheid aan den in vloed van bet vorstenhuis zagen vermeerderen en toenemen, dan verminderen. Wij hopen dat onze vrees ongegrond zal b ken. Wij hechten nog te veel aan de bekwaa heid van den minister van binnenlandsche zak om te kunnen aannemen, dat ook hij tot gevaarlijk middel, tot eene tweede ontbindi" zou willen medewerken. Al ging hij ook van de liberale vlag, wa onder hij vroeger zoo eervol streed, tot het ka der conservatieven over, in hem kan het lib rale beginsel niet zoo verdoofd zijn, dat fc het bezit eener portefeuille boven de rust en eendracht van bet Nederlandsche volk zou stelle Met de plaatsing dezer regelen zal UE zeer verplichten' UEd. Dw. D. Amsterdam, 8 December. Y. BUITENLAND. Belg ie. De heer Decbamps, bisschop va Namen, is tot aartsbisschop van Mechelen be noemd. Duitschland. De Badensche kamer van af gevaardigden heeft in hare zitting van Yrijdag op voorstel van den heer Eckardt, met eenparige stemmen, op 3 na, besloten, om een adres aan den groothertog aan te bieden, ten einde hem te verzoeken, nog gedurende deze zitting van den landdag aan de stenden een wetsontwerp te doen indienen betreffende de invoering van het verplichte burgerlijke huwelijk, en een ander betreffende het opdragen van het houden der boeken van den burgelijken stand aan een bij zonder ambtenaar. Frankrijk. De disciissiën, die in bet wetge vend lichaam over de Duitsehe aangelegenhe den, naar aanleiding der interpellatie van deii heer Jules Farre en anderen gevoerd worden, hebben niet dat gewicht, dat de discussiën over de Romeinsche quaestie heeft gekenmerkt. De heer Thiers heeft weder zijn stokpaardje van het Europeesch evenwicht bereden, terwijl de heer Olievier de nieuwste berichten omtrent de beteekenis van de Duitsehe eenheid voor Frank rijk, van zijn lang verblijf' in Duitschland ver leden zomer, heeft medegebracht. De heer Lan- juinais heeft er op gewezen, dat de politiek der regeering niet genoeg op de toekomst was be rekend, terwijl hij er op aandrong, dat Frank rijk de gevoeligheid der Duitsehe natie zou ontzien, doch aan den anderen kant er voor waken moest, dat eene overwinnende monarchie zich niet te zeer aan Frankrijks grenzen uit breidde. Er is op dit punt geene illusie meer moge lijk de beer Rouher heeft niet tegen den geest der regeering gesproken, toen hij in het wet gevend lichaam verklaarde: //Nooit zal Italië zich van Rome meester makenZelfs zal de rede van den minister van staat gedrukt en overal onder de bevolking van stad en land verspreid worden. Er heerscht een ware triomf in alle gelederen der clericale pers. Dag aan dag krijgt de keizer adressen van hooge geestelijken, om hem geluk te wenschen, dat bij eene zoo krach tige bescherming aan den H. Yader gegeven heeft. En de minister van staat zelf wordt onder dien stortvloed van dankbetuigingen niet vergeten. Frankrijks positie is door die verkla ring van den heer Rouher niet weinig veran derd. De regeering moet zich nu door de clericale partij laten leiden, midden door al de hinder palen en moeilijkheden heen, die zij gehoopt had te zullen kunnen ontwijken door de bijeen komst der conferentie; want dit spreekt vau zelf, dat van deze thans niets meer komt. Blijkens hetgeen in het Italiaansche parle ment door mannen van allerlei kleur en richting gezegd is omtrent de onmisbaarheid van het bezit van Rome, staan de kabinetten van Parijs en Florence nu lijnrecht tegenover elkaar en is de vrees voor een droevig conflict, die men voorbij waande, nu weder zeer rechtmatig ge worden.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1867 | | pagina 2