B U I T E N L A N D.
dier vorming de noodzakelijkheid zou blijken.
Een ander even schitterend bewijs voor de
juistheid van het oordeel onzer ingenieurs, en
dat bovendien door ieder kan worden gecon
stateerd, bestaat in het allengs verdwijnen van
de in de Wester-Schelde gelegen zandbank van
Saaftinge.
Vermoedelijk zullen velen onzer laudge-
nooten reeds lang de ramp vergeten zijn, die
Java in Juni dezes jaars heeft getroffen. Het
Moederland heeft zich niet bijzonder dankbaar
getoond voor de hulp, die, na den laatsten wa
tersnood, uit de koloniën tot ons kwam. Zij,
die zich echter de treurige berichten nog her
inneren, die omtrent de vreeselijke aardbeving
in Middel-Java tot ons zijn gekomen, zullen
thans zeker met belangstelling vernemen, dat de
boekhandelaar C. J. Morel te Samarang heeft
uitgegevenBeknopte beschrijving, met4groote
photograpbieën, van de aardbeving, die het eiland
Java in den ochtend van den lOden Juni 1S67
heeft geteisterd, benevens eenige historische
herinneringen aan den oorsprong van Passar-
Gedée". De bewerker, L. van Laar, heeft alle
publieke verslagen nauwkeurig onderzocht en
zich met geloofwaardige personen in alle resi-
dentiën in correspondentie gesteld. Moge al de
hoofdinhoud zijner mededeelingen ons bekend
zijn, zijn verhaal bevat een aantal bijzonderhe
den, die tot dusverre uit de dagbladen niet be
kend waren. Vooral de photographieën, die ge
trouwe afbeeldingen geven van het achterste
gedeelte van het fort, van het voor- en middel
gedeelte van het Chineesche kamp te Djocjocarta
en van Passar-Gedée, verdienen vooral opmer
king. "Wij vestigen vooral de aandacht op deze
uitgave, omdat zij plaats heeft ten voordeele
van de meest ongelukkige slachtoffers der ramp.
Tot lid van de kamer van koophandel te
Utrecht is met 74 van de 86 uitgebrachte
stemmen verkozen de heer J. Jongeneel.
De berichten omtrent den gezondheids
toestand van den commissaris des konings in
Drenthe, Mr. H. M. Asch van Wijck, luiden
zeer ongunstig.
Men meldt uit Almelo, dat de Twent-
sche handelsbeurs thans voor het publiek is
opengesteld.
Het landgoed Beekhuyzen, bij Arnhem,
is naar men verzekert verkocht voor een mil-
lioen gulden, in vier jaren te betalen.
Op de tentoonstelling te Parijs was ook
eene afdeeling, waarin onder de gemeenschap
pelijke vlag van het Roode Kruis op witten
grond allerlei voorwerpen waren saamgebracht,
geschikt tot hulp en verpleging van gewonde
krijgslieden. Overeenkomstig eene circulaire,
door Frankrijk wijd en zijd verspreid, hadden
alle comite's, die zich tot hetzelfde doel in an
dere landen gevormd haddenzich beijverd alles
in te' zenden, wat geacht kon worden hiertoe
te behooren. Nederland was niet vertegen
woordigd. Wel was ook tot ons de circulaire
gekomen, doch het antwoord, in het buiten
land publiek gemaakt, moest zijn: //Er bestaat
geen Nederlandsch comité; wij hopen alleen dat
Nederland niet achterlijk zal blijven op den
weg van menschelijkheid en philanthropic, waarop
zoovele natiën reeds zijn voorgegaan."
Men zal zich nog wel herinneren, welk eene
sensatie in geheel Europa voor weinige jaren
werd teweeggebracht door //Un souvenir de
Solferino" van den Geneefschen burger Henri
Dunant. Het riep menschenvrienden op in alle
landen tot het vormen van vereenigingenten
einde het lijden te verzachten van de strijders,
die de slachtoffers worden van den krijg. Aan
den officier van gezondheid Dr. Basting komt
de eer van het eer3t op dit geschrift in ons
land door eene vertaling de aandacht gevestigd
te hebben. Hij noodigde alle belangstellenden
uit, om met hem in Sept. 1863 het congres te
Berlijn bij te wonen, waar ook dit onderwerp
besproken zou worden. Hij ging echter uit ons
land alleen. Op het in Oct. daarop gevolgde
congres te Genève, dat uitsluitend voor dit be
lang was bijeengeroepen, was hij tegenwoordig
met den oud-officier onzer zeemacht Van de
Yelde. Yan dat congres gaf Basting verslag in
//Eene roepstem tot mijn vaderland," die echter
onverhoord bleef. Toen vatte de generaal Knoop
de pen op en schetste het congres van Ge
nève" nog eensom sympathie voor deze zaak
op te wekken. //Het zou eene schande voor Ne
derland zijn," zeide hij; //het land dat zich
zoo vaak verheft op zijne zedelijkheidop zijne
menschenliefdeop zijne zucht tot weldoen."
Toch gelukte het niet hier te lande een comité
te vestigen.
In 1865 zonden 12 regeeringen hare gevolmach
tigden naar Genève. Zij sloten den 22sten Aug.
eene conventie, waartoe achtereenvolgens alle
regeeringen van Europa toetraden. Door dat
tractaat heeft de vrije en veilige uitoefening
van menschlievend hulpbetoon op alle oorlogs-
tooneelen de sanctie verkregen van het vol
kenrecht. De koning der Nederlanden behoorde
onder de eerste oqderteekenaars van dit verdrag.
Ook hierdoor schenen bij ons de gemoederen
nog niet te ontwaken. Thans is bij koninklijk
besluit van 19 Juli dezes jaars een hoofdbestuur
benoemd, in afwachting dat zich eindelijk
in de voornaamste steden comité's zullen vor
men. Het eenige dat wij meenen te moeten
doen om de belangstelling voor dit voortreffelijk
doel ook hier op te wekkenisdat wij met na
druk de aandacht vestigen op eene pas versche
nen belangrijke brochure van den oud-minister
J. Bosschavoorzitter van het hoofd-comité der
Nederl. vereeniging tot het verleenen van hulp
aan zieke en gewonde krijgslieden in tijd van
oorlog, getiteld: //Het Roode Kruis. 's-Hage
Gebr. Yan Cleef.
Z. M. heeft benoemd bij het wapen der inf. tot
majoor den kapit. L. Mulder, en hem tevens op
zijn verzoek eervol ontslag verleend; op non-acti
viteit gesteld den luit.-kol. J. L. E. Juta, van
het 7de reg. inf., op zijn verzoek.
Dn Thermometer van Fahrenheit teekende alhier Vrij
dag des namiddags te 5 uren 44°, Wind: Z. W des avonds te
8 nren 40°, te 10 aren 38°. Zaterdag morgen te 5 uren 38°,
te 8 uren 38°, 's middags te 12 uren 40°, te 4 uren
37°, Z.
Belgie. In de zitting der kamer van volks
vertegenwoordigers heeft de heer Rogier giste
ren in antwoord op eene vraag des heeren
Coomans gezegd, dat het gouvernement nog
geene beslissing heeft genomen betrekkelijk de
uitnoodiging tot bijwoning der conferentie. Op
eene andere vraag des heeren Coomans ant
woordde de minister, dat hij niet ongeneigd is,
om diplomatieke betrekkingen met Juarez aan
te knoopen.
"YYoensdag was in de Belgische kamer van
afgevaardigden eene interpellatie van den Ant-
werpschen afgevaardigde d'Hane aan de orde,
bij welke de minister Rogier zijn beleid heeft
verdedigd. Nadat deze ten slotte verklaard had,
dat hij, hoezeer ook overtuigd van de noodza
kelijkheid eener goede verstandhouding met Ne
derland, daaraan toch nooit den voorspoed en
de eer des lands zou opofferen, was ieder te
vreden en werd de sluiting der interpellatie
met acclamatie der vergadering besloten. Dat
sommige kamerleden de quaestie van een oorlog
tusscben België en Nederland te sprake brach
ten, spreekt van zelf. Niet onaardig zeide de heer
Thonissen, toen hij wees op den toestand van
Europa//Men moet niet vergeten, dat een
oorlog tusschen België en Nederland ons aan
den spot van geheel Europa zou bloot stellen.
Dat zou er veel van hebben alsof schapen gin
gen vechten in tegenwoordigheid der wolven."
Pruisen. Men verzekert dat de regeering
ter zake der conferentie haar standpunt niet
heeft verlaten; zij verlangt nog steeds, alvorens
een besluit te nemen omtrent het zenden vai
een vertegenwoordiger voor de conferentie, dai
een programma worde medegedeeld en kennis
gegeven van de positie, welke Italië en di
H. Stoel daarbij zullen innemen.
Oostenrijk. Uit Praag wordt getelegrapheerd
dat in Bohemen een zoo hevige sueeuwstorn
heeft geheerscht, dat op den spoorweg Turnau
Reichenberg het verkeer sedert Zondag-voor
middag 'onmogelijk is en de passagiers verplicht
zijn zich van sleden te bedienenhet verkeei
is op den spoorweg Bindweis-Linz insgelijks ge
staakt.
Frankrijk. Omtrent het bijeenkomen dei
conferentie loopen de berichten nog steeds uit
een. Zoo verzekerde men eergisteren te Parijs,
dat alle mogendheden waren toegetreden, met
uitzonderiug alleen van Engelanden gisteren
zeide men, dat ook Zwitserland en België be
denkingen zouden gemaakt hebben Daarente
gen bericht weder de //Kreuzzeitung," dat, behalve
Oostenrijk, geene groote mogendheid tot noj
toe beloofd heeft aan de conferentie deel te
nemen; dat Engeland en Rusland hun vroeger
standpunt blijven handhaven, en dat Pruisen zijn
besluit heeft voorbehouden en het antwoord
afwacht, hetwelk gegeven zal worden op de
voorloopige vragen, die het gesteld heeft na
de ontvangst der uitnoodiging. De overige re
geeringen zouden geene of ontwijkende antwoor
den gegeven hebben. Alleen schijnt men met zeker
heid te kunnen zeggen, dat de groothertogelijke
Hessische regeering de uitnoodiging tot de confe
rentie onvoorwaardelijk heeft aangenomen. Alzoo
heeft die regeering, welke slechts voor een deel van
haar grondgebied tot den Noord-Duitschen bond
behoort, de uitnoodiging niet aan het bonds
praesidium gerenvoyeerd, gelijk men in Pruisen
gewenscht had.
Eergisteren hebben in het wetg. lichaam de
interpellatiën plaats gehad van de heeren d'Aude
laire en Des Rotours. De eerste had ten doel,
de noodzakelijkheid te betoogen der indiening
van een ontwerp van wet tot afschaffing van
de opcenten op de vreemde granen. De tweede,
van de regeering te vragen het vrij vervoer
van granen en levensmiddelen gedurende de
tegenwoordige duurte. De minister van koop
handel, de heer Forcade, heeft beide spreker;
geantwoord en verklaard, dat hét gouvernement
zich onthouden zal van alle inmenging in den
graanhandel, hetzij direct of indirect. Hiermede
zijn de interpellatiën afgeloopen. Yerder is me
dedeeling gedaan van het decreet des keizers,
waarbij den heer De Moustier wordt opgedra
gen het gouvernement te vertegenwoordigen in
de discussie over de Duitsche aangelegenheden
en de tweede expeditie naar Rome. "Wederom
was in de vergadering sprake vau het aftreden
van den heer Haussmann als prefect der Seine.
Gisteren heeft, gelijk was aangekondigd,
in den senaat deze interpellatie betreffende Romer011
en Italië plaats gehad. De heer Ch. Dupin, de 11
interpellant, dankte den keizer voor den steun
dien hij aan het pausdom heeft gegeven. Het
is in het belang van Frankrijk, zeide hij, om
het katholicisme, dat door de revolutie bedreigd
wordt, te beschermen. De kardinaal Bonnechose
beschuldigde Italië van verraad en gaf het ver
langen te kennen, dat Frankrijk alleen dén
zijne troepen zou terugtrekken, als de veilig
heid van het wereldlijk gezag des pausen vol
doende gewaarborgd zal zijn. Hij achtte het
wereldlijk gezag van den Heiligen Stoel nood
zakelijk voor het behoud van diens geestelijke
macht, en de katholieken zullen nimmer dul
den, dat de paus op het Yaticaan zetelt en de
koning van Italië op het Kapitool. De kardi
naai Donnet viel de staatkunde van Italië aai
en drong er op aan, dat het votum, waarbi
Rome tot hoofdstad van Italië werd verklaard
zou herroepen worden. Hij zeide ten slotte, met
vertrouwen het votum van den eenaatéaf te wach
ten, die de beteekenis der expeditie naar Rome
//I
wei
ken
21)
ma:
ziel
2
scht
wol
3
begi
4
begi
E
i
leeli
ïoofi
tukl
Fi
oofi
nde
ezei
are
ens<
;el
utte
ruis
et e
j* it Zi
ven
•en
nisi