beklagen en maait bij wat hij gezaaid heeft. De samen stelling van den senaat is z ij n werkin dat lichaam werd, behoudens eene enkele uitzondering, niemand benoemd, die niet trouw was aan de begrippen, wier onhoudbaarheid de keizer nu zelf begint in te zien. En voor het wetgevend lichaam bad hij steeds de officieele candidaten gereed, die hand aan hand met de senatoren konden jraan. Goed beschouwd, blijven al die mannen in het karakter hunner rol. Als men jaren lang eene les, en niets dan die les, na ijverige studie, heeft opgedreund, gaat het niet ge makkelijk zich eene nieuwe eigen te maken. De woorden, door den minister van binnenlandsche zaken, na de verwerping van de begrooting van buitenlandsche zaken in de Tweede Kamer voorgelezen, vangen aldus aan De stemming over het derde hoofdstuk der staatsbe- grooting, in verband met de voorafgegane discussie, kan wel niet anders worden opgevat dan als eene afkeuring van het regeeringsbeleid omtrent het behoud van den vrede en de losmaking van Limburg van Duitschland." //Het regeeringsbeleid omtrent," wat wil dat zeggen? Duidelijk is het niet. Beteekent het: dat het beleid der regeering, waardoor verkregen werd het behoud van den vrede en de losmaking van Limburg, werd afgekeurd dan zou het voorzeker wezen eene onjuistheid (parlementair uitgedrukt). Beteekent het daarentegen, dat de handelingen der regeering, tijdens de verwikkelingen in Duitschland en bij het ontstaan van de spanning tusschen Pruisen en Frankrijk over Luxemburg, niet werden goedgekeurd dan is het de waarheid. Evenwel, dat //behoud van den vrede" is eene zon derlinge uitdrukking. Wij hebben gehoord, van graaf Van Zuylen zelf, dat een hooggeplaatst persoon hem heeft doen toevoegen: //vous avez sauvé la paix de l'Europe;" maar wij wisten niet dat dit nu moet worden opgevat als een historisch feit, wij dachten niet dat werkelijk onze minister van buitenlandsche zaken den Europeeschen vrede behouden had. Indien dit zoo is, dan was, naar ons oordeel, de beschei denheid van graaf Van Zuylen te groot, want dan had hij het aan de Kamer moeten bewijzen, en zich niet moe ten bepalen tot het louter aanhalen van een anoniem gezegde. Wij vreezen dat er onder dat//regeeringsbeleid omtrent" iets zou kunnen schuilen bijv. een verwijt aan de op positie in de Kamer, dat zij het behoud van den vrede en de losmaking van Limburg van Duitschland uit partijbe lang afkeurde. Wij hebben echter nog een te goeden dunk van het gezond volksverstand, om te kunnen gelooven, dat zulk eene bedoeling ooit ingang zou vinden. BINNENLAND. LEIDEN, 27 November. De merkwaardigste feiten in de zitting der Tweede Kamer van gisteren, buiten den afloop der stemming over hoofdstuk III, is geweest de aanneming van twee door den minister van buitenlandsche zaken sterk bestreden amendementen, alsde wegschrapping van de begrooting der som van f 8800 tot herstelling der Zuid-Duitsche mis siën (amendement-Dumbar) met 49 tegen 24, en de weg neming eener som van f 2000 voor bureau-kosten van een consul te Berlijn (amendement-Blom) met 45 tegen 29 stemmen. Zeepzieders te Leiden, Gouda en Utrecht hebben zich bij adres tot de Tweede Kamer der Staten-Generaal ge wend, om hunne bezwaren te doen kennen tegen de hef fing van den accijns op de zeep. Een der officieren van het Nederlandsche leger schijnt deel te zullen nemen aan de Engelsche expeditie tegen ko ning Theodorus van Abyssinië. De N. Rott. Courant vestigt de aandacht van het pu bliek op eene soort van felicitatie-biljetten, geheel inge richt in den vorm van Nederlandsche bankbiljetten. Indien men die biljetten éen voor een aandachtig beschouwt en den inhoud leest, is bedrog onmogelijkmaar wanneer men er niet op verdacht is of wanneer een zoodanig biljet te gelijk met andere in betaling wordt gegeven, loopt men gevaar misleid te worden. Te Amsterdam zijn een aantal winkeliers gestraft, omdat zij in hunne winkels van de oude el gebruik maak ten al de oude ellen, zelfs die waarop de oude maat slechts was aangeteekend, werden in beslag genomen. De commissie uit den Raad der stad A msterdam heeft eenparig het voorstel verworpen, dat haar door de Kanaal-maatschappij was toegezonden. Zij geeft in beden king, het Rijk te verzoeken, de zaak over te nemen en het werk te voltooien en in dat geval aan te bieden eene bij- J drage van Amsterdam van drie millioen. Men leest in //de Wekker", weekblad voor onder wijs en schoolwezen, de volgende waarschuwing van den oud-schoolopziener Heringa: //Een Duitsch geneesheer heeft dezer dagen de oogeu i van 10,000 schoolkinderen onderzocht, waarvan het resul- taat was, dat hij daaronder 1730 ontdekte als bijziende, dat zij niet waren toen zij ter school kwamen. Hij schrijft het ontstaan van dit gebrek toe aan verkeerde plaatsing van borden en banken en den dichten druk van school boeken." De afgevaardigde, Brasseur heeft eene aanklacht we gens laster ingediend tegen den minister van Luxem burg, baron De Tornaco. Deze zaak werd den 21sten bij de rechtbank van politie behandeld. De vertegenwoordi gers van den minister voerden aan, dat deze zaak, als be treffende den heer De Tornaco als minister, slechts door het hof van appèl kon worden behandeld; het openbaar ministerie verklaarde de rechtbank van politie echter be voegd, om in deze uitspraak te doen. Een vonnis is nog niet geveld. Z. M. heeft benoemd tot ontv. der dir. bel. en ace. te Hijnum (Fries- land) den beer J. Troelstra, comm. bij de directie te Groningen; tot rechter in de arr.-recbtb. te Appingadam Mr J. R. van Iddekinge; tot not te Hulst, in plaats van Mr. F. van Deinse, Mr. J. G. van Deinse. De Thermometer van Fahrenheit teekende alhier Dinsdag des uamid- dags te 5 uren 45°, Wind: W., des avonds te 8 uren 4S°, te 10 uren 41°. Woensdag morgen te 5 uren 42°, te 8 uren 44°, N. W., 's middagste 12 uren 49°, W., te 4 uren 42°. TOONEELNIETJWS. Het blijspel l'Avonturière" van Emile Augier, in het Hollandsch De gelukzoekster", werd hier eergisteren door de Rotterdamsche toonee- listeu opgevoerd. In dit stuk wordt, evenals in La dame aux Camelias" van Alex. Dumas fils, de sympathie der toeschouwers opgewekt voor eene vrouw van dubbelzinuige reputatie. Zulke onderwerpen, die vooral voor Fransche schrijvers veel aantrekkelijkheid hebben, zijn van een moreel standpunt zeker niet te verdedigen. Emile Augier heeft evenwel van zijne Donna Clorinda geene heilige maar alleen eene berouwhebbende zondares gemaakt. Niettemin worden de brave en rechtvaardige lieden toch aan het einde van het stuk in het ongelijk gesteld, en maakt Fabritins, die door zijne listen de arme Clorinda overwounen heeft, zoowel voor zich zeiven als voor den toeschouwer een treurig figuur. Op den keper be schouwd zijn berouw en eergevoel bij de gelukzoekster toch vaneen zeer twijfelachtig gehalte, want als zij werkelijk jegens den ouden Monte- Prado oprecht ware gezind geweest, dan had zij hem niet om een vreemden prins moeten verlaten. Haar gedrag kan door niets verontschuldigd worden, zelfs niet door de harde bejegening van Celia. Met deze opmerkingen willen wij eehter de voorstelling van gisterenavond niet veroordeelen. In tegendeel, het stuk bevat schoone en treffende passages genoeg om de op voering te rechtvaardigen. Het «lot heeft waarschijnlijk velen niet bevre digd, maar had toch onder de gegeven omstandigheden niet anders kunnen wezen. Mw. SandrockTen Hagen heeft de rol van Donna Clorinda zeer goed opgevat en speelde meestal natuurlijk en met groote gematigd heid. Slechts enkele malen merkten wij weder eenige overdrijving op. De heer Albregt was een uitmuntende Don Hannibal. Vooral onderscheidde hij zich zeer in de scène aan tafel, waar hij Fabritius dronken wil maken en juist zelf dronken wordt. De langzame overgang tot dronkenschap was hoogst natuurlijk, en de klip van ruwheid of gemeenheid werd zorgvul dig vermeden. Ook de overige vertooners zooalsMw. Fuchs, en de hee- ren Moor en Van Ollefen verdienden aller goedkeuring. Het nastukje De terugkomst van den schipbreukeling" werd luide toe gejuicht. Ofschoon de intrige wat onnatuurlijk is, mag het toch recht vermakelijk heeten, en om niet te lachen, moest men al heel droevig ge stemd zijn. Al de vertooners speelden goed maar vooral had de heer Al bregt als Jonas veel deel in het succes. Hierbij denken wij natuurlijk aan zijn allerkluchtigst spel, toen hij zich herinnerde dat acht en vier geen zestien maar twaalf is. Geen .wonder dat de toejuichingen toen zeer luidruchtig waren! BUITENLA N D. Frankrijk. Wij schijnen de conferentie iets nader te komen. De moeilijkste stap schijnt reeds gedaan te zijn, de stap van den paus. Yoor eenige dagen was het nog maar een gerucht, doch de Fransche bladen //la Patrie" en //le France" hebben bevestigd, dat de H. Vader er in heeft toegestemd de conferentie bij te wonenmen zegt zelfs, dat kardinaal Antonelli geene enkele voorwaarde ge steld heeft. De Temps meent, dat deze paus zal verklaren het //non possumus" te moeten handhaven, doch dat hij zijn opvolger niet zal trachten te binden. Italië schijnt zijne toetreding nog niet officieel te heb ben aangekondigd, Zweden en Portugal wel. Ook moet

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1867 | | pagina 2