N°. 2394.
Donderdag
A". 1867.
28 November.
Prijs dezer Courant.
Deze Courant wordt dagelijks, met uit
zondering van Zon- en Feestdagen,
uitgegeven.
Prijs der Advertentiëu.
ABBLAD.
Voor Leiden, per 3 maanden/1.95.
Franco per post „2 80.
Afzonderlijke Nommers0.03.
Van 1-6 regels 0.75iedere regel meer ƒ0.12*.
Geboorte-, huwelijks- en doodberichten van
1-4 regels ƒ0.90; iedere regel meer 0.15.
Het bericht dat de begrooting van buitenlandsche zaken
verworpen is en dat het geheele ministerie dientenge
volge heeft besloten den koning ontslag te vragen, moge
met verdeelde gevoelens in Nederland vernomen zijn, toch
zeker wel met vrij onverdeelde verrassing. Drie of vier
dagen geleden waren er maar weinigen, die dergelijk resul
taat verwachtten, en onder die weinigen behoorden zeker
niet de leden van het ministerie, getuige de toon waarop
de minister van buitenlandsche zaken tegenover de Kamer
discussie voerde. Het incident van de brieven, door den
heer Geertsema in de vergadering gebracht, heeft blijk
baar het lot van de regeering beslist, door de rijen dei-
oppositie, welker vijandig votum reeds vroeger vaststond,
te versterken met eenige leden, die de houding van den
minister van buitenlandsche zaken tegenover zijnen ambts
voorganger wilden veroordeelen. De brief door dien ambts
voorganger zeiven aan den voorzitter der Kamer gericht
en bij het openen der zitting van gisteren voorgelezen,
gaf den genadeslag daar hij de beschuldigingen omverwierp,
welke de minister Heemskerk daags te voren tegen den heer
Cremers had aangevoerd.
Het tegenwoordig oogenblik is allerminst geschikt om
de gevolgen te meten van het gewichtig feit, dat gisteren
is voorgekomen. Met eene enkele opmerking willen wij
dan ook voor heden volstaan. Toen eenige dagen geleden
de heer Keuchenius die ten slotte voor het budget
stemde opnieuw de kamer-ontbinding ter sprake
bracht, antwoordde de minister Yan ZuylenHoe kunt
gij telkens op dit onderwerp terugkomenheeft dan de
uitkomst niet geleerd dat wij goed hebhen gezien Goed
gezien? Was uw doel dan niet een nauw aaneengesloten
Kamer voor het aangezicht der regeering terug te brengen
En zie, bij de eerste groote proef die genomen wordt,
splitst zich die Kamer in twee gelijke helften, elk uit al
lerlei heterogene fractiën samengesteld. Goed gezien? Was
het doel dan niet vrede te stichten, en heeft niet van den
eersten dag tot den laatsten bitterheid alle discussiën ge
kenmerkt, bitterheid bij de regeering en bitterheid bij de
Kamer? Zoo min op politiek terrein als op eenig ander
gebied kan het natuurlijk causaliteitsverband worden weg
genomen. Wat in storm was geboren moest vroeger of
later in storm weer ondergaan.
En nu? Onze treurige politieke toestand wordt mis
schien nog het best omschreven in deze eenvoudige
woorden: //alles is mogelijk en niets is waarschijnlijk."
DE FRANSCHE TROONREDE.
Daar, waar de keizer over de binnenlandsche aangele
genheden begint, neemt hij de algemeene tentoonstelling
te baat, om op behendige wijze zijne ingenomenheid met eene
liberale handelswetgeving te kennen te geven, en het moet
erkend worden, dat hij reeds menige bres in het protectio
nistische handelsstelsel heeft gemaakt, zonder in dit opzicht
terug te deinzen voor den hardnekkigen tegenstand van tal
van invloedrijke industrieelendie in dat régime, zoo al
niet het welzijn des lands, dan toch hun persoonlijk heil
zagen.
De legerorganisatie zal opnieuw bij de Kamers worden
Slot van ons artikel van eergisteren.
ingediend, doch gewijzigd. De keizer aarzelt niet te verkla
ren, dat het vorige ontwerp te absoluut is geacht en hij
heeft dus gemeend deze aangelegenheden aan een .nieuw
onderzoek te onderwerpen. Het zal nu moeten blijken, of
hij inderdaad genoeg van de ingenomenheid met zijn troe
telkind heeft laten vallen, om het nieuwe ontwerp aan
neembaar te maken. De oppositie tegen de oorspronkelijke
voordracht was zoo algemeen, dat zij geheel iets nieuws
was voor het keizerschap.
De wetten, die het uitvloeisel moeten zijn van de decre
ten van 19 Januari, zijn in de vorige zitting onafgedaan
gebleven en dientengevolge is deze zitting vroeger dan ge
woonlijk geopend. Men weet, dat in die ontwerpen zoowel
het recht van vereeniging als het régime op de drukpers
wettelijk geregeld worden, zoodat deze aangelegenheden aan
de administratieve rechtsmacht en aan de willekeur der
prefecten worden onttrokken. Dat is inderdaad reeds een
vooruitgang, maar hij die daarin le couronnement
de 1'edifice wil zien, is al te modest in zijne wenschen,
en overmaat van zedigheid deugt evenmin als overmaat
van stoutheid. De bedoelde aangelegenheden worden bo
vendien in de bekende ontwerpen op zeer bekrompene wijze
geregeld, en toch verklaart de keizer met ophef in de troon
rede, dat hij de ontwerpen gestand doet, waartoe hij in
Januari het initiatief had genomen. De tijd die sedert ver
vlogen is, heeft zijne overtuiging omtrent het nut dier
hervormingen niet gewijzigd. Wel zal de uitoefening der
nieuwe vrijheden de gemoederen aan gevaarlijke excitaties
en vervoeringen blootstellen, maar de keizer rekent, om
ze krachteloos te maken, op het gezond verstand der natie,
op den vooruitgang der zeden, op de kracht der repressie,
op de energie en op het gezag van het bewind.
Ziedaar een en ander wat de liberale oppositie zeker met
verrassing vernomen zal hebben. Doch de keizer heeft die
woorden ook niet tot haar gericht. Er is in het wetgevend
lichaam eene zeer groote partij, voor wie deze hervormin
gen veel te ver gaan, en deze heeft al haar invloed aan
gewend om de ontwerpen te doen vallen of den keizer van
zijne voornemens af te brengen. (Yan den senaat spreken
wij niet, daar bestaan hoe gelukkig niet waar geene
partijen; dat lichaam heeft als éen man aan alles wat naar
vrijzinnigheid zweemt een doodelijken haat gezworen.) Ge
durende de vorige zitting heeft zich zelfs onder de afge
vaardigden een club van ultra-Bonapartisten gevormd, die
geregeld bijeenkomsten hield om eenheid in den verstrooi
den tegenstand te brengen en om Frankrijk, zoo mogelijk,
terug te voeren tot de periode, toen l'Espinasse minister
van binnenlandsche zaken was. Tot hen nu is het dat
de keizer de bovenstaande toespraak heeft gericht en hij
heeft het hierbij zelfs niet gelaten. Aan het slot geeft hij
de hoop te kennen, dat de kamers de wetten zullen aan
nemen, die bij haar zullen worden ingediend. Onder dien
verzachtenden vorm maant hij haar op weinig constitu-
tioneele wijze aan, om goed te keuren wat ten vorigen
jare onafgedaan is gebleven, en de liberale oppositie zal
dus bij slot van rekening verheugd mogen zijn, als de wet
op het recht van vereeniging en die op de drukperpfiTSi^"
bekrompen ze ook zijn mogen, geen schipbreuk z.ullen lij?
den of ongedeerd uit het debat zullen te voorschgn komen.
Zoo de beide wetten echter vallen want [het blijkt
nu dat ze den keizer ernst zijn dan kan hij''zich niet