Woensdag Prijs dezer Couran SDeze Courant wordt dagelijks, met uit zondering van Zon- en •Feestdagen, uitgegeven, Prijs der Advertentiëu. Spoortreinen van Leiden naar 's-Gravenhage Helft, Schiedam en Rotterdam: te 8 u. 10 m.; 10 u. 10 m.; 12 u. 42 m.; 3 u. 35 m Postbusliehtingen: (Lakenhal, Katoenfabviek en Nieuwstraat) 7 u. 45 m., 10 u. 45 ra.; 3 n. 35 ra.; 7 u. 35 m. en op Zondag 10 u. Rijkstelegraaf van S uren 'sin. tot 9 uren 'sav. Spoorwegtelegraaf van 7 u. 'sm. tot 10 u. 30 m. 'sav. Gemeentebestuur. Burgemeester en WethoudersMaaudag en Donderdag te 11 uren. Commissie van Fabricage, Woensdag te 12. BurgemeesterDinsdag, Woensdag, Vrijdag en Zaterdag te 11. Presid. der Comm. van Fabricage Zaterdag van 111. Plaatselijke Secre tarievau 10—4. Thesaurie, van 92; Zaterdag van 912. f)e Gemeente-architect is te spreken op het Raadhuis, van 121. Kantoor der In- eu Uitg. Rechten en Accijnzen van 9—1 en van 36 uren; van's Rijks Dir. Belastingen, Maandag, Dinsdag, Woensdag en Donderdag vau 92; van Zegel en Registratie van 84van de Hypoth. en het Kadaster van 9—4. Leiden29 October. LEIDSGH DAGBLAD. Voor Leiden, per 3 maandenƒ1.95. Franco per post 2.S0. Afzonderlijke Nommers0.1)5. Van 1-6 regels 0.75; iedere regel meer 0.12s. Geboorte-, huwelijks- eu doodberichten van 1-4 regels ƒ0.90; iedere regel meer 0.16. 6 u. 9 in.: S u. 35 m.; 9 n. 37 m.; naar Haarlem eu Amsterdam: te 8 u 45 ra.; 11 u. 45 m.; 2 n. 41 m.; 4 u. 56 m.; 7 u. 35 m.; 9 u. 34 ui. Atoomboot Volharding van Leiden (Haven) naar Amsterdam: Maandag ochtend te 4 u., overige dagen te 5 u.; van Amsterdam (Binnen- Amstel) naar Leiden: Maandag-nam. te 1 u., overige dagen 's nam. te 2 u. Zondags buiten dienst. Van Leiden naar Gouda: dagelijks voorrn. 7 u. 15 m. Donderdag voorm. 6 u. 15 ra. Vau Gouda naar Leiden: Dagelijks nam. te 3 u. Zondags buiten dienst. 35 m. eu 3 u. 35 ra. O.-T. Landpost. 9, 16 eu 25. W.-I. Mail 14 en voorlaatsten van elke maand. Koning Victor Emmanuel heeft dan ook teu slotte de derde zijner aan Frankrijk gedane beloften vervuld en eene proclamatie aan het volk uitgevaardigdhet publiek, dat in deu laatsten tijd wel eens op het punt stond dien vorst te bespotten of te beklagen, die geslingerd werd tusschen de bedreigingen van Frankrijk en de eiscben der natie, tusschen Ratazzi's, Cialdini's en Menabrea's, bet publiek weet nu, wat hij wil. Ach neen, nog niet. Men weet een voudig wat de koning niet wil. Met veel ophef wordtin een lange reeks van volzinnen verkondigd, dat de leuze, die geschreven staat op den standaard die geplaatst is op het grondgebied dat aan het zijne grenst, nl. ver nietiging van de verheven geestelijke autoriteit van het opperhoofd der katholieke kerk, niet die des konings is". Op zich zelf genomen zegt evenwel die volzin niets want zij gaat uit van eene onwaarheid, dat nl. de insur- genten het gemunt zouden hebben op de geestelijke auto riteit van den paus. Het tegendeel is tot dusverre uit alles gebleken. Maar voor wien tusschen de regels door kan lezen, staat hier eenvoudig dit, en te Florence zal men wel wenschen, dat de natie het begrijpen moge//wat de wereldlijke souvereiniteit des pausen aangaat, daarom trent kon ik wel eens andere gevoelens koesteren." Het is evenals dat een struikroover u heel gemoedelijk toe riep: //Stel u gerust, ik zal niet als een lage moordenaar uw leven eiscben." Hiermede zou hij eenvoudig willen zeg gen: //uw beurs zou ik gaarne bezitten." De gansche proclamatie is trouwens een ontzien van de susceptibiliteit der beidep'ichtingen, die zich in den laatsten tijd hebben doen gelden. De opstand wordt aan den eenen kant met de vreeselijkste kleuren als het grootste onrecht afgeschilderdaan den anderen kant wordt, na het herstel van orde en rust, eene schikking toegezegd, die //in over eenstemming met Frankrijk en overeenkomstig het votum van het parlement tot stand zal komen om aan de groote en belangrijke Romeinsche quaestie een einde te maken." Wat de afloop der zaak bepaald zal wezen, kan men uit die weinige gegevens natuurlijk nog niet opmaken; maar wel is er reeds het een en ander te zeggen omtrent de kansen die het minst of het meest waarschijnlijk ge acht kunnen worden. Een oorlog met Ex-ankrijk, die nog voor slechts weinige dagen met eenige zekerheid kon verwacht worden, be hoeft men, dunkt ons, voor het oogenblik niet te vreezen. Koning Victor Emmanuel wil immers oplossing der quaestie in overeenstemming met Frankrijk. Buitendien zegt men, dat zijne troepen, die reeds op marsch zijn, in last heb ben om te beproeven, of zij zich bij de Fransche troepen kunnen aansluiten. En keizer Napoleon moet van zijne zijde zoozeer met het ministerie Menabrea zijn ingenomen, dat hij zelfs, naar men zegt, vernemende dat het gecon stitueerd was, bevel naar i'oulon heeft gezonden om het eskader niet te laten uitzeilen. Doch dit bevel kwam te laat. Bovendien weiden zoowel de //Constitutionnel" als de //Étendard" in lof uit over de proclamatie en over den vorst, die ze heeft uitgevaardigd. Dat de Garibaldianen, zoo niet door de pauselijken, dan toch door de Eranschen, of door deze met de Italianen vereenigd zullen geslagen worden, kan men als zeker ver onderstellen en dat derhalve niet de opstand, maar latere diplomatieke beraadslagingen de Romeinsche quaestie zul len moeten regelen, lijdt geen twijfel, tenzij de Itali- aansche natie, door de proclamatie niet bevredigd, de kreet van //leve Garibaldi!" niet slechts, zooals tot dusverre geschied is, late volgen door dien van: //weg met den veemden invloed!", maar door den anderen tevens: //weg met het koningschap Het schijnt dat Pruisen zich voorloopig, ten minste officieel, buiten de quaestie houdt. Het kabinet van Ber lijn heeft anders op het oogenblik geen ernstige bezig heden, daar de Noord-Duitsche rijksdag gesloten en ook de bondsraad voor vier weken uiteengegaan is. Of zou de quaestie van het tolverbond met de Zuid-Duitsche staten graaf Von Bismarck bezighouden? Maar hij heeft immers alle voorstellen van prins Hohenlohe, om nieuwe onder handelingen omtrent dit tractaat te openen, afgeslagen. Pruisen wil het nieuwe tolverbond of in het geheel niets. De Zuid-Duitsche staten hebben maar te kiezen. Dat de koning van Pruisen niet twijfelde, of ten slotte zouden ze toch toegeven, ligt misschien in deze woorden zijner troonrede: //slechts voorbijgaande bezwaren staan de rege ling van het tolverbond in den weg." Of zou men daarin zelfs moeten lezen dat hij van sommige dier staten eene nauwere, zelfs eene politieke aansluiting aan den Noord - Duitschen bond voorziet BINNENLAND. LEIDEN, 29 October. Tot adsistent bij de geneeskundige kliniek te Leiden, is aangesteld de heer Dr. J. E. van Iterson J.Azn., ter vervanging van den heer Dr. P. J. Barnouw. Men schrijft ons uit Voorschoten: In deze maand hebben eenige aanrandingen plaats gehad op den openbaren weg tussehen de Vink en de gemeente Veur, zonder dat van de aangerande personen evenwel iets werd ontvreemd of hen verder last werd veroorzaakt. H. M. de koningin zal, naar men verneemt, Maan dag den 4den November a. s. uit Parijs terugkeeren en zich van daar naar het Loo begeven. De minister van oorlog heeft de vergunning, aan officieren en onderofficieren verleend om op het plantsoen te Bergen-op-Zoom te jagen, weder ingetrokken. De minister van binnenlandsche zaken heeft goedge vonden het verbod tot het houden van markten en open bare verkoopingen van rundvee op te heften voor de g©-^, meenten Leerdam en Amersfoort, met ingang den lsten November 1867. De audiëntie van den minister van oorlog /al op Donderdag den 31sten Oct. aanstaande niet plaats Rebben.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1867 | | pagina 1