i\». 2367. Maandag A°. 1867. 28 October. Prijs dezer Courant. >Deze Courant wordt dagelijksmet uit zondering van Zon- en Feestdagen, uitgegeven. Prijs der Advertentiën. Spoortreinen van Leiden) naar 's-GravenhageDelft, Schiedam en Rotterdam: te 8 u. 10 ra.; 10 u. 10 m.; 12 u. 42 m.; 3 u. 35 m.; Postbuslichtingen: (Lakenhal, Katoenfabriek en Nieuwstraat) 7 u. 45 ra., 10 u. 45 m.; 3 u. 35 m.; 7 u. 35 m. en op Zondag 10 u. Rijkstelegraaf van 8 uren 'sm. tot 9 uren 'sav. Spoorwegtelegraaf van 8 u. 'sm. tot 10 u. 30 m. 'sav. Gemeentebestuur. Burgemeester en Wethouders, Maandag en Donderdag te 11 uren. Commissie van Fabricage, Woensdag te 12. BurgemeesterDinsdag, Woensdag, Vrijdag en Zaterdag te 11. Presid. der Comm. van Fabricage Zaterdag van 111. Plaatselijke Secre tarievan 104. Thesaurie, van 92; Zaterdag van 912. De Gemeente-architect is te spreken op het Raadhuis, van 121. Kantoor der In- en Uitg. Rechten en Accijnzen van 91 en van 36 uren; van 's Rijks Dir. Belastingen, Maandag, Dinsdag, Woensdag en Donderdag van 92; van Zegel en Registratie van 84; van de Hypoth. en het Kadaster van 94. Op de begrooting van Leiden voor 1868 is zoo wel het cijfer der geraamde inkomsten als dat van de uitgaven dezer gemeente alweder grooter dan bij de be grooting van het vorige jaar; het eerste is met 6478.716, vermeerderd en beloopt nu 401067.60, het tweede met ƒ5363.066 en bedraagt ƒ400945.17. Dat de meerdere inkomsten bovenal door de verhooging van den hoofdelij- ken omslag gevonden zullen worden, blijkt reeds daaruit, dat deze post op 7400 meer geraamd is en dus nu bijna tot het dubbele is geklommen van hetgeen in 1866 daar voor benoodigd is geweest. Dat dit natuurlijk vooral aan de afschaffing der accijn zen moet worden toegeschreven, weet men sinds lang; de compensatie toch, door het Rijk hiervoor aan de gemeente gegeven door het afstaan van 4/5 van de opbrengst der personeele belasting (hoofdsom en opcenten), die dit jaar ƒ7434.81 meer zal bedragen dan het vorige, is niet vol doende. Het spreekt van zelf dat, nu de lagere volksklassen, die vroeger, toen de accijnzen nog werden geheven, indi rect belasting mede betaalden, hiervan ontheven zijn, de meer gegoeden het verschil moeten bijpassen. Echter mogen ook deze niet vergeten, dat zij hetgeen vroeger door hen in de accijnzen mede betaald werd, in aftrek moeten brengen. Of nu de inkomsten niet nog op eene andere wijze ver hoogd kunnen worden dan door het vermeerderen van den hoofdelijken omslag, zal gewis bij de discussies in den ge meenteraad moeten blijken. Zoo zal gewis het cijfer van de opbrengst der schoolgelden aan de hoogere burger school verhoogd kunnen worden, aangezien bij het vast stellen der begrooting het aantal leerlingen die op 1 Juni 1867 die school bezochten, tot maatstaf is genomen en dit aantal reeds terstond na de vacantie is aangegroeid. In plaats van 7000 zal men voor dien post wel 9000 kun nen vaststellen. Of het cijfer der verpachting van de haardasch, het vuilnis enz. die 3949, dat is meer dan 3/5 minder schijnt op te zullen brengen, niet vermeerderd kan worden, zal mogelijk blijken, wanneer het contract betreffende den afval op de Beestenmarkt met 1° Januari 1868 moet worden vernieuwd. Zouden wij onder de inkomsten, welke te laag geraamd zijn, niet ook de overwinst der gastfabriek mogen reke nen, waarvan jaarlijks zulk een groot gedeelte gebruikt wordt om het kapitaal der stad door geldbelegging te vergrooten In de laatste jaren is die overwinst veel meer geweest dan 50,000, en toch is er voor die post op de begrooting maar weer 25,000 uitgetrokken. Nu is zeker kapitaalbelegging eene uitstekende zaak; daardoor toch verhoogt men het totaalcijfer der renten, vermeerdert men dus de jaarlijksche inkomsten en zorgt men voor de toekomst. Maar onder de uitgaven zijn er vele, die in het vervolg of in het geheel niet of niet in die mate zullen terugkeeren; en is het cijfer der uitgaven op een zeker oogenblik bijzonder groot, dan is het niet meer dan billijk dat men, als het kan, ook de inkomsten van dat oogenblik trachte te vermeerderen. Maar is het mogelijk de lasten der gemeente minder drukkend te maken, dan zal dit toch bovenal door het inkrimpen van verscheidene uitgaven moeten gevonden worden. Misschien wijst iemand ons hierbij aanstonds op de kosten voor het onderwijs, welk cijfer op de begroo ting voor 1868 weder met ƒ10165 is vermeerderd. Doch daargelaten dat in vergelijking met andere steden die kosten nog zeer matig zijn, zoo hebben wij hier slechts te herhalen wat wij dikwijls hebben opgemerkt, dat de ge meente het aan goed degelijk onderwijs niet mag laten ontbreken. Dit zal later zijne vruchten wel afwerpen. Volks verlichting en volksbeschaving kunnen niet anders dan rijkdom en welvaart bevorderen. Voor hoe meer burgers men dit toegankelijk stelt, in zooveel te ruimer kring zal zich ook die welvaart vertoonen. En wordt het aantal ge goede burgers grooter, dan zal ook het aantal belasting schuldigen toenemen en, door verdeeling van dien last, die last voor velen minder drukkend worden. "Wij mogen ook niet voorbij zien, dat een groot deel van die meerdere kosten, voor het onderwijs benoodigd, met name hetgeen vereischt wordt door eene belangrijke verbetering aan de openbare school voor meer uitgebreid lager onderwijs van de 2de klasse voor meisjes en aan de 1ste klasse voor jongens zal gevonden worden door realisatie van een gedeelte van het kapitaal der stad, ten bedrage van ƒ6400. Wij zouden alleen wenschen, dat die maatregel nog meer algemeen werd toegepast en dat de stad haar kapitaal-geld, dat aan inschrijvingen ten laste van het rijk alleen 422,000 bedraagt, dikwijls omzette in een anderen vorm van ka pitaal, wanneer het namelijk uitgaven betreft, waarvan de burgers der toekomst niet minder, ja dikwijls meer genot zullen hebben dan de tijdgenoot. Waarom b. v. het bou wen van eene nieuwe school met woning voor mej. Renssen, dat in de Memorie van toelichting alleen pro memorie vermeld staat, en waarvoor ƒ17,000 vereischt worden, waarom die uitgave nog éen of meer jaren uitgesteld, om haar dan misschien te bestrijden uit de gewone inkomsten, door de burgers in dat bepaalde jaar opgebracht? de zaak niet spoediger gedaan kunnen worden en zojt het H» niet billijker zijn, indien ook hier het kapitaal-gew voudig in kapitaal-huis werd omgezet De tijdgejjö^fcv^.i;. LEIDSGH DAGBLAD. Voor Leiden, per 3 maandenƒ1.95. Franco per post2.80. Afzonderlijke Nommers0.05. Van 1-6 regels 0.75iedere regel meer ƒ0.12'. Geboorte-, huwelijks- en doodberichten van 1-4 regels ƒ0.90; iedere regel meer ƒ0.15. 6 u. 9 m.; 8 u. 35 m.; 9 u. 27 m.; naar Haarlem en Amsterdam: te 8 u. 45 m.; 11 u. 45 m.; 2 u. 41 m.; 4 u. 56 m.; 7 u. 35 m.; 9 u. 34 m. Stoomboot Volharding van Leiden (Haven) naar Amsterdam: Maandag ochtend te 4 u., overige dagen te 5 u.; van Amsterdam (Binnen- Amstel) naar Leiden: Maandag-nam. te 1 u.( overige dagen 'snam. te 2 u. Zondags buiten dienst. Van Leiden naar Gouda: dagelijks voorm. 7 u. 15 m. Donderdag voorm. 6 u. 15 m. Van Gouda naar Leiden: Dagelijks nam. te 3 u. Zondags buiten dienst. 35 m. en 3 u. 35 ra. O.-I. Landpost. 9, 16 en 25. W.-I. Mail 14 en voorlaatsten van elke maand.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1867 | | pagina 1