2361. A0. 1867. 21 October Maandag BINNENLAND. Deze Courant wordt dagelijksmet uit zondering van Zon- en Feestdagen, uitgegeven. Leiden, 19 October. De berichten betreffende de Romeinsche c[uaestie, die dagelijks uit Florence en Parijs, ja zelfs uit Londen ko men, doen voorloopig niets dan het publiek ongeduldig maken. Telkens wordt een beslissende stap aangekondigd, telkens blijkt het, dat eenvoudig het ongeduld der toehoorders een bloot gerucht tot den rang van officieele tijding heeft ver heven. Het is nauwelijks veertien dagen geleden, dat de eerste dépêches uit Weenen en Florence het uitbarsten van den opstand aankondigden, en toch zucht men overal: //reeds veertien dagen en nog niet verder!" Wie zal zich aan die ongeduldigheid ergeren of er zich zelfs over verbazen? Wij zijn er niet meer aan gewend, dat men den duur van een eenvoudigen opstand bij weken telt en dat men langer dan een paar dagen naar den uit slag van zulke verwikkelingen moet raden. Uren hebben tegenwoordig de weken, dagen de jaren van vroeger ver vangen; en er wordt waarlijk eene ongewone mate van verbeeldingskracht vereischt, om zich eene juiste voorstel ling te maken van een opstand, die tachtig jaren geduurd heeft of van oorlogen, die de geschiedenis met den naam van honderdjarige heeft bestempeld. Yroeger was de oorlog een knagende kanker, tegen woordig is hij eene rondwarende epidemie. Vroeger was hij vernielend als eene overstrooming, tegenwoordig is hij het als een stormwind. Sinds die orkaan verleden jaar boven Duitschland gewoed heeft, hebben wij hem in snelle vaart de kusten der Noordzee langs zien trekken, die echter slechts even onder zijn adem hebben getrild. Toen is hij den Oceaan overgestoken, heeft in Mexico een bloedig einde gemaakt aan een ongelukkige monarchie, is daarop in Spanje nedergevallen en bedreigt nu Italië, na even in het voorbijgaan het vredescongres van G-enève te hebben uiteengeblazen. Het is niet te verwonderen, dat het publiek iets van die gejaagdheid van den storm heeft overgenomen en maar zeer weinig belang stelt in die ontelbare kleine schermut selingen bij Bagnorea, Monte-Libretti, Nerola, Monte- Maggiore, Vallecorso, Torri-Alfino enz., enz., in die eeuwige tochten der opstandelingen naar Rome, waaraan nooit een einde schijnt te komen, in die lange artikelen der Fran- sche en Italiaansche bladen, waarin de beide regeeringen aan elkaar laten weten, wat ze waarschijnlijk zullen moe ten doen, terwijl de een het doen zelf aan den ander over laat. Maar den grootsten proef' zal het geduld der toeschou wers nu wel hebben doorgestaan en het is nog alleen de vraag, welke van de loopende geruchten door de feiten definitief zal bevestigd worden. In alle gevallen is door de telegraaf voor zien. Eene interventie van Italië, eene dito van Frankrijk, of wel van beiden te zamen, of ook van al de katholieke mogendheden; de paus gehandhaafd op zijn troon, de paus vluchtende naar Spanje, de paus zijne staten af staande met uitzondering van het gebied der heilige stad ziedaar zoovele eventualiteiten, waarop men ons heeft voorbereid. Vraagt men, welke ons het waarschijnlijkst voorkomt, dan moeten we erkennen, dat ons eene gecom bineerde interventie van Frankrijk en Italië het minst zou verwonderen, ofschoon al weder moet toegegeven worden, dat de aarzelingen van het kabinet van Florence, in weerwil van de bepaalde aanmaningen der officieuze Fransche bladen, niet doen vermoeden, dat er bij het ministerie Ratazzi groote lust bestaat om de September- conventie nog eens te vernieuwen en het wereldlijk gezag van den paus nog eens te handhaven. Kon Frankrijk er evenwel in toestemmen, de gecom bineerde interventie meer te doen zijn dan eenvoudig eene handhaving van het September-verdrag, en wel eene nieuwe regeling der Romeinsche quaestie, waarbij de wereldlijke macht van den paus allengs wat meer werd ingekort, dan zou Italië zich misschien tot de een of andere operatie la ten vinden. Men kan in allen gevalle niet zeggen, dat de Italiaansche regeering zich in deze zaak consequent gedraagt, nu zij met de Garibaldianen weigert of nalaat te doen, wat zij bij Asinalunga met hun bevelhebber gedaan heeft; en of de gansche arrestatie van den generaal niet maar een mid del geweest is om den opstand aan te wakkeren, dit te vermoeden, kan men niemand euvel duiden. Zou niet alleen het wereldlijk, maar ook het geestelijk gezag der Romeinsche curie in gevaar zijn, dit nl. door de opheffing of wijziging van het concordaat met Oosten rijk? Waarschijnlijk zal deze zaak eerst beslist worden, wanneer de keizer te Compiègne zal gejaagd hebben met zijn doorluchtigen cousin van Frankrijk. De geest dei- bevolking schijnt trouwens, vooral door den invloed van het scherpe adres der bisschoppenwelks openbaarmaking door de ontwerpers zelve betreurd wordt, zeer ten gunste van eene liberale herziening gestemd te zijn en de vorst zelf heeft in zijn schrijven aan den kardinaal Rauscher doen voorzien, dat hij zich bovenal als een constitutionneel regent wenscht te gedragen. Gelukkig zijn die woelingen en quaesties van verschil lenden aard ver genoeg van ons verwijderd, om ook de vrees verre te houden, alsof ons een andere rol dan die van toeschouwers zou kunnen gegeven worden; en met België zijn wij op den meest vriendschappelijken voet. Voor zoover er nog een paar kleine bezwaren omtrent de Schelde-quaestie mochten bestaan, kunnen wij, volgens of ficieuze verklaringen, zeker zijn, dat de vervanging van den baron Du Jardin als Belgisch gezant te 's-Hage door den generaal De Beaulieu die gansch en al uit den weg zal helpen ruimen. LEIDEN, 19 October. Naar wij vernemen, hebben in het begin dezp drie personen zich vervoegd aan een der nieu^fe huizen in de Ververstraat, alhier. Twee van hen bleven aan de deur staan, de derde ging naar boven, doch t,6en de vrouw LEIDSCH DAGBLAD. Prijs dezer Courant. Voor Leiden, per 3 maandenƒ1.95. Franco per post 2.80. Afzonderlijke Nommers0.05. Prijs der Advertentiën. Van 1-6 regels 0.75iedere regel meer ƒ0.12'. Geboorte-, huwelijks- en doodberichten van 1-4 regels ƒ0.90; iedere regel meer ƒ0.15. Spoortreinen van Leiden naar 's-GravenhageDelftSchiedam en Rotterdam: te 8 u. 10 in.; 10 u. 10 m.; 12 u. 42 m.; 3 u. 35 m.; 6 u. 9 m.; 8 u. 35 m.; 9 n. 27 m.; naar Haarlem en Amsterdam: te 8 u. 45 m.; 11 u. 45 m.; 2 u. 41 m.; 4 u. 56 m.; 7 u. 35 m.; 9 u. 34 m. Stoomboot Volharding van Leiden (Haven) naar Amsterdam: Maandag ochtend te 4 u., overige dagen te 5 u.; van Amsterdam (Binnen- Amstel) naar Leiden: Maandag-nam. te 1 u., overige dagen 's nam. te 2 u. Zondags buiten dienst. Van Leiden naar Gouda: dagelijks voorm. 7 u. 15 m. Donderdag voorm. 6 u. 15 m. Van Gouda naar Leiden: Dagelijks nam. te 3 u. Zondags buiten dienst. Postbuslichtingen: (Lakenhal, Katoenfabriek en Nieuwstraat) 7 u. 45 m., 10 u. 45 m.; 3 u. 35 m.; 7 u. 35 in. en op Zondag 10 u. 35 m. en 3 u. 35 m. O.-I. Landpost. 9, 16 en 25. W.-I. Mail 14 en voorlaatsten van elke maand. Rijkstelegraaf van 8 uren 'sm. tot 9 uren 'sav. Spoorwegtelegraaf van 8 u. 'sm. tot 10 u. 30 ra. 'sav. Gemeentebestuur. Burgemeester en WethoudersMaandag en Donderdag te 11 uren. Commissie van Fabricage, Woensdag te 12. BurgemeesterDinsdag, Woensdag, Vrijdag en Zaterdag te 11. Presid. der Comm. van Fabricage Zaterdag van 111. Plaatselijke Secre tarie, van 104. Thesaurievan 92; Zaterdag van 912. De Gemeenle-arehitect is te spreken op het Raadhuis, van 121. Kantoor der In- en Uitg. Rechten en Accijnzen van 9—1 en van 36 uren; van's Rijks Dir. Belastingen, Maandag, Dinsdag, Woensdag en Donderdag van 92; van Zegel en Registratie van 84; van de Hypoth. en het Kadaster van 94.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1867 | | pagina 1