BINNENLAND.
Eene week geleden hebben wij het hoofdzakelijke mede
gedeeld uit de rede van den minister van financiën. Wij
bewaarden over dat stuk het stilzwijgen, omdat we met
de zaak verlegen waren. Of het aan onze weinige kennis
lag van finantieele aangelegenheden of aan iets anders wisten
we niet, maar we begrepen er niets van. Toch moest,
naar onze meening, zulk eene rede begrijpelijk zijn voor
ieder, die althans eenigermate op de hoogte is. We waren
niet weinig verrast toen we ontdekten, dat de millioenen-
rede ook op anderen denzelfden indruk had gemaakt. Niet
op de Amst. Couraut aan welke alles volkomen helder is, en die
verbaasd staat over de administratieve bekwaamheid van den
minister. Ook wij hadden ons afgevraagd, of we hier te doen
hadden met goochelarij dan met een ingewikkeld probleem,
waarvan de oplossing ons klein verstand verre te boven ging.
Wat we reed3 meenden te weten na de studie van hetgeen over
de finantieele politiek der liberalen en conservatieven in
de politieke beschouwingen (waarvan de lezing ieder wordt
aanbevolen) is geschreven, werd ons bevestigd door de
artikelen in de Arnh. Courant over n Een financier in volle
kracht". De rede van graaf Schimmelpenninck is in ons
oog öf een model van onnoozelheid en naïeveteit, óf eene
proeve van zeldzame stoutheid. Want er behoort moed
toe om zulke mededeelingen aan eene volksvertegenwoor
diging te durven doen. Wat de Kamer antwoorden zal
Wij koesteren met den inzender van het art. in de Arnh.
Courant de hoop, dat, om in 's ministers eigen bewoor
dingen te spreken, //in een niet al te verwijderd tijdstip",
//naar alle menschelijke berekeningen," een ander minister
van financiën aan het bestuur komen zal (met andere col
lega's patuurlijk) die onder Hoogeren zegen" de Neder-
landsche financiën verlossen zal van de financiekunst en
het geknutsel van dezen kamerheer-minister.
LEIDEN, 30 September.
Wij vernemen dat het scherpschutters-vrijkorps Donder
dag a. s. schietoefeningen zal houden in de duinen bij Katwijk.
Wij vernemen dat de heer Kramer voornemens is bij
gunstig weder de badinrichting Rijnzieht nog 14 dagen
open te stellen.
De gemeenteraad heeft Dr. H. W. van der Mey,
praeceptor aan het gymnasium alhierin zijne laatste ver
gadering benoemd tot prorector. Wij vermelden dit nog eens
onder onze gewone berichten, omdat o. a. het Weekblad van
Onderwijs dienaangaande verkeerd schijnt ingelicht te zijn.
Wij brachten Zaterdag 11. een bezoek aan de nieuwe
bewaarschool, opgericht door de HET. Rutgers van der
Loeff, Maronier en W. Pleyte, op het Rapenburg, en
hadden gelegenheid de doelmatigheid dier inrichting te be
wonderen, die in vele opzichten aan eene wezenlijke be
hoefte ruimschoots voldoet. De twee flinke lokalen der
leerschool, elk voor niet meer dan dertig kinderen bestemd,
worden op uitstekende wijze voortdurend van versche lucht
voorzien, zonder dat m6n er den minsten tocht heeft te
duchten. Ook de verwarming is op zoodange wijze inge
richt dat daarbij alle benauwdheid wordt vermeden. De
ruime, bijzonder doelmatig ingerichte speelschool en de
flinke speelplaats of tuin geven den kinderen telkens ge
legenheid door de meest aangename en gezonde uitspan
ning zich van hunne kleine studietjes te verpoozen. Na
tuurlijk spelen de Eröbelgaven in deze bewaarschool een
belangrijke rol. De verzameling van die voorwerpen is uiterst
netjes en geheel volledig. Voor andere gedeelten van het
aanschouwelijk onderwijs is eveneens uitnemend gezorgd.
Ook de aan die bewaarschool verbonden kweekschool be
looft veel goeds. Eene oefening, die op den rooster der
lessen met den eenvoudigen naam woi'dt aangeduid van
//spreken, lezen, schrijven", is er op aangelegd, om onze
taal met die natuurlijkheid, waarheid en zuiverheid te doen
uitsprekendie zoo dikwijls bij de verzorgsters van kinde
ren gemist worden, en die toch bij zulke personenook voor
het verstand en den smaak der kleinen, onmisbaar zijn. Theo
retisch en praktisch onderricht in de kamergymnastiek maakt,
dat men, ook voor de lichamelijke vorming en ontwikke
ling der kinderen, van de personenwelke aldaar zijn opge
leid, niets kwaads heeft te duchten en alles goeds te ver
wachten.
Aangezien de leiding der beide inrichtingen aan uitste
kende personen is toevertrouwd, twijfelen wij niet, of de
nieuwe bewaarschool zal haar weg wel vinden, of liever
het publiek zal den weg wel vinden naar de nieuwe be
waarschool.
Gisterenavond bleek het weer, hoe onverantwoorde
lijk het is, dat rijtuigen bij avond geen lantarens op heb
ben en hoe streng de politie hierop moet toezien. Twee
rijtuigen zijn op den straatweg buiten de Wittepoort, waar,
jegens den brand te Voorschoten, bijzonder veel passage
was, in elkaar gereden en met moeite bracht men een
derde rijtuig, dat in gestrekten draf er op aan kwam rijden,
en welks koetsier natuurlijk niets van die botsing bespeurde,
tot staan.
Gisterenmiddag is te Voorschoten omstreeks half-
vier bij den rietdekker Crispijn een hevige brand ontstaan.
Men zegt, dat onvoorzichtigheid met een pijp het hooi in
een schuur heeft doen ontvlammen. Het vuur, door den
wind aangewakkerd, tastte weldra de loods van den tim
merman Iperlaan aan. Spoedig stonden ook het woonhuis
en de 3 belendende huizen in volle vlam. In de remise
van Van Leeuwen daartegenover was in allerijl het geredde
huisraad geborgen. De brand kreeg nog bedenkelijker aan
zien, toen een spuit van Voorschoten vuur vatte.
Om het vuur te kunnen stuiten besloot men het bran
dende huis omver te halen. Doch inmiddels waren de hooi
bergen van Dijkman en anderen in vlam geraakt, die
zich tevens mededeelde aan belendende perceelen. Negen spui
ten waren in werking, waaronder 3 uit Leiden. 70 man
infanterie en 80 man artillerie waren intusschen ter hulp
gekomen. Eerst na veel inspanning kon men tegen den
nacht den brand meester worden, hoewel bij de afzending
van dit bericht nog niet alles is gebluscht. Niet alleen
hebben de Leidsche weesjongens, die zich gehaast hadden
met hun spuit tegenwoordig te zijnzich dapper geweerd
maar ook de heeren studenten en officieren, die op da
plaats tegenwoordig waren, en de spuitgasten van Soeter-
woude hebben ijverig hulp geboden.
Men schrijft ons uit Katwijk: In het voorjaar ging
het slecht met de vischvangst, maar thans hebben onze vis-
schers alle reden van tevredenheid. In de vorige week ving
een schipper in een paar nachten meer dan 15.000 steur-
haringen, dat is voor eene waarde van circa 1650.
De afdeelingen van de Tweede Kamer zetten heden
het onderzeek voort over de staatsbegrooting, Na het on
derzoek van hoofdstuk V, dep. van binnenl. zaken, zal de
begrooting voor de staatsspoorwegen voor 1868 in over
weging worden genomen. Door de afd. zijn benoemd tot
rapporteurs over hoofdstuk I en de algem. beschouwingen
over de staatsbegrooting de heeren De Brauw, Dullert,
Jonckbloet, J. K. van Goltstein en Thorbecke.
Er wordt gesproken van eene //onzijdige confedex-atie
der Nederlanden", die bestaan zou uit Nederland, België
en Luxemburg, welke op touw gezet zou zijn door den
minister van buitenl. zaken. De Arnh. Courant hoopt, dat
de graaf Yan Zuylen zich maar zal bepalen tot het nuttig
besteden van zijn tafelgeld en ons verschoonen zal van zijne
diplomatie-combinatiën
Volgens de Staatscourant zijn sedert het ontstaan
der cholera aan die ziekte overleden tot en met 27 Sep
tember jl. te Rotterdam 321, te Dordrecht 90, te Delft 103,
en te 's-Gravenhage 48 personentot en met 26 Septem
ber jl. te Zaandam 102en te's-Hertogenbosch 20 personen
tot en met 21 September jl. te Bleiswijk 22, te Delfshaven
22, te Maassluis 13, te Nieuwerkerk a/d. IJsel 24, te Per
nis 16te Schiedam 13te Yianen 24 te I Jselmonde 14,
en te Bruinisse 20 personen. Zaterdag is te Rotterdam
aangetast 1 overleden 1.
Men verneemt dat het Nederlandsch Rederijkers-ver
bond, in zijne vergadering van 21 September, de volgende
prijsvraag heeft uitgeschreven: //"Welke is de invloed, dien
de beoefening der taal op de nationaliteit uitoefent van
een volk in het algemeen, en meer bijzonder die der Ne-
derlandsche taal op onze nationaliteit?" Yoor het best
gekeurde antwoord op die vraag is eene som van f 200 uit
geloofd.
Vrijdag 11. had op de terechtzitting van het prov.
gerechtshof te Amsterdam een incident plaatshetwelk
vermelding verdient. Toen de advocaat-generaal, Mr. Bac
ker, had gerequireerddat de zaak van E. Munter, be
schuldigde van kindermoord, met gesloten deuren zou
behandeld worden, hetgeen in eene dergelijke zaak hier
exceptionneel is, lieten eenige advocaten den president
verzoekenin costuum de zitting te mogen bijwonendaar
zij in de zaak veel belang stelden. Dit verzoek werd ech
ter geweigerd, ofschoon het bij de arrond.-rechtbank te
Amsterdam aan de leden der balie altijd wordt vergund,
evenals bijna overal elders. Zeven advocaten richtten daarop
een schriftelijk verzoek tot het hof, om te worden toege
laten doch werden evenzeer met eene weigering afgescheept.
Men is zeer benieuwd te vernemen, of de balie zich deze
zaak zal aantrekken of zich zal laten aanleunen, dat de
leden der balie, in costuum, beschouwd worden gelijk te
staan met het publiek, welks kieschheidsgevoel men wenscht
te ontzien door eene behandeling met gesloten deuren,
alsof men het kieschheidsgevoel der advocaten spaardeterwijl
men hen in veel onkiescher zaken ambtshalve aan beschul
digden toevoegt.
Als een bewijs, hoezeer de zaak der volksweerbaarheid te
Apeldoorn sympathie vindt, dient, dat in de laatste