SMID. Engelschman trof aldaar Farina aan, in gezelschap van eenige Amerikaansche damesen vernam alstoen van eenige heeren zooveel, dat naar zijne overtuiging die baron een chevalier d'industrie moest zijn. Daar de Engelschman nu een paar der Amerikaansche dames kende, waarschuwde hij haar, dat zij zich met dien vreemdeling niet konden inlaten, zonder zich zelve te compromitteeren. Farinadaarna bemerkende dat men eene heel andere houding tegenover hem begon aan te nemenbeklaagde zich daarover bij den echtgenoot van eene der dames. Deze verklaarde, dat hij zich verantwoordelijk stelde voor al wat zijne gade ten zijnen aanzien gedaan of gesproken mocht hebben en dat hij [mitsdien bereid was om met hem te duëllee- ren, waar en wanneer de ander maar verkoos. De Engelschman, dit vernemende, ging naar den heer Farina en zeide hem ronduit, dat hij de man was die de dame voor hem had gewaarschuwd. Hij voegde er tevens bij dat hij zoo even ook eene waarschuwing aan haren echt genoot had gezonden, om dezen te weerhouden van een duel met iemand, wiens reputatie niet van de beste was. Ferina werd bij deze mededeeling zoo woedend, dat hij zijn stok ophief, om zijn tegenstander af te ranselendoch eer hij daarin kon slagenhad de ander hem reeds bij den kraag gegrepen en zou hem zeker eene gevoelige kastijding hebben toegediend, zoo niet eenige andere personen tus- schen beiden waren gekomen. De openbare autoriteit, op het rumoer toegeschoten zijnde, maakte aan de zaak een eindedoor Farina den verderen toegang tot de Kurzaal te ontzeggen. Farina vertrok alstoen en schreef in de //Europe", dat hij een lid van het Britsche lagerhuiswegens eene be- leediging, had afgeranseld en daarna vertrokken was, na vooraf nog twee dagen te hebben gewacht, of die En gelschman deswege geene voldoening zou eischen. Deze beantwoordde dit met een feitelijk verhaal van het gebeurde, onder aanbod de zaak voor de eene of andere rechtbank te brengen. Farina repliceerde hierop in de Europe, dat hij den Engelschman een pak rottingslagen tot zijne straf had toegediend en dat hij dit wel gaarne eens zou herha len, terwijl hij nu bereid was om de zaak ter beoordeeling te geven aan eene commissiebestaande uit Franschen Italianen en Engelschen, die gezamenlijk een onderzoek kunnen doen naar zijne middelen van bestaan. De corres pondenten der Daily News en der Daily Telegraph zijn nu ijverig in de weer, om de handelwijze van den heer La- bouchère te verdedigen, terwijl zij verklaren dat alle te Homburg aanwezige vreemdelingen het met hen eens zijn. Het spreekt van zelf, dat ieder zeer nieuwsgierig is hoe dit verder zal afloopen. De provinciale landdag van Hanover is Zaterdag 11. namens den koning door graaf Stolberg-Wernigerode ge opend. De verkiezingen van den generaal Yogel von Falcken- stein in het kiesdistrict Koningsbergen is nietig verklaard. De N.-Duitsche rijksdag was eerst van plan om geen adres van antwoord op de troonrede in te dienen. Men zegt echter dat de koning heeft te kennen gegeven, dat hij een antwoord wachtte. Z. M. vermoedde wel in welk een geest het antwoord gesteld zou zijn en Frankrijk kon dan zien, dat de regeering zelve door de openbare meening voortgestuwd wordt op den weg van Duitschlands eenheid. De nationaal liberalen hebben thans het plan tot het in dienen van een adres met 27 tegen 21 stemmen goedge keurd. In eene vergadering van Londensche ambachtslieden is besloten, zoo mogelijk in het a. s. jaar, te Londen eene internationale tentoonstelling van door ambachtslie den vervaardigde voorwerpen te houden. OFFICIEELE BERICHTEN. GEVEILDE PERCEELEN. TWEEDE KAMER DER STATEN-GENERAAL. ADVERTENTIES. Tegen 1° November wordt gevraagd een bekwame SMIDS KNECHT, die het boeren-, hoef- en kagchelwerk grondig verstaat, en als baas-knecht kan fungeren; bij voorkeur R. C. Bileven franco, aan de Wed. L. BAATSHELDEN te Sassenheim. Pruisen. Men verzekert, dat de regeering voornemens is het briefport voor het geheele land te stellen op 1 sil- bregroschen. Oostenrijk. Er wordt meer en meer gesproken over eene toenadering tusschen de kabinetten van Weenen en Berlijn. De aftreding van den heer Yon Beust zou echter door Pruisen als voorwaarde zijn gesteld. Men kan echter niet gelooven dat keizer Frans Jozef den man zou prijs geven aan wiens verstandige zorgen hij zooveel te danken heeft. Het laat zich echter denken dat de minister voortdurend een doorn is in het oog van het Pruisisch gouvernement. Frankrijk. De geruchten van wijzigingen in het Fran- sche ministerie hebben nog geen einde genomen. Men spreekt thans van een bezoek, dat de heer Emile Ollivier te Prangins zou hebben gebracht. In het gesprek, dat de Parijsche afgevaardigde aldaar met prins Napoleon zou hebben gehad, moet hij verklaard hebben, dat alleen een liberaal ministerie Frankrijk kan redden. Door den prins gevraagd, welke collega's hij zich zou toevoegen, indien hij tot het gezag mocht worden geroepen, zou de heer Ollivier niemand hebben kunnen noemen dat den heerLatour Dumoulin. Engeland, Te Malta zijn schokken van aardbeving ge voeld. Nog altijd heerscht aldaar de cholera. Azie. Men bericht uit Japan, dat de Taikoen afstand zou doen ten behoeve van zijn jongsten broeder. Eerste Huwelijks-Afkondiging te Leiden, den 22sten September 1867. C. L. Hierneisse jrn. 30 j. en W. E. Vos jd. 23 j. H. van Gijzen jra. 21 j. en P. Kluivers jd, 29 j. G. Betgem wedr. 61 j. en M. C. H. Sloos jd. 38 j. Gehouden verkooping aan den Burg alhier, op Zaterdag 21 September 1867, ten overstaan van den notaris A. van Leeuwen van: N°. 1. Eene broodbakkerij aan de zuidzijde van de Lokhorststraat, Wijk IV, N°. 623. Opgehouden. N°. 2. Is niet geveild. N°. 3 en 4. Twee huizen met tuin aan de oostzijde van den Vliet Wijk II, N°. 27 en 28. Kooper J. van Tongeren voor ƒ2632. N°. 5. Een huis aan de westzijde van de Hooigracht om den hoek der Koppehinsteeg, Wijk VII, N°. 832. Kooper H. B. Paats voor 1395. N°. 6. Een huis aan de westzijde van de gedempte Volmolengracht Wijk VIN°. 687. Kooper F. J. de Vroede voor ƒ383. N°. 7 en 8. Twee stallingen met hooizolders aan de oostzijde van de West-Havenstraat omtrent} de Haven, Wijk VIII, N°. 53 en 52. Kooper J. van Vliet voor 576. N°. 9. Een erf of open grond aan de noordzijde van de Ververstraat, sectie C. N°. 1139ter grootte van 42 ellen. Kooper H. Filippo Jz. voor ƒ145. N°. 10. Een speeltuin met speelhuisje in de Roode Laan buiten de voormalige Koepoort, onder Soeterwoude. Kooper M. v. d. Valk voor 350. Zitting van heden. De algemeene strekking van het adres van antwoord op de troonrede wordt zonder discussie met algemeene stemmen aan genomen. 16 worden daarop zonder discussie goedgekeurd. 7 (Finantiën) De heer Geertsema constateerde, dat er tegenspraak was tusschen de rede des ministers van 11. Zaterdag en de paragraaf der troonrede. Want door den minister werd toch een buitengewone maatregel voorgedragen. De heer Yan de Putte deelde die opmerking. De minister verklaarde, dat er onderscheid bestond tusschen buitengewone middelen en maatregelen. De heer Geertsema kon dat onderscheid niet inzien. De heer Yan de Putte verzocht van den min. overlegging der to talen van de Indische kas, waaraan de min. van koloniën zou voldoen. De paragraaf werd daarop evenals 8 goedgekeurd. 9 (Koloniën). De heer V. d. Hucht richtte tot den minis ter de vraag of het diens voornemen was de koloniale aange legenheden spoedig te regelen, en of de Kamer dienaangaande voorstellen kon te gemoet zien vóór de behandeling zijner be grooting. De min. van koloniën antwoordde, dat omtrent de regeling der kofficultuur een onderzoek aanhangig was. Omtrent de suikercultuur werd eene regeling ontworpen. Omtrent de uitgifte van woeste gronden is hij voor wettelijke regeling, maar wacht dienaangaande af en verzamelt bouwstoffen tot sa menstelling van een wetsontwerp. Den heer Y. d. Hucht vol deden de inlichtingen niet. De min. deed uitkomen, dat die heer zijne rede verkeerd uitlegde, waarop de heer V. d. Hucht repliceerde. De heer Rochussen zag in het woord spoedig" in deze regeling bui ten de wet. De heer Dullert, lid der Comm., betwistte dit. De heer Keuchenius meende dat de maatregelen dezer regeering niet gestrekt hadden om den eerbied der Javaan sche bevolking- voor het Christendom te versterken. Nadat nog verschillende ministers en leden het woord hadden gevoerd werd 9 zonder stemming goedgekeurd. 10 werd na eene fkorte discussie goedgekeurd. Het adres zelfs werd aangenomen met algemeene stemmen. Het zal den koning worden aangeboden door eene commissiebestaande be halve uit de comm. van redactie, uit de heeren DamVerheijen Van Hardenbroek en de voorzitter. Morgen 11 uren beraadslaging over de conclusie van het rapport der commissie vanj herziening over het reglement van orde.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1867 | | pagina 3