A°. 18(57. Dinsdag 17 September. Prijs dezer Courant. Deze Courant wordt dagelijksmet uit zondering Tan Zon- en Feestdagen, uitgegeven. Prijs der Advertentiën. Spoortreinen vau Leidea naar 's-GravenhageDelft, Schiedam en Rotterdam: te 8 30 m; 10 u. 17 m.; I u. 55 m.; 3 u. 52 m., 6 u. 9 m.; 8 u. 55 tn.; 9 u. 42 ra.; naar Haarlem en Amsterdam: te 8 u. 35 m.; 10 u. 26 m.; 11 u. 55 m.; 3 u. 1 ra.; 4 u. 57 m.; 7 u. 45 m.; 9 u. 56 m. Stoomboot Volharding van Leiden (Haven) naar Amsterdam: Maandag ochtend te 4 u., overige dagen te 5 u.; van Amsterdam (Binnen- Am9tel) naar Leiden: Maandag nam. te 2 u. 30 m. overige dagen nam. te 3 u. Zondags buiten dienst. Van Leiden naar Gouda Zondag 7 u.» overige dagen 5 u. 30 m. en 1 u. 45 ra. Van Gouda naar Leiden: Zondag 4 u. 45 m., overige dagen 10 u. en 5 u. 30. Nieuwe Stoombootdieust, langs de Haarlemmermeer, van Leiden (Haven) naar Arasterdam: Maandag ochtend te 4% u., overige dagen te 6 u., 'snam. te 2 u.; van Amsterdam (Overtoom) naar Leiden: Zaterdag ochtend te 4^ u., overige dagen te 6 u.,'s nam. te 2 u. Zondags buiten dienst. Postbuslichtingen(Lakenhal, Katoenfabriek en Nieuwstraat) 7 u. 30 m-, 10 u. 55 m.; 3 35 ra.; 7 u. 55 m. en op Zondag 10 u. 55 m. en 3 u. 35 ra. O.-I. Laudpost. 9, 16 en 25. W.-I. Mail 14 en voorlaatstee van elke maand. Rijkstelegraaf van 7 uren 'sm. tot 9 uren 'sav. Spoorwegtelegraaf van 8 u. 'sm. tot 10 u. 30 ra. 'sav. Gemeeutebestuur. Burgemeester en Wetkouders, Maandag en Donderdag te 11 uren. Commissie van Fabricage, Woensdag te 12. BurgemeesterDinsdag, Woensdag, Vrijdag en Zaterdag te 11. - Presid. der Comm. van Fabricage Zaterdags van 111. Plaatselijke Secre tarie, van 104 Thesaurie, van 9—2; Zaterdag van 912. Dé Oemeente-architect is te spreken op het Raadhuis, van 121. Kantoor der In- en Uitg. Rechten en Accijnzen van 9—1 en van 46 uren; van's Rijks Dir. Belastingen, Maandag Dinsdag, Woensdag en Donderdag van 9—2; van Zegel en Registratie van 84; van de Hypoth. en het Kadaster van 9—4. Een belangrijke quaestie is dezer dagen in den gemeen teraad van Botterdam opgeworpen, en zal daar eerstdaags in beraadslaging komeu. Zij betreft een onderwerp van al gemeen belang, de schoolplichtigheid der kinderen van ouders, die door het armbestuur der gemeente bedeeld worden. Tot nog toe wordt van deze gevorderd dat zij de openbare school bezoeken. De wethouder De Bruyneen ijverig ka tholiek^ heeft een voorstel ingediend, volgens 't welk het voortaan voldoende zou zijnzoo de kinderen van bedeel den slechts eenige goede school, een bijzondere even goed als een openbare, bezochten. De strekking van dit voorstel is, om te gemoet te komen aan de bezwaren van die ouders, die hun kinderen met geen gerust geweten naar de gemeDgde school kunnen zenden, maar die, de ondersteuning der bur gerlijke gemeente niet kunnende missenthans verplicht zijn, in strijd met hun overtuiging, hun kinderen te zenden naar de openbare godsdienstlooze school. Het voorstel is bestreden door de Nieuwe Botterdamsche Courant, voornamelijk op grond, dat de gemeente zich niet mag tevreden stellen met het schoolgaan der kinderen van haar bedeeldendat zij zich moet verzekeren dat die kin deren voldoend en goed onderwijs genieten. En nu geeft de schoolwet haar geen recht, om op de bijzondere scholen zoo nauw toezicht te houden, dat zij zich van de deugdelijk heid en genoegzaamheid van het daar gegeven onderwijs behoorlijk kan overtuigen. De gemeenteraad zou dus in groote moeilijkheden geraken, zoo hij voortaan te beslis sen had of het onderwijs van eenige bijzondere scholen al dan niet goed en voldoende te achten is. Wij erkennen volmondig het groote gewicht van dit be zwaar. Naar ons oordeel is het evenwel nog niet het ge wichtigste. De staat heeft zich ongaarne, maar door den nood ge dwongen, met tweeërlei zorg belast, omdat zonder zijn toedoen groote maatschappelijke belangen niet voldoende verzorgd zouden worden. Hij bedeelt armendie elders geen onder steuning vinden kunnen; hij geeft onderwijs, zoolang bij zondere personen en genootschappen niet ten volle in de behoefte aan onderricht voorzien. Hij doet dit, omdat anders armoede en onwetenheid gebrekkig bestreden zouden worden en de maatschappij zouden benadeelen. Hij verlangt niets lie ver dan dat de bijzondere liefdadigheid en het bijzonder onderwijs zoozeer mogen toenemen, dat hij zich eens van beide zorgen kan ontslaan. Maar van dien gewenschten toestand zijn wij verre ver wijderd. Hoezeer het onderwijs verbeterd is, sedert de staat het zich heeft aangetrokken, weet ieder. Hoezeer het ver vallen zou, als de staatszorg ophield, is daaruit gemakkelijk af te leiden. En wat de armenzorg betreft, de klacht wordt dagelijks herhaald, dat sommige diaconiën het er op toe leggen om de zorg voor haar armenzooveel zij kunnen af te schuiven op het burgerlijk armbestuur. Nu bestaat er een onmiskenbaar verband tusschen de bedeeling en het onderwijs. De burgerlijke en de kerkelijke 'gemeenten leggen aan beide geld te koste. Het onderwijs, om niet of tegen te lagen prijs gegevenis een soort van bedeeling. Maar het onderwijs levert vruchten de eigenlijke bedeeling lenigt slechts gebrek. De eene uitgaaf is pro ductief, de andere onvruchtbaar. Het is de kerk onverschil lig, wie het geld geeft dat haar armen voor hongersnood bewaart. Het is haar niet onverschillig, wie het onderwijs geeft, waardoor het opkomend geslacht voor een niet ge ring gedeelte gevormd wordt. De diaconiëndie het onder houd van haar armen zooveel zij kunnen van zich afschui ven willen dan ook gaarne aan de kinderen van die armen kosteloos onderwijs verschaffen. Ziedaar wat aan het voorstel van den heer De Bruyn zijn eigenlijke betekenis geeft. Tot nog toe hebben de kerkgenootschappen slechts éen enkel middel om zich het onderwijzen van de kinderen hunner armen voor te be houden zij moeten daartoe die armen zelf bedeelen. Schui ven zij het bedeelen van zich af, dan geven ze te gelijker tijd het onderwijzen over. Werd het voorstel-De Bruyn aangenomen, dan was de band tusschen onderwijzen en bedeelen losgemaakt. De kerk zou dan het onderwijzen aan zich kunnen houden en het bedeelen zooveel doenlijk, onder allerlei voorwendsels, kunnen nalaten, dat dan wel van wege de gemeente zou moeten geschieden. Heeft de gemeente in die verdeeling der armenzorg geen zinzij wijze het voor stel van de hand. Door het af te wijzen doet zij aan de vrijheid der ouders volstrekt niet te kort. Zij voor zich is overtuigd, dat het onderwijs op haar openbare school goed en heilzaam is, en dat de kinderen der bedeelden daar niet slechts even goed, maar beter dan elders gevormd zullen worden. De kerk is van een ander gevoelen. Zij heeft hare bijzondere scholen die zij voor de eenig goede houdt. Het zij zoo. Ma^r'Taat zij dan aan de ouders, die met haar instemmen, te gemoet ko men. Laat zij hen dan bedeelen, zoo kunnen zij hun kin.-' deren bij haar ter school zenden. Met welk recht vorder,t zij van de gemeente, dat deze de gemoedsbeitvareiidie Voor Leiden, per 3 maanden1.95. Franco per post2.80. Afzonderlijke Nommers0.05. Yan 1-6 regels 0.75; iedere regel meer 0.12s. Geboorte-, huwelijks- en doodberichten van 1-4 regels/0.90; iedere regel meer 0.15. Ingezonden. i

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1867 | | pagina 1