M. Een oogenblikje; ik moet weten boe de vriend heet dien gij medebrengt. P. De cholera. M. De cholera! Dat is verschrikkelijk Hij slaat een kruis.) En denk je nu dat ik dien zou binnenlaten P. Hij behoeft niet door u geholpen te worden om bin nen te komen. M. En de quarantaines! en de berookingen het verbod om slakken en meloenen toe te laten! en het verbod om ingewanden op straat te laten liggen en andere vuiligheden er neer te werpen. P. Daar lacht hij om! Kom, maak zooveel praatjes niet. Doe de poort maar open! M. Neen; dat doe ik niet. Ik ben al tweemalen het slachtoffer geweest van zijn bedrog. Hij zal mij niet meer snappen. P. En in welk opzicht heeft mijn vriend u bedrogen M. In 1837 had hij beloofd slechts 500 personen te ne men, en hij heeft er 2000 meegepakt. In 1854 zou hij met 300 tevreden zijn, en hij nam er 1200. Hij nam er dus altijd viermaal zooveel als hij gezegd had. P. Is dat waar, cholera? Cholera. Dat is onwaar. M. Hoe kan dat onwaar zijn? Ik heb de bewijzen. Ch. Ik zeg nog eens, dat het onwaar is. P. Bewijs het, vriend! bewijs het. Ch. Ik ben een eerlijk man. M. Dat zegt iedereen; dat zeggen de roovers ook, en het gouvernement geloolt hen op hun woord. Ch. Als ik iets beloofd heb, dan houd ik er mij aan. M. Maar hoe verklaart ge dan Ch. Heel eenvoudig! Ik heb niet meer genomen dan het getal, dat ik genoemd heb, maar de dokters hebben de overigen gedood, voor zooveel deze niet door vrees zijn gestorven. P. Wat zegt ge daarvan, vriendschap? M. Ik zeg dat het mogelijk is. P. Dus laat ge hem binnen? M. Ik moet wel. Maar luister eens, cholera; je moetje leelijken naam afleggen, want men heeft nog geen heilige uitgedacht om de besmetting te bestrijden; je moet heeten verdachte ziekte. Ch. En als ik het in mijn zin krijg om koninginnen, vorsten, kardinalen mee te nemen, zal men dan zeggen, dat zij aan eene verdachte ziekte bezweken zijn? Welk een schandaal M. Men zal zeggen wat men wilmijn vriendhet gou vernement wil van geen cholera hooren. Maar dat is alles nog niets. Je moet beter je menschen kiezen dan de vorige maal. Je moet een verstandige cholera zijn. Laat ons de mooie meisjes, die onze vreugd zijn; spaar de brave huis vaders; eerbiedig de goede priesters, als gij die vindt; mon niken, abten, kardinalen enz. kunt gij meenemen. P. Goed gesproken, beste Marforio! Daarin herken ik het ware hart van het Romeinsche volk. En nu, als ge Garibaldi ziet, houd je dan niet te streng aan je consignes. BINNENLAND. LEIDEN, 9 September. Op het rijkstelegraafkantoor alhier is als klerk geplaatst J. L. de Lavieter uit 's Hage. Wij lezen in //the Siam weekly Monitor" van 10 Juni 11. dat de gevaarlijke operatie, welke de erfprins en minister van buitenlandsche zaken van Siam aan de oogen moest ondergaan en waarvoor hij Dr. Hoogenstraaten uit Batavia had ontbodenvolkomen gelukt is en dat Z. Esc. geheel van zijne blindheid is genezen. Het blad zwaait allen lof toe aan onzen beroemden stadgenoot en zegtdat hij den dank van het gansche land hiervoor verdient. Te Noord wij k aan Zee zijn in de vorige week 247 baden gebruikt. De minister van justitie heeft de procureurs-generaal, fungeerende directeuren van politie, aangeschreven om te doen waken tegen de bemoeilijking van reizigers bij de aankomst aan stations door personen die hunne bagage willen dragen. De audiëntie van de ministers van oorlog en marine zullen Donderdag en Vrijdag 12 en 13 dezer niet plaats hebben. Maandag a. s. den löden dezer maand zullen de ver gaderingen der Staten-Generaal op de gebruikelijke wijze geopend worden. Te Rotterdam zijn gisteren door de cholera aan getast 9, daaraan overleden 5 personen. De collecte die te Zaandam voor behoeftige cho- leralijders en nagelaten betrekkingen gehouden is, heeft f 2915 opgebracht. Men schrijft ons uit Amsterdam dd. 9 Sept.: Heden zou de kermis zijn aangevangen. Alles is echter zeer rustig afgeloopen, ofschoon er geen kermis was. Onze jongens zijn vroolijk naar de beurs gestapt om als van ouds te trommelen. Met dit al heeft eene partij van kwaadge- zinden den burgemeester in een moeilijk parket gebracht. Dat de heer Pock tot het laatste toe heeft getracht de kermis op den bepaalden tijd te doen doorgaanheeft op een groot gedeelte der bevolking een zeer goeden indruk gemaakt. Bij gelegenheid van het Vondelsfeestop 5 en 6 Oct. a. s. zal de vereeniging Claudius Civilis van Amster dam aan alle scherpschuttersgenootschappen een concours aanbieden, waarvoor ook achterladers gebruikt zullen kun nen worden. De ongeregeldheden te Almelo ten gevolge van het schorsen der kermis duren nog altijd voort. De com missaris des konings van Overijsel is aanstonds derwaarts vertrokken. De gemeentebesturen van Middelbeers en Boxtel zijn gedwongen geworden de traktementen der onderwij zers te verhoogen, omdat zich geene sollicitanten opdeden voor de vacante betrekkingen. In eene te Middelburg gehouden vergadering der Vereeniging voor Zeeuwsche muziekfeesten is besloten tot het houden van een muziekfeest te Middelburg in Mei of Juni van het jaar 1868. Zondag is te Den Helder op het stationsplein aan het artillerie-vrijkorps aldaar plechtig het vaandel uitge reikt dat door eenige dames aan dit korps ten geschenke was gegeven. Het programma voor de op 20 dezer te Willems oord te houden tentoonstelling van vee, veldvruchten, landbouw-werktuigen, alsmede voor den ploegwedstrijd is bekend gemaakt. Er is eene som van f 332,50 aan prij zen uitgeloofd. De mededinging staat voor ieder open, waar ook woonachtig. In de gemeente Sas-vanGent zal geen kermis zijn, dat wil zeggenKramersspellenenz. zullen worden ge weerd, maar van 8 tot 16 September zullen de herbergen ook 's nachts mogen tappen. Het zal daar dus alleen //je never-kermis" zijn. Gelukkig eene gemeente, die met zulk een wijze raad gezegend is. Gisterenmorgen is op den Hollandschen Spoorweg even buiten Haarlem een conducteur van den trein ge vallen die in volle vaart was; hij is echter met den schrik en eene lichte kneuzing vrijgekomen. Om 3 uren deed hij weer dienst en gaf zijn verhaal ten beste aan ieder die er naar luisteren wilde. Vrijdag 11. is in de gemeente Peur sum een boeren knecht verdronken. Door het te zwaar beladen van zijne kleine schouw met takkenbossen liep die vol water en in plaats van zich door de drooge lading te redden, sprong hij midden in de Giessen en verdween onmiddellijk in de diepteterwijl het geladen voertuigje langzaam naar den wal dreef. Hij was sedert den vorigen dag bruidegom. Hoe gevaarlijk bewaarplaatsen van petroleum voor naburige bewoners kunnen zijn blijkt uit het volgende. Mev. de wed. J. W., wonende op de Oude Straat te Kampen, bespeurde sinds eenige weken dat het water uit de weiwaterputachter haar huisop eene opene plaats gelegen, een zeer onaangenamen smaak begon te krijgen en onbruikbaar werdzij liet daarom de put openbreken en toen bleek, dat de oppervlakte van het water, dat on geveer twee Ned. ellen beneden den beganen grond stond, geheel met petroleum overdekt was, terwijl de wanden de sporen van die vloeistof vertoondenmen liet een droogen doek op dit met olie overdekte water nederdie terstond, met olie doortrokken, werd opgehaald; de vlam eener lucifer daarbij gebracht deed de olie ontbranden en tevens den doek verteren. In het aangrenzende perceel bevindt zich een pakhuis met petroleum; vermoedelijk is van daar dit vocht in de put gedrongen. De put istot groot ongerief en schade van de eigenares, geheel on bruikbaar en aangezien de grond daar ter plaatse als ge heel met bovengenoemde vloeistof is doortrokken, zal het de vraag nog zijn of aldaar wel weder eene goede wel te verkrijgen zal zijn. Men meldt uit Zwolle: Een mandie in eene niet al te goede harmonie met zijne ega leefdehad haar meer malen bedreigd, dat hij zich zoude ophangen. De vrouw had daarop steeds geantwoordtDie het zegtdoet het niet". Yoor eenige dagen nadat er weder eene luidruchtige samenspraak tusschen de heterogene echtelieden had plaats gevonden, kwam de vrouw op een bovenkamertje en zag tot hare verbazing haar man aan den balk hangen. De ontstelde vrouw riep toen in geestvervoering uit: //Dat is nu voor het eerst van zijn levendat hij zijn woord heeft gehouden" en wilde hem daarop afsnijden; dit laatste was onnoodig, want de man sprong van zelf uit den strop, dien hij wel gezorgd had zoodanig aan te leggendat hij

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1867 | | pagina 2