BUITENLAND. omdat zij, leden van de Tweede Kamer zijnde, nog al voor een aanzienlijk bedrag in den hoofdelijken omslag der gemeente zijn aangeslagen. De heer J. A. Truter is door de koningin van En geland tot consul-generaal der Nederlanden erkend in de Kaap-kolonie. De minister van binnenl. zaken is gisteren te Maastricht gekomenheeft audiëntie verleend en 's avonds deel genomen aan een gala-bal ter zijner eere. Heden wordt den min. een diner aangeboden door Mr. Strens, procu reur-generaal. De dag zal overigens besteed worden aan het bezichtigen der kasteelen en fabrieken van den heer P. Eegout. De zittingen der Staten-Generaal zullen 16 Augustus 's namiddags te 2 uren gesloten worden. De Twentsche fabrikanten hebben eenecommissie benoemd, om te onderzoeken of het raadzaam is krachtige pogingen aan te wenden tot bevordering der handelsrelatiën met den Levant. De heer Mr. J. P. Amersfoordt heeft zijn ontslag gevraagd als burgemeester van Haarlemmermeer. Maandag a. s. zal ook te Utrecht eene reünie wor den gehouden van de vrijwillige jagers der Utrechtsche hoogeschool. Op 31 Aug. zal de hofstede Scheybeck bij Bever wijk worden verkocht. Zij was in de 17de eeuw het lust oord van den Amsterdamschen koopman Baeck, en de verzamelplaats van uitstekende letterkundigen van dien tijd. Yondel, Hooft en Yan Baerle waren er welkome gasten en hebben de schoonheden van dit buitenverblijf in hunne zangen verheerlijkt. Het zou te bejammeren zijn indien het in sloopershanden viel. Het Yondelsfeest zal van 3 tot 5 Oct. te Amster dam zeer luisterrijk worden gevierd. Aan den avond van den lsten dag zal er een groot Vondelsconcert plaats heb ben. Men zegt dat de middelgroep van den optocht door voorstellingen uit den //Gijsbrecht van Arastel" en uit de //Leeuwendalers" zal worden opgeluisterd. Op den 3den dag wenscht men met stoombooten naar het Muiderslot te gaan, waarvan de groote zaal gemeubeld en versierd zal worden in den stijl van Vondels tijd. In de vorige week is in deze provincie alleen in de gemeente Oud-Alblas een geval van veeziekte voor gekomen. Een boer bij Zwolle reed dezer dagen met vrouw en kind in een karretje naar de stad, om kermis te hou den. Aldaar aangekomen, spande hij schielijk uit, bracht het paard bij een bakker op stal, maar vergat in de ker misvreugde den rosinant iets voor te zetten. Deze was hierover lang niet voldaan, en toen hij al spoedig den reuk van het brood in den neus kreeg, trok hij zich de halster van den kop en ging in de stal op veldontdekking uit. Dit emancipceren bekwam hem echter slecht, want nauwelijks had hij eenige passen gedaan, of hij geraakte op een plat luik; dit bezweek voor zijne zwaarte, en hals over kop stortte hij in een diepen kelder. Toen de boer tegen middernacht zeer beneveld naar den stal ging, om in te spannen, was het paard verdwenen, en lang duurde het vóór hij ontdekte, dat het naar de onderwereld ver huisd was. Veel handen gingen nu aan het werk en na veel tobben met takels en dommekrachtendie in de weer barstige paardennatuur niet weinig tegenstand vonden mocht het na twee uren tijds gelukken, het arme dier, gelukkig ongeschonden, op zijn terrein terug te brengen. KOLONIËN. Belgis. De directie van den Brusselschen Dierentuin heeft bekend gemaaktdat zij eene overeenkomst met den acrobaat Blondin tot het geven eener voorstelling te Brus sel heeft aangegaan, en dat die voorstelling den 15den Augustus a. s. zal plaats hebben. Maandag j. 1. is te Ostende een der badgasten, de heer Mayer, een jong Berlijnsch bankier, het slacht offer zijner onvoorzichtigheid geworden; terwijl hij boven dien nog de oorzaak is geweest van het verlies van een menschenlevenen dat van drie andere personen in ern stig gevaar heeft gebracht. Hij is namelijk, onbekend met de gesteldheid van het strand, achteruitloopende over de laatste bank geraakt, in het wegzinken eene dame met zich medeslepende. Ondanks alle aangebrachte hulp heeft men den heer Mayer niet kunnen reddenterwijl men et slechts met groote moeite in geslaagd is, de dame in het leven terug te roepen. Een heer en eene dame, die ziet in de nabijheid bevonden en tot redding waren toegescho ten, zijn insgelijks op het punt geweest van te verdrin ken. De heer Hooghe, van Ostende, die te paard in zes was gereden om hulp te biedenis een offer zijner mensch lievendheid geworden. Gisteren liep het gerucht, dat de graaf van Ylaan deren geduelleerd zou hebben met den maarschalk Bazain: en dezen daarbij had gedood. Dit gerucht kwam iedo echter zeer onwaarschijnlijk voor. Men zegt ook, dat de kei zerin Charlotte thans kennis draagt van de wijze waaro[ haar gemaal is gestorven. Pkuisen. Te Kassei verwacht men een bezoek van de: koning. De quaestie over de doelmatigheid om in groot: steden openbare slachtplaatsen in te richtenwordt than: bij het ministerie overwogenten gevolge daarvan is bev- len, dat voortaan geen particuliere slachtplaats zal W gen worden gehouden zonder vergunning der politie. Oostenbijk. Te Gratz hebben eenige ongeregeldheden plaat3 gehad, omdat eenige studenten, Slovenen uit rinthië en Stiermarken, zich over de Duitschers vroolij- maakten en een onder anderen zeide: Wij, als toekomstig Eussen, zullen den Duitschers mores leeren. Dit gaf tö woordenwisseling aanleiding, die in gevechten ontaarddeni De Thermometer van Fahrenheit teekende alhier Vrijdag deg na middags te 5 uren 68°, Wind: Z. W., des avonds te 8 uren 63', te 10 uren 61°. Zaterdag morgen te 5 uren 59°, N. W., te 8 uren 63°, 's middags te 12 uren 68°, te 4 uren 69°. Het volgende verhaal van de verwoesting der suikerfabriek Kedaton-Ple- ret te Djocja ontleenen wij aan de Locomotief. Samar.Handelt b 1. Kedaton-P 1 ere t, een der grootste suikerondernemingen in het Djoc- jasche, was gebouwd in het jaar 1862, en mocht met recht roem dragen op eene doelmatige inrichting en prachtige gebouwen. De te velde staande oogst beloofde dit jaar veelen alles was gereed voor den maaltijd, welke onder de gunstigste omstandigheden zoude worden begonnenmaar een hoogere macht had het anders gewild. Den 9den Juni 's avonds tegen 10 uren begaf ik, die in dienst der on derneming was, mij naar huis; de lucht was een weinig bewolkt, maar de natuur uiterst kalm, en niets was er te bespeuren, dat onheil kon voorspellen. Gerust legde ik mij dan ook neder, doch omstreeks 4 uren werd ik gewekt door het huilen van een klein poedelhondje. Ik sprong uit het bed om te zien, of er ook onraad was, maar niets bespeurende legde ik mij weer neder; het beestje hield echter niet op te huilen. Spoe dig sliep ik evenwel weer in, maar deze slaap zal nauwelijks een klein half uur geduurd hebben, toen ik door een hevigeu schok gewekt en uit M bed geworpen werd; tegelijk met mijn val stortte do muur op mij neder, zooals ook het dak en de halken. Ik dreigde te stikken, een doods angst overviel mij en schonk mij ondenkbare krachten; ik gaf mij alle mogelijke moeite, om mij onder deze steen- en houtmassa uit te werken, en na eene ongelooflijke inspanning gelukte het mij door eene kleine opening de lucht te zien. Toen gevoelde ik mij gered, haalde vrij adem en werkte mij naar buitenik viel in den beginne nederde inspanning en de schrik hadden mij als het ware verlamd; ik wist niet wat er gebeurd was en, hoewel zwaar gekneusd, gevoelde ik geen pijn. Eindelijk kwam ik op de been en liep zoo goed en zoo kwaad ik kon naar het huis van den admi nistrateur; ik kon geen hand voor oogen zien, maar nabijkomende hoorde ik niets dan het kermen der gekwetsten en de kreten van «Mijn kind, mijn kind, mgn arm kind ligt hieronder bedolven!" Dit was een vreeselijk oogsnblik; nauwelijks kunnende voortkomen ea bjjna niets kunnende zien door de duisternisbespeurde ik toch een inlan der met een obor in de verte, en naar dien man toe te gaan en hemde flambouw te ontrukken, was het werk van een oogenblik. Hierop spoedds ik mij naar den administrateur: een vader, die op de puinhoopen van zijn eertijds prachtig huis te vergeefs in het duister zijn jongste kind zocht. Hoewel de flambouw een goed licht verspreiddezagen wij geen spoor van de min met het kinden toch moesten zij daar wezen. Met veel inspan ning gelukte het ons, een steenklomp van den gevel, grooter dan een O el in omtrek, weg te werken, en daaronder zagen wij het hoofd der min, bijna onkenbaar door bloed. Dat gezicht was vreeselijk; verbeeld u den vader, die niets anders kon denken, dan zijn geliefd kind verpletterd weer te zullen vinden! Van het overige gedeelte der min en van het kind konden wij door di steenmassa nog niets zien. Voorzichtig ruimden wij de puin weg, en nadat wij de romp der min daarvan bevrijd hadden, ligtten wij het kind er bijna ongedeerd onder uitde min had het arme schaap met haar borit beschermd U de vreugde der ouders te beschrijventoen zij hun doodgewaand kind bijna ongedeerd weer vonden, gaat mijne kracht te bovenieder vader en moeder zal zich het best in zulk een toestand kunnen verplaatsen. In dezelfde kamer, waar wij het kind zoo wondervol bewaard vonden, zagen wij nog een tweede baboe verpletterden een derde het been ver brijzeld, alsmede een jongen, wiens been vermorseld was, en die spoedig daaraan overleed. Toen wij de moeder en de kinderen in veiligheid hadden gebracht, keer den de administrateur en ik naar het tooneel van den ramp terug. Het was intusscben dag geworden. Voor de puinhoopen van het huis vondeo wij het hoofd van een inlander, dat totaal van den romp was afgeslagen, die op 12 pas afstand lag! Nu deden wij verder de rondte en vonden van de schoone fabriek Ke- daton-Pleret bijna geen steen op den anderen; alles was is een puin hoop herschapen!

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1867 | | pagina 2