i\°. 2297. Woensdag A". 1867. 7 Augustus. Prijs dezer Courant. Prijs der Advertentiën. Spoortreinen van Leiden naar 's-GravenhageDelft, Schiedam en Rotterdam: te 8 u. 30 m.; 10 u. 17 m.; 1 u. 55 m.; 3 u. 52 m., Stoomboot Volharding van Leiden (Haven) naar Amsterdam: Maandag ochtend te 4 u., overige dagen te 5 u.; van Amsterdam Binnen- Am9tel) naar Leiden: Maandag nam. te 2 n. 30 m. overige dagen nam. te 3 u. Zondags buiten dienst. Van Leiden naar Gouda Zondag 7 u.. overige dagen 5 u. 30 m. en 1 u. 45 ra. Van Gouda naar Leiden: Zondag 4 u. 45 m., overige dagen 10 u. en 5 u. 30. Nieuwe Stoombootdienst, langs de Haarlemmermeer, van Leiden (Haven) naar Arasterdam: Maandag ochtend te 4 u., overige dagen te 5 u., 's nam. te 3(4. van Amsterdam (Overtoom) naar Leiden: Zaterdag ochtend te 4 u., overige dagen te 5 u., 's nam. te 3 u. Zondags buiten dienst. Postbuslichtingen: (Lakenhal, Katoenfabriek en Nieuwstraat) 7 u. 30 ra., 10 u. 55 m.; 3 a. 35 m.; 7 u. 55 m. en op Zondag 10 u. 55 m. en 3 u. 35 m. O.-I. Landpost. 9, 16 en 25. W.-I. Mail 14 en voorlaatsten van elke maand. Rijkstelegraaf van 7 uren 'sm. tot 9 uren 'sav. Spoorwegtelegraaf van 8 u. 'sm. tot 10 u. 30 ra. 'sav. Gemeentebestuur. Burgemeester en WethoudersMaandag en Donderdag te 11 uren. Commissie van Fabricage, Woensdag te 12. BurgemeesterDinsdag, Woensdag, Vrijdag en Zaterdag te 11. Presid. der Comm. van Fabricage Zaterdags van 111. Plaatselijke Secre tarie, van 10—4. Thesaurie, van 92; Zaterdag van 912. Be Gemeente-architect is te spreken op het Raadhuis, van 121. Kantoor der In- en Uitg. Rechten en Accijnzen van 9—1 en van 46 urenvan 's Rijks Dir. BelastingenMaandag Dinsdag, Woensdag en Donderdag van 9—2; van Zegel en Registratie van 84; van de Hypoth. en het Kadaster van 9—4. LEIDSCH DAGBLAD. Voor Leiden, per 3 maanden1.95. Franco per posta 2.80. Afzonderlijke Nommers0.05. Deze Courant wordt dagelijksmet uit zondering van Zon- en Feestdagen, uitgegeven. Van 1-6 regels f 0.75; iedere regel meer f 0.126. Geboorte-, huwelijks- en doodberichten van 1 -4 regels f 0.90iedere regel meer f 0.15. 6 u. 9 m.; 8 u. 55 m.; 9 u. 42 m.; naar Haarlemen Amsterdam: te8 u. 35 ra.; 10 u. 26 m.; 11 u. 55 m.; 3 u. 1 ra.; 4 u. 57 m.; 7 u. 45 m.; 9 u. 56 m. Nu de verkiezingen weder hebben plaats gehad is het misschien een geschikt tijdstip om over onze verkiezingen in het algemeen een enkel woord in het midden te brengen. Zelfregeer ing der volken op ruimer en enger gebied is het streven van onze eeuw. Het spreekt wel van zelf, dat dit niet in dien zin opgevat kan worden, dat bet gebeele volk zou moeten regeereneen volk van louter regenten en bestuurders, waar niemand geregeerd of be stuurd wordt, is immers een onding. Zelfregeering kan in gezonden zin geen uitgestrekter beteekenis hebben, dan dat het volk zelf zijne bestuurders kiest. Al zou bet ook in theorie wenscbelijk zijn, dat het ganscbe volk die keuze deed, in de praktijk zou dit on uitvoerbaar wezen. Elk beroep en vak vereischt in hem, die bet uitoefentbepaalde eigenschappendie hem er toe in staat stallen. Niet anders is het met betrekking tot de keuze onzer regenten. Ook bij den kiezer wordt een zeker vermogen gevorderd, om van zijn recht naar eiscb gebruik te kunnen maken. Hij moet genoegzaam ontwikkeld zijn om zaken en personen te kunnen beoordeelenbezield met belangstelling voor het algemeen welzijn, en onafhankelijk om naar zijne overtuiging te kunnen handelen. Le vert nu ons kiesrecht biervoor de beste waarborgen op Kiezers zijn zij die eene bepaalde som gelds als belas ting opbrengenbet kiesrecht is uitgebreider naarmate die som grooter is. Op welken grond berust dit recht? Het zou kunnen zijn, dat men aan hen, die een zekere som betalen, een premie, een belooning heeft willen toe kennen evenals b. v. aan een veehandelaardie het grootste aantal koeien op de markt brengt. Maar daargelatendat bet verleenen van kiesrecht, op zulk een grond, hoogst onzinnig en een onzedelijk spelen met stads- en landsbe langen zou zijn, ware bet buitendien nog zeer onbillijk. Is het kiesrecht een premie, dan zou die niet moeten ge schonken worden aan bendie het meest in het algemeen maar die het meest in betrekking tot hun vermogen op brengen. Ook hier kan het penninkske der arme weduwe meer waard zijn dan de honderde guldens belasting door vermogenden opgebracht. Men zou voorts aldus kunnen redeneerendie bet meest opbrengt, bezit het meest; die het meest bezit, heeft het meest te verliezen en beeft dus bet meeste belang bij het bestuur van bet land. Deze meening heeft schijnbaar zoo veel voor zicb, dat zij inderdaad door niet weinigen hard op of in stilte als juist erkend wordt. Maar mag op dien Ingezonden. grond het kiesrecht worden toegekend? Wat moet het streven zijn, zoowel van de regeering als van ben die de regeering kiezenImmershet algemeen belang hoe kan dan billijker wijze het bijzonder belang tot grondslag van het kiesrecht gesteld worden? Juist, omdat bierbij de zaken zeer eenzijdig, bijna uitsluitend uit een finantieel oogpunt worden voorgesteld, zouden wij kiezers, op dien grond gerechtigdvoor onbevoegd houden. Bij voorbeeldbet algemeen belang eiscbt algemeene ontwikke ling en hierom uitbreiding en verbetering van bet onderwijs het bijzonder belang eiscbt opbrengst van weinig belasting en buitendien goedkoop werkvolk, en hiertoe moet juist het volk niet veel kennen en wetenhet moet zoo niet overal te recht kunnen. Zoo is juist de man van bet eigenbelang de egoïst ongeschikt voor de behandeling van de algemeene belangen. Er zou eindelijk bij bet verleenen van het kiesrecht nog deze redeneering ten grondslag kunnen liggen. Wie het meest betaalt, bezit het meest; wie bet meeste bezit, heeft het beste onderwijs ontvangen wie het best onderwezen is, is bet meest ontwikkeld en dus het meest geschikt om zaken en personen te beoordeelen. Wij kunnen natuurlijk niet anders dan in het algemeen spreken en dan kan deze redeneering juist zijn. Maar is bet billijk, dat belasting de eenige maatstaf is? On getwijfeld. niet. Juist in onzen tijd, waarin examens aan de orde zijn, hebben wij nog een anderen, vooral niet min der juisten maatstaf om iemands ontwikkeling te beoor deelen. Of zou men niet mogen verwachten, dat b. v. een advocaat, een geneesheer, een luitenant, een hoofdonder wijzer, een candidaat-notarisom niet meer te noemen, minstens even bevoegd zijn als zoo velen, wier belasting voor een goed deel in patenten bestaat? Zullen wij niet mogen aannemen, dat juist onder dezen de meest onaf hankelijke en verlichte kiezers schuilen? Waarom dan zoo vele en daaronder de beste krachten aan den staat ont houden? Wat zou biervan de reden zijn? Hierover magdunkt mijweieens nagedacht worden. Bij al hetgeen in officieele berichten gezegd wordt van de groote ingenomenheid der Nassauers met bet Pruisisch bestuur, is bet goed ook eens te luisteren naar uit Wiesbaden wordt geschreven: //Bij den wetgevende weldadigheid, waarmede men ons overstroomtmogen wijevenals de dorpspre vrouw drielingen ter wereld bracht, wel bid4 dra een einde kome aan den al te milden zJ d.eld drie nieuwe verordeningen daags, is een v jmigle^ëeb t

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1867 | | pagina 1