BINNENLAND. Ziedaar nog eens met een enkel woord het standpunt aange wezen waarop wij ons bij de aanstaande verkiezing wenschen te plaatsen, en ziedaar ook in de eerste plaats waarom wij zijn ingenomen met de candidatenlijst der beide kies- vereenigingen. Die ingenomenheid heeft intusschen nog een anderen grond: te weten de namen der personen die zijn aanbevolen ter vervanging van de bekende tegenstanders van het openbaar onderwijs. Indien politiek overleg geheel vreemd is aan de uitsluiting van twee raadsledendan be hoort dit ook duidelijk te blijken uit de candidatendie men tegenover hen stelt. Men weet hoe gaarne onze tegenstan ders spelen met de woorden radicaal en modern, en welke akelige tafereelen zij kunnen ophangen van het karakter, den modernen radicaal eigen. Welnu, die oppositie is hier afgesnedende stoutmoedigste noch de dwaaste zal het wa gen die geduchte woorden toe te voegen aan de namen van Mr. P. C. Lezwijn en A. G. Hesselswel wetende dat geen sterveling te Leiden hem gelooven zou. Wil men die heeren beoordeelendan kan het niet zijn naar de verdiensten van deze of gene politieke partijmaar moet het wezen naar hunne persoonlijke eigenschappenen dergelijk oordeel kun nen de beide candidaten zeker veilig afwachten. Wij geloo ven niemand iets te kort te doen, wanneer wij beweren, dat het moeite zou kosten te Leiden een persoon te vin den die zich jaren lang zoo volkomen heeft toegewijd aan de publieke belangen van zijne geboortestad als Mr. Le zwijn. Aan tal van kerkelijke en philanthropische instellingen verbonden, heeft hij overal waar hij werkte doorslaande blij ken gegeven, niet alleen van zijn helder doorzicht maar ook van zijn door niemand overtroffen ijver. Indien ooit het verledene een waarborg kan opleveren voor de toe komst, dan mag men hier veilig voorspellen, dat de heer Lézwijn als lid van den Raad al zijne krachten zal wijden aan het belang der gemeente. De heer Hessels onderscheidt zich door dezelfde goede eigenschappen en wie hem het best kennen zullen zeker het meest geneigd zijn die waarheid te erkennen. Maar daarenboven en dit achten wij geen gering voordeel de heer Hessels beweegt zich in die kringen van onze bur gerij op welker bijzondere vertegenwoordiging in den Ge meenteraad meermalen is aangedrongen. De gelegenheid daartoe-Staat nu open en de meerderheid onzer kiezers zal naar wij vertrouwen die gelegenheid niet ongebruikt wil len laten voorbijgaan. Wij zeggen niets van 'de candidatuur van onzen geachten burgemeester. Immers die candidatuur, nergens bestreden behoeft zeker geene bijzondere aanbeveling. Leidsche belangen. Aan allen die belangstellen in de oprichting van een gebouw op de Ruïne voor tentoonstellingen, muziekuit voeringen en bijeenkomsten van allerlei aard binnen deze stad, wordt dezer dagen een exemplaar toegezonden van een adres aan den gemeenteraad, waarbij verzocht wordt: 1°. Het recht van opstal op het gedeelte der Ruïne, op de nevensgaande teekening aangewezen, ter grootte van 78 vierk. roeden en 40 vierk. ellen en voor den tijd van hoogstens 62 en een half jaar. 2°. Borgtocht voor de jaarlijksche aflossing ad 2000 guld. van het te negotieeren kapitaal ad 125,000 gulden, en voor de betaling der rente ad 4'/2 °/0 per jaar van het onaf geloste gedeelte, en zulks tegen hypothecair verband op het op te richten gebouivten beloope van het volle be drag der mogelijk ivordende betalingen, en het recht van kostelooze natrekking van het gebouw en den daarbij behoorenden aanleg na het verstrijken van den bovenge- noemden termijn. Beide verzoeken worden in het adres uitvoerig toegelicht, terwijl als bijlagen daarbij gevoegd zijn: 1°. Naamlijst van hen die zich bereid verklaard hebben om, tegen een jaar lijksche contributie van f 15lid te worden der in het gebouw te vestigen Harmonie. 2°. Betuigingen van sym pathie van het bestuur der Maatschappij voor Toonkunst, van Sempre Crescendo, der Leidsche Zangvereeniging en der Dilettanten-vereeniging. 3°. Raming der inkomsten en uitgaven voor de in het gebouw te vestigen Harmonie, met memorie van toelichting. 4°. Uitvoerige raming der kos ten benoodigd voor het oprichten van het gebouw en den aan leg van het daarbij behoorend terrein. 5°. Uittreksel van den perceelsgewijzen kadastralen legger der gemeente Leiden. 6°. ^chetsteekening van de groote Ruïne, ter aanwijzing van het aangevraagde terrein en van den omvang van het op te richten gebouw. 7°. Plattegrond-teekening van het ge bouw en van den daarbij te voegen aanleg. 8°. Schet3 der voornaamste opstanden van het gebouw. Hebben wij reeds meermalen onze groote ingenomen heid met dit plan uitgesproken, wij vestigen thans inzon derheid de aandacht op het adres, waarin de bedoelingen en wenschen des oprichters volledig en duidelijk zijn om schreven. Reeds voor eenige jaren kwam dezelfde zaak in den Raad ter sprake. Hare behandeling werd destijds uit gesteld totdat duidelijker van de sympathie der ingezetenen zou zijn gebleken. Welnu, dat er sympathie voor het plan bestaat, bewijzen de handteekeningen van bijna 400 inge zetenen. Ook hebben de besturen van verschillende hier ge vestigde inrichtingen van hunne ingenomenheid de duide lijkste blijken gegeven. Er valt dus niet aan te twijfelen of de Raad zal dit adres in ernstige overweging nemen. Wij hopen dat de bezwaren, die er misschien tegen het inwilligen der beide verzoeken kunnen worden ingebracht, voldoende opgelost zullen worden. Indien zijdie zich tot hiertoe niet bij de ontwerpers hebben aangeslotendaartoe thans mochten kunnen besluiten, dan zou het misschien de leden van den Gemeenteraad nog gemakkelijker worden gemaakt eene gunstige beschikking te nemen. LEIDEN, 11 Juli. Hedenmiddag zijn de overgangsexamens van het Gym nasium, die Maandag aanvingen, ten einde gebracht. De volgende leerlingen zijn tot hoogere klassen bevorderd gewor den Yan de 5de klasse tot de hoogeschool A. van Leeuwen van de 4de tot de 5de kl. J. A. PrinsC. G. Menzel en J. Rollandet; van de 3de tot de 4de kl. onvoorwaardelijk A. M. Garrer en E. E. van Goens, voorwaardelijk E. A. van Buttingha Wichers en J. J. P. Tichler; van de 2de tot de 3de kl. onvoorwaardelijk J. Scbeltema, E. N. Pont en D. J. van Arkel, voorwaardelijk J. H. Abendanon; van de 1ste tot de 2de kl. onvoorwaardelijk J. M. van Benten C. C. Sepp, J. Yisser, J. P. van OuterenA. Niermeyer, en H. J. Simons, voorwaardelijk H. O. W. Prijn. Hedenmorgen te tien uren had in de Stadsgehoorzaal de openbare les en prijsuitdeeling plaats voor de school van mej. Renssen; te twee uren voor die van mej. Jesse. Vol gens de verleden jaar vastgestelde verordening konden al leen aan de leerlingen der hoogste klasse prijzen worden uitgereikt, terwijl nog bovendien aan haar, die de school verlietennadat zij het onderwijs in de hoogste klasse met vrucht hadden genoten, een loffelijk getuigschrift werd ge geven. Er werden alzoo uitgereikt: op de school van mej. Renssen een prijs aan mej. J. A. Simon Thomas, een prijs en een getuigschrift aan mej. L. G. ten Cate. Op de school van mej. Jesse een prijs aan de leerlingen H. M. Niemeyer, T. G. Beijl, C. E. Tullink, A. L. Bonte, C. Broekhoff, A. N. Leeuw; een prijs en een getuigschrift aan C. E. Hakbijl, M. G. C. Japikse, C. J. Livingston, E. J. Beusemaker, C. W. van |Dijk, M. Kelder, C. J. G. van der Upwich, H. C. Valk, J. Gerike. Beide openbare lessen werden bijgewoond, behalve door eene commissse uit het dagelijksch bestuur, door verschei dene leden der plaatselijke schoolcommissie en eenige ouders. De burgemeester gaf aan de leerlingen de verzekering, dat hij hoogst tevreden was over de gemaakte vorderingen betuigde aan de hoofdonderwijzeressen zijn dank voor den ijver, en de bekwaamheid waarmede zij haar moeilijke taak voor welke zij zoo geheel berekend bleken te zijn, ook weder dit jaar hadden vervuld en stelde ze tot een voorbeeld aan de hulponderwijzeressen en kweekelingen die haar zoo uitstekend hadden ter zijde gestaan en van wie de directeur der normaalschool zulke bijzonder goede rapporten had gegegeven. Morgen zal de prijsuitdeeling plaats hebben voor de school van den heer Japikse te niet uren en voor die van den heer Yan Wijk te twee uren. Z. M. heeft benoemd tot ontv. der reg. en dom. te Ommen den heer L. Beijerinck, thans surnumerair; tot dir. der reg. en dom. voor het hertogdom Limburg den heer W. F. Gratama, thans inspect, van de 2de kl.; en tot kommandeur der orde van den Nederl. Leeuw Mr. P. J. A. M. van der Does de Willebois, comm. des konings in het hertogdom Limburg tot ridders dier orde Mr. H. F. K. E. Seydlitz, lid van ged. staten van het hertogdom Limburg, Mr. A. J. J. H. Thissen, lid van de staten van Limburg, te Roermond, en L. de Scheemaker, control. 2de kl. in de afd. Siak; pens, verleend aan H. F. Fijnje van Salverda, en Johannis Justema, ambtenn. van den waterstaat; tot burgem. der gemeente Elburg benoemd Mr. W. Tonckens, burgem. te Giethoorn; aan Mr. J. A. G. baron de Vos van Steenwijk, eervol ontsl. verleend als burgem. der ge meente Zwolle, en benoemd tot lid van de algem. rekenkamer in Nederl. Indio J. F. Mossel, secret, bij het dep. van marine aldaar.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1867 | | pagina 2