N°. 2271. A°. 1867. 8 Juli. Maandag Prijs dezer Courant. Deze Courant wordt dagelijksmet uit zondering van Zon- en Feestdagen uitgegeven. Prijs der Advertentiën. Spoortreinen vaa Leiden naar 's-GravenhageDelft, Scliiedam en RjtterJara: te 8 ii. 30 m.; 10 u. 17 m.; 1 tl. 55 m.; 3 u. 52 m., Stoomboot Volharding van Leiden (Haven) naar Amsterdam: Maandag ochtend te 4 u., overige dagen te 5 u.; van Amsterdam (Binnen- Amstel) naar Leiden: Maandag nam. te 2 u. 30 ra. overige dagen nam. te 3 u. Zondags buiten dienst. Van Leiden naar Gouda Zondag 7 overige dagen 5 n. 30 ra. en 1 u. 45 ra. Van Gouda naar Leiden: Zondag 4 u. 45 m, overige dagen 10 u. en 5 u. 30. Nieuwe Stoombootdieust, langs de Haarlemmermeer, van Leiden (Haven) naar Arasterdam: Maandag ochtend te 4 u., overige dagen te 5 u., 'snam. te 3$£ van Amsterdam (Overtoom) naar Leiden: Zaterdag ochtend te 4 u., overige dagen te 5 u.,'s nam. te 3 u. Zondags buiten dienst. Wij ontvingen gisteren het volgende schrijven, dat wij meenen eene plaats te moeten geven aan het hoofd van dit blad: Mijnheer de Redacteur! Ik kom u zeggen, dat UEd. volkomen gelijk heeft met te verlangen, dat de burgerij nog eens hare opinie over het voorstel van den heer Scheltema zal uitspreken. Bij de laatste verkiezingen hebben wij het niet kunnen doen, en ik kan dit aan UEd. niet beter bewijzen dan door te ver tellen hoe het mij daarbij gegaan is. Ik zal dan maar beginnen met UEd. te zeggen, dat ik bij elke gelegenheid met Vaderland en Oranje" heb mee- gestemd; maar, al was ik geen vriend der liberalen, dan moet UEd. niet denkendat ik tegen het onderwijs was. Zelf ben ik een voorbeeld van hetgeen het onderwijs ver mag. Ik ben maar een burgerman geblevenmaar heb het toch, Goddank, in de wereld verder kunnen brengen dan mijn vader, en waarom? Omdat ik op het Genootschap heb kunnen gaan en mijn vader niet. Aan wat ik daar geleerd heb, ben ik alles verschuldigd. Toen nu de hoogere burgerschool werd opgerigtheb ik mij laten vertellenwat er alzoo op onderwezen zou worden. Daar was wel het een en ander on der, wat ik dacht, dat een burgerman wel kon missen, maar ook heel veel wat ik zeer blijde zou zijn te weten, en dat mij zeer goed te pas zou komen. Ik dacht: heb ik, omdat ik meer geleerd hebhet beter in de wereld dan mijn vaderdan zal mijn zoonzoo bij meer leerthet nog beter hebben. Ik besloot dan ook dadelijk, hem, wanneer hij bij den heer Van Wijk volleerd zou zijn, naar die nieuwe school te zenden. Het zou mij wel zwaar vallen, hem nog zoo lang te onderhouden zonder dat hij iets kon verdienen, ook die zestig gulden aan schoolgeld, waar nog, zeggen zij twintig a dertig gulden aan boeken bij komen, zouden moeijelijk worden opgebragt, maar mijne vrouw zei, dat als we maar gedurende die vijf jaren wat zuinig leefden, bet nog wel gaan zou. Wij hebben ook niet voor zoo heel veel kinderen te zorgen. Terwijl ik nu met die mooije plannen bezig was, daar lees ik in de Leydsche Courant eenige brieven, waarin mij verteld wordt, dat de heer Scheltema onder anderen aan den Raad had voorgesteld het schoolgeld op de hoo gere burgerschool maar even te verdubbelen. Ik zou dus, wanneer mijn zoon daar school ging, honderd twintig gul den moeten betalen! Ik behoef UEd. niet te zeggen, dat daar voor mij niet aan te denken vielen dat toen zij mij kwamen bepraten om te stemmen voor heeren, die op dat voorstel ja en amen zouden zeggen, zij van mij geen aller- viendelijkst bescheid kregen. Maar ziet, den dag vóór dat de stemming zou plaats hebben, wordt ons aan huis be zorgd een strooibriefje van den jongsten heer Kneppelhout, waarin gezegd werd, dat men het voorstel van den heer Scheltema had aangevallen zonder bet te kennen, en in het nummer uwer Courant, dat dienzelfden avond ver scheen, stond een brief van den heer Scheltema, waarin, hetzelfde verkondigd werd. Ik ben nooit in mijn leven zoo verontwaardigd geweest, als toen. Ik liep dadelijk naar een buurman, die altijd, sedert de Aprilbeweging, met de liberalen heeft meegestemd, en zei hem: daar heb ben uwe vrienden wederom een staaltje van hunne eer lijkheid gegeven. Wat zij van het voorstel van den heer Scheltema verteld hebben is niet waar. Kijk maar eens! en ik gaf hem het strooibriefje met de Courant. Waar leest gijkreeg ik tot bescheiddat er onwaarheid door de liberalen gesproken is Die luidaar gij zoo veel mee op hebt, en hierbij keek hij mij zoo raar aan zeg gen alleen, dat zij, die over het voorstel geschreven heb ben, dat voorstel niet in handen hebben gehad, zij zeg gen niet dat hetgeen er van gezegd is, onwaar is. Dus, hernam ik, zijn het in uwe oogen de heeren Kneppelhout en Scheltemadie de burgerij willen misleiden Zij willen ons doen gelooven dat er onwaarheid gesproken is, maar weten beter. Ik beoordeel nieraands bedoelingen, was het antwoordmaar op één ding kunt gij staat maken was er van het voorstel maar het minste gezegd, dat niet volkomen juist was, men zou er geen doekjes om gewon den hebben. Mijn buurman had mij wel wat van mijn stuk gebragt; maar dat zulke voorname heeren ons zouden hebben wil len misleidenof beiden toevalligerwijze dezelfde duistere woorden zouden hebben gebruikt, waardoor ik zoo in de war moest raken, het wilde er bij mij niet in. Ik besloot dan ook maar te doen, zoo als ik altijd gedaan had en voor de candidaten van //Vaderland en Oranje" te stem men. Het overige zou zich naderhand wel ophelderen. Dat ik naderhand over dat besluit wat een berouw heb gehad, ik behoef het UEd. zeker niet te zeggen. Die de brieven in de Leydsche Courant geschreven hadden, wisten maar al te goed, hoe de vork in den steel zat. Het plan van den heer Scheltema bragt wel degelijk mee, dat de hoogere burgerschool voor onze kinderen ontoe gankelijk zou zijn, terwijl, zoo als UEd. zeer goed gezegd heeft, die school niet voor weinigen maar voor velen moet dienen. Ik moet u ondertusschen zeggen, Mijnheer de Redac teur dat het nog ziet zoo zeker isdat ik tegen den heer Cock zal stemmen. Is dat nu wel zoo noodig Raakt de heer Scheltema uit den Raaddan zullen immers de overige heeren wel merken hoe laat het is, en niet meer probee- ren het schoolgaan te Leiden zoo duur te maken. Heb ben wij dan niet wat wij willen? Met deze regels in UEd. Courant te plaatsen zal zeer verpligten N. N. LEIDSCH DAGBLAD. Voor Leideu, per 3 maanden1.95. Franco per post2.80. Afzonderlijke Nommers0.05. Van 1-6 regels f 0.75; iedere regel meer f 0.126, Geboorte-, huwelijks- en doodberichten van 1-4 regels f 0.90; iedere regel meer f 0.15. 6 u. 9 m.; 8 n. 55 ra.; 9 u. 42 na.; naar Haarlem en Amsterdamte 8 n. 35 m.; 10 n. 26 tn.; 11 u. 55 m.; 3 u. 1 m.; 4 u. 57 m.; 7 u. 45 m.; 9 u. 56 m. Te Leiden weet ieder wat „het Genootschap" beteekent, namelyk het genootschapMathesis Scientiarum Genitrix. Red.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1867 | | pagina 1