N°. 2264. Zaterdag A°. 1867. 29 Juni. Prijs dezer Courant. Deze Conrant wordt dagelijksmet uit zondering van Zon- en Feestdagen nitgegeven. Prijs der Advertentiën. Spoortreinen van Leiden naar 's-GravenhageDelft, Schiedam en Rotterdam: te 8 u. 30 m 10 u. 17 m.; L u. 55 m.; 3 u. 52 ra., 6 u. 9 ra.; 8 u. 55 m.; 9 u. 42 ra.; naar Haarlem en Amsterdamte 8 u. 35 m.; 10 u. 26 m.; 11 u. 55 m.; 3 u. 1 ra.; 4 u. 57 m.; 7 u. 45 m.; 9 u. 56 m. Stoomboot Volharding van Leiden (Haven) naar Amsterdam: Maandag ochtend te 4 n., overige dagen te 5 u.; van Amsterdam (Binnen- Amstel) naar Leiden: Maandag nam. te 2 u. 30 m. overige dagen nam. te 3 u. Zondags buiten dienst. Van Leidon naar Gouda Zondag 7 overige dagen 5 u. 30 m. en 1 u. 45 m. Van Gouda naar Leiden: Zondag 4 u. 45 m, overige dagen 10 u. en 5 u. 30. Nieuwa Stoombootdienst, langs de Haarlemmermeer, van Leiden (Haven) naar Arasterdam: Maandag ochtend te 4 u., overige dagen te 5 u., 's nam. te 3$£ u.; van Amsterdam (Overtoom) naar Leiden: Zaterdag ochtend te 4 u., overige dagen te 5 u.,'s nam. te 3 u. Zondags buiten dienst. Postbuslichtingen: (Lakenhal, Katoeufabriek en Nieuwstraat) 7 u. 30 m., 10 u. 55 ra.; 3 u. 35 ra.; 7 u. 55 m. en op Zondag 10 u. 55 ra. en 3 u. 35 m. O.-I. Landpost. 9, 16 en 25. W.-I. Mail 14 en voorlaatsten van elke maand. Rijkstelegraaf van 7 uren 'sra. tot 9 uren 'sav. Spoorwegtelegraaf van 8 ii, 'sm. tot 10 u. 30 m. 'sav. Gemeentebestuur. Burgemeester en WethoudersMaandag en Donderdag te 11 uren. Commissie van Fabricage, Woensdag te 12. BurgemeesterDinsdag, Woensdag, Vrijdag en Zaterdag te 11. Presid. der Comm. van Fabricage Zaterdags van 111. Plaatselijke Secre tarie, van 104. Thesaurievan 92; Zaterdag van 912. De Gemeente-architect is te spreken op het Raadhuis, van 121. Kantoor der In- en TJitg. Rechten en Accijnzen van 9—1 en van 4—6 uren; van's Rijks Dir. Belastingen, Maandag Dinsdag, Woensdag en Donderdag van 9—2; van Zegel en Registratie van 84; van de Hypoth. en het Kadaster van 9—4. in Na eene discussie, die acht zittingen heeft ingenomen, is de zitting der Tweede Kamer van 27 Juni het wets ontwerp betreffende de uitgifte iu erfpacht van gronden in Nederlandsch Indië ingetrokken. De naaste oorzaak daarvan is de aanneming van een amendement van den heer Fransen van de Putte in de zitting van den vorigen dagvolgens het welk alle ingezetenen van Nederlandsch Indië, van welken landaard ookals erfpachters konden worden toegelaten. Het regeerings-ontwerp wilde de eigenlijke inlanders van de ver werving van gronden in erfpacht uitsluiten, omdat aan dezen reeds het betere recht tot ontginning van woeste gronden toe komt, en wat vooral aan velen aanstoot gaf zelfs de Christen-inlandersdie anders met Europeanen zijn gelijk ge steld. Of vreemde Oosterlingen (ChineezenArabieren, enz.) bij de uitgifte tot mededinging zouden worden toegelaten wilde het regeerings-ontwerp in ieder voorkomend geval aan de beslissing van den gouverneur-generaal overlaten. Noch de conservatieven, die den grond van geheel Java, bebouwd of woest, voor de Javanen willen bewaren,'be houdens de willekeurige beschikking daarover door het gouvernement ten behoeve der cultures noch de liberalen die alle bestaande rechten willen gehandhaafdversterkt en tegen inbreuk bewaard zienmaar de in waarheid woeste en door niemand geoccupeerde gronden gelijkelijk voor allen willen openstellendie er kapitaal en arbeid aan wil len wagen, konden vrede hebben met het voorstel der re geering. Den eersten ging het veel te verden anderen niet ver genoeg. Dagen lang zag men de beide partijen met onverzettelijke volharding bij iedere gelegenheid om het langste touwtje trekken, en de conciliante minister gaf ook nu weder een lonk naar de eene en een knik naar de andere zijde. Met loven en bieden waren eenige artikelen (een zestal na acht dagen haspelens) tot stand gekomen; maar ongelukkigerwijze voor den minister bevatte het amen dement-Van de Putte op art. 7 een element, waarmede beide strijdende partijen zich konden vereenigen. Het amen dement- wa3 de zuivere uitdrukking van de liberale meening, maar de conservatieven, die steeds zoo hoog van hunne belangstelling in de rechten der inlandsche bevolking heb ben opgegevenachtten zich onbezwaard om tegenover den minister het stelsel aan te nemen, dat, zoo er dan toch eenmaal erfpacht komen zou, de inlander niet van de me dedinging moest worden uitgesloten, en daardoor tot den val van een minister mede te werkendie hun reeds lang door zijne overhelling tot sommige liberale begrippen een doorn in het oog was. Voorde conciliante politiek van den minister bleven ten slotte van 63 stemmen slechts 4 over. Dit is dan het treurige einde van de poging om de kolo niale quaestie door conciliante politiekd. i. door gemis aan stelseldoor iets dat noch vleeschnoch visch is en ten slotte niemand voldoet, op te lossen. De Kamer heeft getoond dat zij is, wat ieder verwacht heeft, die in het vorige jaar hare wording heeft gadegeslagen, onhandelbaarder dan eenige vroe gere. Men wilde de liberale richting knakkenmaar kon het zelfs met aanwending der bedenkelijkste middelen, niet zoo ver brengen dat eene bepaald conservatieve meerderheid verkregen werd. Met zulk een Kamer, waarin de beide partijen elkander ongeveer opwegen is het regeeren uiterst moeilijk. De con ciliante politiek was het eenige wat overbleef. Maar nu ook deze een volkomen échec heeft geleden, omdat bij de eerste voegzame gelegenheid de beide strijdende partijen zich tegen haar vereenigden, wat rest er nu nog Niets dan schromelijke verwarring en onvermogen om iets wezenlijks uit te i'ichten, totdat de gelegenheid om eenige vacatures in de Kamer te vervullen de natie zal hebben opgeroepen om te toonen of zijna de verkregene ervaringde conservatieve of de liberale beginselen wil. Van de conciliante politiek is niets meer te verwachten. Het behoort tot de tactiek onzer tegenpartij alle recht zinnige protestanten en katholieken als even zoovele voor standers van het bijzonder en vijanden van het openbaar onderwijs voor te stellen. Bezoek ondertusschen een onzer openbare scholen, en op dezelfde banken zult gij vreed zaam naast elkander gezeten zien de kinderen uit de meest orthodoxe, zoowel K. C. als protestantsche gezinnen. En waarom zouden wij er ons over verwonderen? Weten de ouders niet uit eigene ondervinding, dat het onderwijs, 't welk aan hunne kinderen op die scholen gegeven wordt deze niet beletten zal steunpilaren hunner kerk te worden zoo het leerstellig godsdienstig onderwijs dat zij elders ont vangen die strekking heeft en de huiselijke opvoeding daar toe medewerkt? Wij hebben gezegd uit eigene onder vinding: want de openbare gemengde school moge nieuw zijn, de bijzondere gemengde school is het niet, en de meesten onzer, hetzij orthodoxen, hetzij min der orthodoxen, hebben nooit eene andere bezocht. Waarom zou er nu voor het religieuze leven onzer natie onze tegenpartij gelieve te gelooven dat die ons evenzeer ahrifSm ter harte gaat, van de eerste meer dan van daoweecte-* te vreezen zijn LEIDSEH DAGBLAD Voor Leiden, per 3 maanden1.95. Franco per post2.80. Afzonderlijke Nommers0.05. Van 1-6 regels f 0.75; iedere regel meer f 0.12*1. Geboorte-, huwelijks- en doodberichten van 1-4 regels f 0.90; iedere regel meer f 0.15.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1867 | | pagina 1