N«. 2263. Vrijdag A". 1867. 28 Juni. Prijs dezer Courant. Deze Courant wordt dagelijksmet uit zondering van Zon- en Feestdagen, uitgegeven. Prijs der Advertentiën. Spoortreinen van Leiden naar 's-GravenhageDelft, Schiedam en Rotterdam: te 8 u. 30 ra 10 u. 17 ra.; I u. 55 m.; 3 u. 52 ra., 6 u. 9 ra.; 8 u. 55 m.; 9 u. 42 ra.; naar Haarlemen Arasterdam: te8 u. 35 m.; 10 u. 26 m.; 11 u. 55 ra.; 3 u. 1 m.; 4 u. 57 m.; 7 u. 45 m.; 9 u. 56 n». Stoomboot Volharding van Leiden (Haven) naar Amsterdam: Maandag ochtend te 4 u., overige dagen te 5 u.; van Amsterdam (Binuen- Arastel) naar Leiden: Maandag nam. te 2 u. 30 m. overige dagen nam. te 3 u. Zondags buiten dienst. Van Leiden naar Gouda Zondag7 u« overige dagen 5 u. 30 ra. en 1 u. 45 ra. Van Gouda naar Leiden: Zondag 4 u. 45 m., overige dagen 10 u. en 5 u. 30. Nieuwe Stoombootdienst, langs de Haarlemmermeer, van Leiden Haven) naar Amsterdam: Maandag ochtend te 4 u., overige dagen te 5 n., 'snam. te 3$ u.; van Arasterdam (Overtoom) naar Leiden: Zaterdag ochtend te 4 u., overige dagen te 5 u., 's nam. te 8 u. Zondags buiten dienst. Postbuslichtingen: (Lakenhal, Katoenfabriek en Nieuwstraat) 7 u. 30 ra., 10 u. 55 m.; 3 u. 35 ra.; 7 u. 55 ra. en op Zondag 10 u. 55 m. en 3 u. 35 m. O.-I. Landpost. 9, 16 en 25. W.-I. Mail 14 en voorlaatsten van elke maand. Rijkstelegraaf van 7 uren 'sm. tot 9 uren 'sav. Spoorwegtelegraaf van 8 u. 'sm. tot 10 u. 30 ra. 'sav. Gemeentebestuur. Burgemeester en WethoudersMaandag en Donderdag te 11 uren. Commissie van Fabricage, Woensdag te 12. BurgemeesterDinsdag, Woensdag, Vrijdag en Zaterdag te 11. Presid. der Comm. van Fabricage Zaterdags van 111. - Plaatselijke Secre tarie, van 10—4. Thesaurie, van 9—2; Zaterdag van 912. Be Gemeente-architect is te spreken op het Raadhuis, van 121. Kantoor der In- en Uitg. Rechten en Accijnzen van 9—1 en van 4—G uren; van's Rijks Dir. Belastingen, Maandag Dinsdag, Woensdag en Donderdag van 9—2; van Zegel en Registratie van 8—4 van de Hypoth. en het Kadaster van 9—4. Sommige dagbladschrijvers hebben een wonderlijke ma nier van met de waarheid om te springen. Bloote vermoe dens deelen zij mededoor middel van insinuatiesals waren het halve waarhedeno n waarheden verkondigen zij als heele waarheden; en met halve waarheden handelen zij alsof het meer dan waarheden gold. Zoo heeft het Dagblad van Z.-H. en's-Gravenhage, toen de Köln. Ztg. eenige hatelijke artikelen tegen ons vader land en ons vorstenhuis bevatte, door allerlei vuile insi nuaties willen doen gelooven, dat die artikelen van de redactie van het Leidsche Dagblad, of ten minste uit den kring der begunstigers van dat blad, afkomstig waren. Op zulke zijdelingacbe, ongerijmde beschuldigingen acht een fatsoenlijk man het beneden zich te antwoorden. Maar we zijn nu iets verder gekomen. Het Dagblad van Z.-H. brengt nl. in een noot van zijn nommer van Dins dag 25 dezer twee feiten ter kennisse zijner lezers, of die ver één feit, //voor welks juistheid het instaat" en één gewoon feit zonder meer. Vooreerst zegt het, //dat genoemde artikelen geschreven zijn door een Duitscherdestijds te Lei den woonachtig en sedertjuist vanwege de verontwaar diging door dat feit opgewektnaar Bonn vertrokken." Ten tweede, //dat die Duitscher de eer genoot van de da- gelijksche vriend te zijn van hen, die te Leiden zich aan het hoofd bevinden van de radicale (lees: liberale) partij." Op de mededeeling van //feiten," wanneer die minder juist is, kan een fatsoenlijk man antwoorden door eene eenvoudige rectificatie; daarom aarzelen wij niet te ver melden wat ons, na nauwkeurig onderzoek, is gebleken waar te zijn. Dat de bedoelde Duitscher, toen hij nog te Leiden woonde, correspondent was der Köln. Ztg., lijdt geen twijfelvelen houden het er dan ook voor, dat hij die hatelijke artikelen ge schreven heeft of er ten minste de stof voor heeft geleverd. Evenwel mogen wij het volgende niet verzwijgen, dat ons van eene geachte zijde werd medegedeeld: Bij gelegenheid, dat die Duitscher voor het laatst gast was bij een der meest geachte ingezetenen onzer stad, wiens liefde en geestdrift voor Va derland en Oranje algemeen bekend zijn, vroeg hij het woord en wees, geheel ongevraagd, de beschuldiging van zich af, dat hij, zooals het gerucht toen reeds zeide, de schrij ver der bedoelde artikelen zou zijn. Hij voegde er zelfs bijdat hij alleen den literarischen toestand van Neder land in Duitsche bladen had beschreven; dat hij, zoo hij ooit over onzen politieken toestand zich had willen uitla ten, dit gansch anders zou gedaan hebben, en dat, zoo hij de hem^toegedichte gevoelens van vijandschap of van min achting voor Nederland en Oranje koesterde, hij de her haalde uitnoodigingen van zijn gastheer niet zou hebben durven aannemen. Een der gasten heeft mij verzekerd dat, zoo men vast overtuigd was geweest met een eer lijk man te doen te hebben, na die woorden alle reden tot verdenking zou zijn weggenomen. Wij weten niet in hoeverre die Duitscher toen de waarheid heeft gesproken of verdraaid; maar zeker is het, dat bij er nooit aan ge dacht zou hebben, zich tegen die beschuldigingen der pu blieke opinie te verdedigenwanneer hijzooals het Dag blad van Z.-H. wil, zijne artikelen geschreven had //onder bescherming van radicalen te Leiden." En dit brengt ons tot het tweede //feit" van het Dagblad. Dat de bedoelde Duitscher, als vreemdeling en als lit terator bij sommige Leidsche familiën gastvrijheid heeft ge noten, is waar; maartoevallig behooren deze, zoo niet alle tot de behoudendedan toch tot de in politieke quaesties meer neutrale richting. De heeren, die het Dagblad h de hoofden der Leidsche radicalen" gelieft te noemen, heb ben nooit in vriendschappelijke betrekking tot den Duit scher gestaanenwel verre van zijne beschermheeren te mogen heetenmoeten zij veeleer onder diegenen gerang schikt worden, die zich het meest van hem verwijderd hielden. Na deze mededeelingen hopen wij van alle verdere insinua ties en beschuldigingen in den tekst of in de nooten van het Dagblad van Z.-H., betreffende deze teedere zaak, ver schoond te zullen blijven, terwijl genoemd blad er tevens uit moge zienhoe w ij met de waarheid wenschen te han delen en anderen te zien handelen. Uit de nalatenschap van Meester Pot. Meester Pot is de held van een keurig verhaal, door de schrijvers van //Los en Vast" in hunne onlangs ver schenen derde aflevering geplaatst. Hem wordt de opleiding van Jantje van der Zaag opgedragen, van wien hij een onderwijzer tracht te maken volgens zijne eigene begin selen, en niet volgens de officieele tradities van den ge meenteraad en den schoolopziener. Die onderneming loopt echter niet schitterend af. Jan wordt wel een man, door trokken van Meester Pot's groote en liberale ideën, maar Jan wordt geen onderwijzer: hij lijdt de nederlaag, als bij in den Haag tegenover schoolopzieners en hoofd onderwijzers staat om examen te doenen moet 1 gebogen hoofd bij zijn leermeester terugkomen./,:Meeste^< LEIDSCH DAGBLAD. Voor Leiden, per 3 maanden1.95. Franco per post2.S0. Afzonderlijke Nommers0.05. Van 1-6 regels f 0.75; iedere regel meer f 0.1 J4, Geboorte-, huwelijks- en doodberichten van 1-4 regels f 0.90; iedere regel meer f 0.15.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1867 | | pagina 1