N°. 2258. Zaterdag A°. 1867. 22 Juni. Prijs dezer Courant. Deze Courant wordt dagelijksmet uit zondering van Zon- en Feestdagen uitgegeven. Prijs der Advertentiën. Spoortreinen van Leiden naar 's-GravenhageDelft, Schiedam en Rotterdam: te 8 u. 30 m.; 10 u. 17 m.; 1 u. 55 m.; 3 u. 52 m., 6 u. 9 m.; 8 u. 55 m.; 9 u. 42 m.; naar Haarlemen Amsterdam: te 8 u. 35 m.; 10 u. 26 m.; 11 u. 55 m.; 3 u. 1 m.; 4 u. 57 m.; 7 u. 45 m.; 9 u. 56 m. Stoomboot Volharding van Leiden (Haven) naar Amsterdam: Maandag ochtend te 4 u., overige dagen te 5 u.; van Amsterdam (Binuen- Am9tel) naar Leiden: Maandag nam. te 2 u. 30 m. overige dagen nam. te 3 u. Zondag3 buiten dienst. Van Leiden naar Gouda Zondag 7 u-« overige dagen 5 u. 30 m. en 1 u. 45 m. Van Gouda naar Leiden: Zondag 4 u. 45 m., overige dagen 10 u. en 5 u. 30. Nieuwe Stoombootdienst, langs de Haarlemmermeer, van Leiden (Haven) naar Amsterdam: dagelijks 'snam. te 3% u.; van Amsterdam (Overtoom) naar Leiden: dagelijks 's morgens te 5 u. Zondags buiten dienst. Postbuslichtingen: (Lakenhal, Katoenfabriek en Nieuwstraat) 7 u. 30 m., 10 u. 55 m.; 3 u. 35 m.; 7 u. 55)m. en op^Zondag 10 55 m. en 3 u. 35 m. O.-I. Landpost. 9, 16fcen 25. W.-I. Mail 14 en voorlaatsten van elke maand. Rijkstelegraaf van 7 uren 'sm. tot 9 uren 'sav. Spoorwegtelegraaf van 8 u. 'sm. tot 10 u. 30 m. 'sav. Gemeentebestuur. Burgemeester en WethoudersMaandag en Donderdag te 11 uren. Commissie van FabricageWoensdag te 12. Burgemeester, Dinsdag, Woensdag, Vrijdag en Zaterdag te 11. Presid. der Comm. van Fabricage Zaterdags van 111. Plaatselijke Secre tarie, van 10—4. Thesaurie, van 9—2; Zaterdag van 912. Be Gemeente-architect is te spreken op het Raadhuis, van 121. Kantoor der In- en Uitg. Rechten en Accijnzen van 9—1 en van 46 urenvan 's Rijks Dir. BelastingenMaandag Dinsdag, Woensdag en Donderdag van 9—2; van Zegel en Registratie van 84; van de Hypoth. en het Kadaster van 9—4. Dat niet al de zittingen der Tweede Kamer belangrijk zijn weet ieder, en niet het minst weten dit de leden dier Ka mer zelve als er nl. anderen aan het woord zijn. Want is de beurt aan hen gekomendan schijnen zij veelal te mee- nen, dat alles belangrijk moet heeten, tot zelfs de fan tasieën over conciliante politiekver opgehaalde en elkaar verdringende citaten, lang begraven argumenten, histori- rische mededeelingen als deze: //Ik ben een oud soldaat, verliet in 1838 den dienst, heb twee jaren in garnizoen gelegen, enz." Doch de zitting van Donderdag 13 Juni zal wel niemand onbelangrijk noemen. De oud-minister Fran sen van de Putte toch heeft toen eene rede gehouden, die niet, als zoovele andere, in het Bijblad begraven mag wor den. Wij kannen ze niet in haar geheel mededeelen en bepalen ons alleen tot het slotèn omdat dit eene meer algemeene strekking heeft, èn omdat ook wij vroeger ons oordeel over het publiceeren der bewuste stukken hebben uitgesproken. De heer Keuchenius" zoo sprak de heer Van de Putte //heeft gemeend een vrij ongunstig oordeel te moeten uitspreken over het publiceeren van stukken in een tijdschrift van Neder- landsch Indië. Wanneer men in de Memorie van Antwoord leestOp eene merkwaardige ontboezemingwaarmede de raad van Nederlandsch Indië zijn advies aanving, volgt de verklaringdat die raad na aandachtige overweging geene bezwaren hoegenaamd zag in de uitvoering van de bewuste maatregelen," dan vraag ik wat er in werkelijkheid meer is gepubliceerd, dan die uitdrukkingen be vatten. Maar al ware dat niet zoo, wat is er dan nog gedaan Of hebben, tot verdediging van handelingen van het bestuur, sir Robert PeelPalmerstonAberdeenRussell geene officieele stukkenwaarbij de buitenlaudsche betrekkingen zelf gemoeid warenpubliek gemaakt Heeft Kayedie de W a r o f A f- ghanistan heeft uitgegevenniet officieele bescheiden pubhek gemaakt? Daar werd door de Court of Questors, of Oost-In dische Compagnie, zelfs op ingeteekend voor veertig exempla ren. Hebben Guizot, d'HaussonvilleDe Rémusat en zoo vele andéren niet hetzelfde gedaan Maar wij behoeven niet eens naar het buitenland te gaan. De graaf Van den Bosch liet op 's lands kosten onder eens anders naam schrijven tot verdediging van daden van bestuur; daartoe het hij officieele stukken bezigen en deze werden op 's lands kosten verspreid. De heer Baud publiceerde eene serie van officieele stukken tot verdediging van zijne handelingen tegenover den heer Kruse- man. Nog zoovele anderen deden hetzelfde. Men weet dat een aantal stukken van den heer Baud in handen waren van den heer Mijer. Hebben wij de uitgave van den heer Elout niet te danken aan nagelaten officieele stukken? Zijn wij betreffende het tractaat van 1824, dat van internationaal belang was, niet uitmuntend door die uitgaven ingelicht? Nu vraag ik aan den minister: welk pubhek belang, welk staatsbelang heeft geleden door de publiekmaking van die woor den? Wat was de reden dat de regeering zich die zaak zoo aantrok f Mijnheer de Voorzitter, men erkende toen nog niet dat men gefopt waswant het was juist kort na die groote fopperij van September en October. Men wilde toch niet gaarne als bewe zen aangetoond hebben, dat de volksvertegenwoordiging mis leid was in de stukken van de regeering uitgegaan. Daarom, Mijnheer de Voorzitter, moest een schandaal gemaakt worden. Het deed mij denken aan den staart van den hond van Al- cibiades. Men wilde ook hever dat andere bedekken. Daarom ging misschien de minister van binnenlandsche zaken die tot myn spijt thans vertrokken is zoover bij de algemeene discussiën over de staatsbegrootingvan eene toespehng te ma ken op Perez, die wegens het openbaar maken van staatsge heimen onder Philips II ter dood veroordeeld werd. Staatsgeheimen, Mijnheer de Voorzitter? Het was niet eens een geheim stuk, maar een gedeelte van een stuk, dat in zin en strekking door de regeering zelve was publiek gemaakt, en dat door iederen klerk, zoowel aan het departement van^ kolo niën als op de secretarie in Indië kon gelezen worden. Maar bij die vergelijking met Perez kon ik mij een denkbeeld maken van de voorhefde van sommige personen voor de doodstraf, want hoe gemakkelijk zou het geweest zijn om van zulk een tegenstander, zulk een onverlaat af te komen? Men zou de moeite niet behoeven te nemenom hem door eene ontbinding uit den weg te ruimen. Wij hebben uit de dagbladen gezien Mijnheer de Voorzitter dat men eene vervolging heeft willen instellen. Men heeft het publiek ministerie ingeroepenen ben ik wel ingelichtdan heeft die ambtenaar gezegd: zijn er stukken verduisterd? Neen, het stuk is nog aan het ministerie. Is het waarheid wat er in het tijdschrift staat? Ja. Welnu, op het aan het licht bren gen van de waarheid, is bij den Code Pénal geen straf bedreigd, en daarom, omdat men noch galg, noch vervolging kan bereikenheeft men schandaal gemaakten hoewel ik in zoo vereerend gezelschap was van Peel en Palmerston, van Baud en Van den Bosch, zooals ik daar straks aangetoond heb, heeft men gesproken van onfatsoenlijkvan niet deftig en van niet gekleed. Ik heb direct gedacht aan die deftighejfi waar De Genestet van spreekt, die deftigheid zonder waardig-, heid en waarheid, die deftigheid van witte dassen, dievoor' Md DAGBLAD Voor Leiden, per 3 maanden1.95. Franco per post2.80. Afzonderlijke Nommers0.05. Van 1-6 regels f 0.75; iedere regel meer f O.lt®, Geboorte-, huwelijks- en doodberichten van 1-4 regels f 0.90; iedere regel meer f 0.15.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1867 | | pagina 1