2230.
Zaterdag
A°. 1807.
IS Mei.
Prijs dezer Courant.
Deze Courant wordt dagelijksmet uit
zondering van Zon- en Feestdagen,
uitgegeven.
Prijs der Advertentiën.
Spoortreinen van Leiden naar 's-Gravenhage Delft, Schiedam en Rotterdam: te 8 u. 30 m 10 u. 17 m.; 1 u. 55 m.; 3 u. 52 m.,
Stoomboot Volharding van Leiden (Haven) naar Arasterdam: Maandag ochtend te 4 u., overige dagen te 5 u.; van Amsterdam (Binnen-
Amstel) naar Leiden: Maandag nam. te 2 u. 30 m. overige dagen nam. te 3 u. Zondags buiten dienst. Van Leiden naar Gouda Zondag 7 u.,
overige dagen 5 u. 30 m. Van Gouda naar Leiden: Zondag 4 u. 45 m overige dagen 5 u. 30.
Nieuwe Stoombootdienst, langs de Haarlemmermeer, van Leiden (Haven) naar Amsterdam: Maandag ochtend te 4 u., overige dagen te 5 u.,
'snam. te 3 u.; van Amsterdam (Overtoom) naar Leiden: Zaterdag ochtend te 4 u., overige dagen te 5 u., 's nam. te 3 u. Zondags buiten dienst.
Postbuslichtingen(Lakenhal, Katoenfabriek en Nieuwstraat) 7 u. 30 ra., 10 u. 55 ra.; 3 u. 35 m.; 7 u. 55 m. en op Zondag 10 u.
55 m. en 3 u. 35 m. O.-I. Landpost. 9, 16 en 25. W.-I. Mail 14 en voorlaat9ten van elke maand.
Rijkstelegraaf van 7 uren 'sm, tot 9 uren *9av. Spoorwegtelegraaf van 8 n. '9m. tot 10 u. 30 m. 'sav.
Gemeentebestuur. Burgemeester en WethoudersMaandag en Donderdag te 11 uren. Commissie van Fabricage, Woensdag te 12.
BurgemeesterDinsdag, Woensdag, Vrijdag en Zaterdag te 11. Presid. der Comm. van Fabricage Zaterdags van 111. Plaatselijke Secre
tarie, van 10—4. Thesaurie, van 92; Zaterdag van 912. De Gemeente-architect is te spreken op bet Raadhuis, van 121.
Kantooi* der In- en Uitg. Rechten en Accijnzen van 9—1 en van 46 uren; van's Rijks Dir. BelastingenMaandags
Dinsdag, Woensdag en Donderdag van 9—2; van Zegel en Registratie van 84; van de Hypoth. en het Kadaster van 9—4.
Ja, het openbaar onderwijs is het onderwijs, heeft de
heer Harteveldt den heer Scheltema terecht toegevoegd.
Dat de openbare school in den regel beter dan de bijzon
dere moet zijnblijkt reeds daaruitdat de finantieele
uitkomst bijzaak is bij eene openbare inrichtinghoofdzaak
bij eene bijzondere. Zal, bij voorbeeld, eene lagere school
goed werken, dan moet zij, hoe gering ook het aan
tal leerlingen moge zijn, in minstens zes klassen zijn ver
deeld. "Wordt er aan die voorwaarde niet voldaan, dan
zullen meer en minder ver gevorderde leerlingentot
hunne groote schade, hetzelfde onderwijs ontvangen.Doch
die verdeeling in zes klassen helpt niet, dit spreekt van
zelf, zoo elke klasse niet haren afzonderlijken onderwijzer
heeft. Indien derhalve een bijzonder persoon eene school
wil oprichtendie even goed zal zijn als de openbaredan
moet hij beginnen met vijf hulponderwijzers in dienst te
nemen. Ondertusschen is het licht mogelijk dat zijne school
in de eerste jaren, niet meer dan twintig of dertig leer
lingen zal tellen. Daarom dan ook zal hijzoo hij geen
vermogen bezit, eerst beproeven of hij het niet met wat
minder kan doen, en met één, hoogstens twee hulponder
wijzers zijne taak kan aanvaarden. Maar zoo hij over
een genoegzaam kapitaal kan beschikkenhooren wij zeg
gen kan hij zich gedurende de eerste jaren wel eenig ver
lies getroosten. Onderwijzers die in het begin hunner
carrière over kapitalen kunnen beschikken! Waar vindt
men ze? De rijken en aanzienlijken in ons midden praten
tegenwoordig gaarne over kerk en school; het staat zeer
gekleed, zou men in de studentenwereld zeggenmaar den
ken die aanzienlijken en rijken er ooit aan hunne zonen
voor kerk of school op te leiden Een zoon te hebben
die schoolmeester of dominé is! Ik zou niemand meer
onder de oogen durven te komen!
In alle gevallende ondervinding heeft uitspraak gedaan.
Nergens bloeit het onderwijs zooals in Frankrijk, België,
Zwitserland en Noord-Amerika, dus juist in de landen,
waar aan het openbaar onderwijs krachtig de hand gehou
den wordt. De heer Scheltema zou ijzen bij het verne
men van hetgeen menvooral in het laatste landvoor het
openbaar onderwijs veil heeft. Maar raadpleeg dan ook
ieder, die in de Vereenigde Staten gereisd heeft. Hetgeen
hem het meest getroffen heeft is de groote mate van ken
nis die men bij de geringere standen aantreft. Toen ik,
verhaalt ons de Luiksche hoogleeraar De Laveleye, op het
dek trad van het Noord-Amerikaansche fregat de Niagara,
voor Antwerpen geankerd, vond ik ieder matroosdie niet
op wacht wasmet een boekeen tijdschrift óf een dagblad
in de hand.
Door niemand, zelfs niet door den heer G-oltstein,
werd de heer Thorbecke tegengesprokentoen hijbij de
behandeling van de wet op het middelbaar onderwijs, ver
klaarde in alles zijn wij bij onze naburen ten achteren
slechts in vakken van geleerdheid handhaven wij onzen
alouden roem. De heer Thorbecke heeft zich bepaald tot
het constateeren van het feit, de verklaring ligt echter
voor de hand. Wij handhaafden onzen alouden roem in
vakken van geleerdheid, omdat die op openbare instellin
gen, namelijk op onze universiteiten en onze Latijnsche
scholen onderwezen worden. In die vakken alleen was goed
en goedkoop onderwijs te verkrijgen. Dank zij de wet op
het lager en middelbaar onderwijs, kan hetzelfde gezegd
worden van het onderwijs dat onze kinderen thans in alle
vakken ontvangen. De heer De Brauw wil aan de nati®
gevraagd hebbenof zij die wetten wenscht te handhaven.
Wij verlangen niets liever. Wij weten hoe krachtig het
Je Maintiendrai zal worden uitgesproken.
De heer De Brauw, die thans bij de Tweede Kamer
een wetsvoorstel heeft ingediend tot wijziging van de wet
op het lager onderwijs, heeft reeds bij de discussie over
de staatsbegrooting over het subsidieeren van het bijzonder
onderwijs gesproken. //Hetgeen door den heer De Brauw
is gezegd" zoo leest men in de Vragen van den
Dag //ten gunste van het bijzonder onderwijs, onderscheidt
zich zeer voordeelig van zoovele andere redevoeringen
der tegenstanders van de wet. Hij liet zich geen woord
ontvallen, dat als eene lastering of bestrijding van het
openbaar onderwijs kan worden beschouwd. Integendeelhij
wenschte het te handhaven, met de wet van 1857. Wat
hij verlangde, was, dat de bijzondere sektescholen ook
subsidie zouden erlangen, waar er behoefte aan bestond.
En hij meende, dat dit gemakkelijk gedaan kon worden
en aldus //het monopolie" van het staatsonderwijs zou te
gengegaan worden op eene billijke wijze.
//Wij gelooven, dat de heer De Brauw en diegenen,
welke met hem van staatsmonopolie van onderwijs spreken
volkomen ter goeder trouw dwalen, als zij van dit woord
gebruik maken.
Het komt ons voordat het monopolie ten voordeel©
van één geschonken wordt, en niet ten voordeelé van
allen. Het tabaksmonopolie in Frankrijk levert den staat
op kosten van den tabaksverbruikenden burger groote in-
LEIDSCfl
DAGBLAD.
Voor Leiden, per 3 maanden1.95.
Franco per post2.80.
Afzonderlijke Nommers0.05.
Van 1-6 regels f 0.75; iedere regel meer f 0.1J6.
Geboorte-, huwelijks- en doodberichten van
1-4 regels f 0.90; iedere regel meer f 0.15.
6 u. 9 m.; 8 u. 55 m.; 9 n. 42 ra.; naar Haarlemen Amsterdam: te8 u. 35 m.; 10 u. 26 m.; 11 u. 55 m.; 3 u. 1 ra.; 4 u. 57 m.; 7 u. 45 m.; 9 u. 56 m.