BINNENLAND. Natuurlijke of scheeve voorstelling. Dat is voor Nederland de veiligste weg. Dat overigens dat gewest voor den Souverein van ons vaderland onder bijzondere omstandigheden nog gewicht kan hebben, wie zal het ontkennen? Welk eene verbitte- tering in België thans ook bij sommigen tegen ons land moge bestaandie stemming zal toch weldra moeten wijken als het gezond verstand zijne rechten herneemt en de mis vatting doet verdwijnen. Politisch gescheiden, moeten Ne derland en België, waar zij hun belang begrijpen, tegen over het buitenland één zijn. Tot België staat Luxemburg in nauwe betrekking, ter wijl de helft van dit gewest volgens de tractaten van 1839 aan dat land is toegewezen. België verkreeg destijds nog eene andere halve provincie, namelijk Limburgwaarvan de we derhelft aan Nederland verbleef. Zoowel de betrekking tot Frankrijk als ook inzonderheid tot den nu ontbonden Duitschen bond maakte destijds eene schikking, waardoor de politieke scheiding van twee provinciën ware voorko men, onmogelijk. Zulk eene scheiding is voor de inwo ners altijd bezwarend. Ondraaglijk zou zij wordenindien niet tusschen de beide landen, waartoe de verschillende deelen behooren, eene nauwe band bestond, zooals tusschen België en Nederland. Indien de omstandigheden er toe konden leiden, om met onderling goedvinden en onder goedkeuring der overige Europeesche staten op de onnatuurlijke scheiding van beide aloude provinciën terug te komen, zou dit zeker voor de inwoners eene zeer gewenschte regeling zijn. In hoever men daartoe zal kunnen gerakendaarop durven wij niet vooruitloopenmaar Pruisen zou zeker daartoe eerder bewilliging kunnen verleenen, dan tot een afstand aan Frankrijk. Niettemin zal elke onderhandeling over afstand eene uiterst teedere zaak zijn, waarin het voor Nederland raad zaam zal zijnzich niet te lichtvaardig te mengenzooals ook bij de interpellatie het eenstemmig oordeel der Kamer schijnt geweest te zijn. Het is een inderdaad opmei'kelijk verschijnselhoe er ve len zijn, die zich de edele taak voorbehouden, voor ieders handelingen onedele drijfveeren op te sporenin stede van daarvan eene natuurlijkevoor de hand liggendemet den aard der zaak overeenkomende verklaring te gevendoch die hun evenmensch in een gunstig daglicht zoude stellen. Wil men een bewijs? Men lette op het oordeel door som migen (wie zouden het zijn geveld over de behandeling der Luxemburgsche quaestie in de Tweede Kamer der Sta- ten-Generaal. De Pruisische premier deelt als ten aanhoore van gansch Europa mede, dat de Nederlandsche regeeringhn de zaak van den groothertog gepoogd had als bemiddelaar ster op te tredendoch dat mendaar er nog geene onderhan delingen bestondendeze bemiddeling had van de hand ge wezen. Deze mededeeling wekt hier te lande alom verbazing. De een is van meening, dat de Pruisische minister de zaak in een verkeerd daglicht heeft gesteldde ander dat wellicht onze minister van buitenlandsche zaken zich te ver heeft ingelaten in eene netelige aangelegenheiddie ons vreemd is en, wil men de verwikkelingen vermijden, vreemd moet blij ven. Yoor allen schijnt de toestand in nevelen gehuld. Welke nu is de taak en de plicht van den volksvertegenwoordiger, die zijne roeping begrijpt Geen anderezegt iederdan deze door eene interpellatie aan den betrokken ministerzich en zijne medeleden licht in de duisternis te verschaften, ten einde de regeeringzoo ze op een goeden weg is, door een krachtig en eendrachtig votum tegenover het buitenland te steunen, zoo ze op een zijweg of dwaalspoor is, haar bij tijds te doen terugtreden. Zie daar de natuurlijke verklaring waarom Thorbecke (voorwaar geen al te jeug dig kamerlid of indringer in de politiek) interpelleert, met het bekende gevolg dat nu aan Europa op de meest duidelijke en ondubbelzinnige wijze is kenbaar gemaaktdat de belangen van Luxemburg met die van Nederland niet alleen niet eenzelvig, maar veeleer daaraan geheel vreemd zijn. Maar volgt men deze eenvoudige uitlegging, zoo is immers Thorbecke een vaderlandslievend staatsman en zijne volgelingen eerlijke, fatsoenlijke lui! en dat kan toch niet Dus liever deze voorstelling aangegrepenThorbecke blaakt en brandt van eerzucht om wederom den ministerieelen zetel te beklimmen. Hij wil dus, door een vijandig votum te doen uitspreken, den minister van buitenlandsche zaken doen tuimelen en met dezen het gansche ministerie. Hoe ongerijmd dit vermoeden is, valt in het oog. Vooreerst toch was onder de tegenwoordige omstandigheden bij de zoo angstige gemoederen voor het dreigend kanongebuldergeen ongunstig votum te wachten tegen den man wien het be leid der buitenlandsche zaken is toevertrouwd. En zoo ja, zoude de censuur alléén dezen minister, niet het gansche ministerie hebben getroffen? En zoo ja, de liberalen heb ben nog geene meerderheid, en Thorbecke en den zijnen vooralsnog het regeeren onmogelijk zou zijn. In één woord, volgens de natuurlijke voorstelling, zoude Thorbecke dank verdienen, omdat hij over eene duistere zaak heeft helpen licht verspreiden en tevens op een te volgen richtsnoer heeft gewe zen. Maar dank aan een liberaalwie mag daaraan denken Dus eene onedele en tevens eene ongerijmde interpretatie der interpellatie, gepaard aan de liefelijke insinuatie, als had men het op den geëerbiedigden koning gemunt, en de onnadenkende menigte is in een valschen waan gebracht. Maar is eene zoodanige politiek christelijk, is zij zedelijk? LEIDEN, 13 April. Bij kon. besl. is benoemd tot ontv. der dir. bel. en ace. te Geertrui- denberg c. a., de heer V. J. F. van Steenacker, thans ontv. te Ossen- drecbt c. a. Z. M. heeft bij het ministerie van oorlog benoemd tot commies den adj.-comm. W. de Kurver, en wegens vergevorderden leeftijd, een eervol ontslag uit zijne betrekking verleend aan den adj.-cmm. A. A. J. Saurel, behoudens aanspraak op pensioen; terwijl een eervol ontslag ver leend is aan den 55jarigen adj.-comm. P. D. Scheffelaar, onder toekenning van een wachtgeld van ƒ600 'sjaars. Z. M. heeft benoemd: bij den staf van het wapen der artillerie tot kapit. van de 3de kl. den lsten luit. A. van Kerkwijk, werkzaam bij het departement v»n oorlog; tot lsten luit. den 2den luit. J. Regenbogen, werkzaam bij de milit. acad.; bij het lste reg. vesting-art., tot kapit. van de 3de kl. den lsten luit. J. W. Ber- gansius, werkzaam bij de Pyrotechnische school; bij het 3de reg. vesting- art., tot lsten', luit. den 2den luit. H. P. van Dijk, van het korps; en den kapit. F. H. K. M. van Vugt, van het lste reg. vesting-art., op het daartoe door hem gedaan verzoek, op non-activiteit gesteld. Adr. Gestman, smid, en R. Lollekes de Beer, fabr. in sajettenhebben gevraagd de eerste om smidsvuren te plaatsen in het perceel in de Lange Kaamsteeg W. II138, de tweede een fornuis en verfketel in het perceel in de Kerksteeg W. VII 178. Belanghebbenden kunnen Maan dag a. s. te 11 uren hiertegen hunne bezwaren inbrengen op het Raadhuis. Gedurende deze week zijn dagelijks in het werkhuis alhier opgenomen van 176 tot 240 personen. Reeds Woensdag 11. heeft de prins van Oranje Pa rijs verlaten. Het koninkl. kabinet van schilderijen te 's-Hage zal van den 15den dezer voor eenige dagen gesloten zijn. Volgens ministerieele aanschrijving mag, bij het desinfecteeren van stallen, het teren, waar dit nadeelig zou zijn voor de zuivelbereiding, vervangen worden door het witten met kalk vermengd met chloorkalk. Men schrijft uit Mep pel, dat in de noordelijke ge westen adressen circuleeren aan de regeering, houdende het verzoek, om tegen weigang den uitvoer van jong en melkvee naar Holland eenigen tijd open te stellen. Te Gouda is door de politie een jong mensch van 14 jaren aangehouden, die met een valschen bedelbrief rondging en zich als doofstom voordeed. Reeds driemaal was hij ter zake van diefstal gestraft. Uit Beest, in Gelderland, wordt bericht, dat ondanks al het afmaken, bewaken en desinfecteeren, de ziekte tel kens met nieuwe woede in die gemeente uitbreekt. Met het oog op zulke voorbeelden vraagt men zich onwille keurig af, of de groote slachting in Gelderland en Utrecht wel doel zal treffen. De kermis te 's-Hage zal dit jaar van 13 tot 21 Mei plaats hebben. Bij de directie van marine te Amsterdam zal in Mei een vergelijkend examen plaats hebben van jongelin gen, die als stuurmansleerling wenschen te worden aange nomen, en in Juni van jongelingen die als machinist leerling der 2de klasse willen toegelaten worden. Van de eersten kunnen er 5 van de laatsten 15 geplaatst worden. Z. M. de koning heeft aan het op 's rijks werf te Amsterdam op stapel staande schroefstoomschip der lste kl. //Van Galen" den naam gegeven van //Het zilveren Kruis."

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1867 | | pagina 2