Photographie. Koperslagersknecht Verpachting van Paardenmest. teren, o. a. de volgende prijzen zijn toegekend: als eerste prijzen: eene zilv. med. aan den heer W. C. de Sain en een dito aan de firma Von Siebold te Leiden, en aan den heer Witte te Leiden eene gouden en eene zil. med. als eerste, en twee zilv. med. als tweede prijzen. Z. K. H. prins Alexander heeft een aanvang gemaakt met de practische militaire oefeningen in de kazerne van het regiment grenadiers en jagers. Het koninkl. instituut van ingenieurs zal Dinsdag 16 April te 's-Hage is het lokaal Diligentia eene verga dering houden. De heer Tornaco, min.-president van het Luxem- burgsche kabinet is te 's-Hage aangekomen. Men meldt uit 's-Hage als iets zeer bijzonders, dat op de hoogere burgerschool aldaar een aanvang zal wor den gemaakt met het oefenen der leerlingen in den wa penhandel. Wij meenen dat dit niet alleen hier maar op de meeste burgerscholen reeds sedert lang geschiedt. Een voorstel tot oprichting van eene gemeentelijke tuinbouwschool is thans bij den gemeenteraad te Haar lem ingediend. Als conditie is echter gesteld dat het rijk f6000 en de provincie Noord-Holland alleen of met eene andere te zamen 3000 'sjaars bijdrage. Door de vereeniging tot verbetering der volksgezond heid te Utrecht is eene proclamatie aangeplakt en rond gedeeld, bevattende raadgevingen omtrent zindelijkheid, het gebruik van zuiver drinkwater, goed voedsel, enz. In Yoorst heeft zich eene vereeniging gevormd tot oefening in den wapenhandel. BUITENLAND. De tentoonstelling wordt dagelijksch door duizenden bezocht. De nieuwsgierigen zijn nog meest Parijzenaars. De vreemdelingen zullen later komen. Zelfs de negerkoning van Bonny wordt verwacht. Er loopt hier een gerucht dat het garnizoen van Lyon, natuurlijk niet zonder rede, naar Straatsburg zal worden verlegd. ADVERTENTIEN. met lampenwerk bekend, eerlijk van gedragkan ten spoe digste voor vast werk geplaatst worden. Adres in persoon of met franco brieven bij E. TOORENS Haarlemmerstraat, Wijk VI, N°. 296 te Leiden. De Administrateurs van bet Detachement Veld-Artil lerie te Leiden, zullen op den 12 April 1867, ten bureele van den Heer Majoor Garnizoens Kommandant aan de Morschpoort des middags ten 12 ure, PUBLIEK VER PACHTEN Het weghalen van den paardenmest gedurende het tijdvak van den len Mei 1867 tot Ultimo April 1868 De voorwaarden liggen ter lezing op gemeld bureau en bij den Kwartiermeester, Langebrug, Wijk 4, N°. 405. De 2de Luitenant-KwartiermeesterDe Majoor, J. C. UBBENS. TULLINGH. C. H. VAN AMEROM, Papegracht. Vermindering van Frijs. Een dozijn PHOTOGRAMMEN f 5.—. Een half dozijn 3. De Thermometer van Fahrenheit teekende alhier Donderdag des na middags te 5 nren 50°, Wind: N. W., des avonds te 8 uren 44°, te 10 uren 40°. Vrijdag morgen te 5 uren 38°, N. W., te 8 uren 42°, 's middags te 12 uren 48°, Z. W., 's namiddags te 4 uren 46°, Z. W. Erankeijk. Eerlang zullen de ingezetenen van Parijs en Londen zonder bovenkleeren moeten loopen. Er heerscht in beide steden eene grève onder de kleermakersknechts. Rusland. Op aanzoek van Pruisen zal ook Rusland, als mede-onderteekenaar der verdragen van 1839, zich mede bemoeien met de Luxemburgsche quaestie. Italië. Men zegt dat het geheele ministerie zijn ont slag heeft ingediend. TOONEELNIEUWS en KUNST. Wat men zich ook had voorgesteld te zien of te hoorentoen men gis teren avond naar den schouwburg ging, ieders verwachting moet over troffen geweest zijn. Want van welke dingen men zich ook vooraf door verhalen eenig denkbeeld kunne makenhet spel van Frederike Goss- mann kan onmogelijk worden beschreven. Als wij het wagen in ons blad even op de voorstelling van gisteren-avond terug te komen, dan is het ook alleen voor hen die er geweest zijn. Zelden kan de natuur zóó door de kunst zijn teruggeven. Het was geene actrice meer die daar voor het publiek stond, geene actrice wie men het aan kon zien, dat zij de passages die op effect berekend waren ook aan hun doel wilde doen beantwoorden. Men zag, men hoorde, men gevoelde overal „das Lorle" het teergevoe lige eenvoudige Schwabische boerekind; men boorde haar zingen voor baar woning in de bergenmen vond haar terug onder den lieven bruids tooi, onder het rijke salonkleed; naast haar vader en de goedhartige Base, aan den arm en den boezem van haren Reinhard, tegenover den vorst, overal was het «das Lorle" dat men zag. Het was alsof een ideaalkind uit het Schwarzwald met haar zilveren stemmetje en al hare frissche indruk ken op eens het publiek was voorgetooverd. Ofschoon nergens eenige in spanning merkbaar waszoo heeft toch geen enkele nuance aan het spel van Mw. Gossmann ontsnapt: het was zoo geacheveerd als de natuur bij mogelijkheid wezen kan. Ieder tooneel dat zg afspeelde was een meester stukje. Mocht er nog sprake kunnen zijn van voorkeur, dan herinneren wij aan de eerste scènes van het voorspelaan het toonaeltje in het ate lier, eerst met Reinhard, toen (en dit was een juweeltje) met den vader; verder aan het tooneel met den vorsten eindelijk aan de slottafereelen vooral aan dien schoonen overgang van het «das ist nit wahr, Vater" tot dat andere: «alles ist wahr, alles ist wahr!" De taak van Mw. Gossmann was niet gemakkelijk. Er was niet veel gang in het stuk, de tooueelen hingen wat los aan elkaar, er was iets »de- cousu's" in en telkens als zij optrad moest zij van voren af aan de attentie van het publiek boeien. Dat het haar uitstekend gelukte, bleek genoeg uit de aandacht en de sympathie van het talrijk publiek, die haar geen oogen- blik hebben verlaten. Het stuk is lief, maar men kan ziendat het met het oog op Frederike Gossmann is vervaardigdalles is opgeofferd aan de rol van Lorle, en we zeggen niet dat dit oifer te groot is geweest. Over de acteurs van den heer Van Lier zwijgen wij liever: we zouden hun onrecht doen, zoo wij hier hun spel wilden beoordeelen; om hen te waardeeren moeten wij ze niet plaatsen naast eene zoo geheel eenige per soonlijkheid. Alleen merken wij op, dat de heer Th. Meijer als Lindeu- wirth en Frau Gerlach als Barbel hunne rol zeer goed hebben opgevat en uitgevoerd. Dat maakte misschien dat de scènes iin Dorfe" nog meer onze sympathie hebben opgewekt dan de scènes in der Stadt"; de omge ving was meer in harmonie met de natuur van het Bauerenkind." We hopen van harte dat ons spoedig de gelegenheid zal gegeven worden voor eene tweede voorstelling van Mevr. Gossmann te spreken. Voor eenigenj tijd is door den bisschop als hoofd der Ned. R. K. Kerk het besluit uitgevaardigd, dat voortaan in de kerken geene gemengde koren meer mogen worden uitgevoerd. Dientengevolge hebben zich de leden der verschillende kerkk oren alhier vereenigd tot het onderling uit voeren der schoone collectie kerkmuziek, die deze koren bezaten. De directeur van een dezer koren, de heer Taylor, is tot algemeenen direc teur dezer oefeningen benoemd. Heeft deze vereeniging alleen ten doel, de bestaande collectie niet on gebruikt te laten liggen en de vroegere leden gelegenheid te geven tot het beoefenen en des nood» uitvoeren dier muziek, dan is het eene zeer onschuldige zaak, die zelfs groote toejuiching verdient. Stelt zij zich evenwel daarenboven ten doel zich formeel als zangvereeniging te consti tueren en leden aan te werven dan sticht zij stellig nadeel. Dan maakt zijdat de bestaande LeidscheZangvereeniging,die thans zoo goed is eene concurrente krijgt; dan wordt naijver opgewekt en worden de muzicale krachten verdeeld; dan zullen er in de plaaats van ééne goede zangvereeniging ontstaan twee zangvereenigingendie elkander zuster lijk vermoorden. Op I April hield de vereen. Caeciliaeene publieke uitvoering, waarop de bestaande muziekgezelschappen allen door comraissiën vertegenwoordigd waren. De leden verdienen grooten lof voor de ernstige studiën, waardoor verscheiden moeielijkheden zoowel door de koren als door de solisten werden overwonnen. Het geheel leverde veel goeds. Wij kunnen evenwel enkele aanmerkingen niet terughouden. In het kyrie van de Miss wer den de piano's en fortos zoo sterk overdrevendat zij contrasten opleverden, die door Von Beethoven niet kunnen bedoeld zijn. Op wir stammeln nur mit kindeslallen" werd fortissimo gezongen; dat kan hij ook niet geschreven hebben. In het credo was het all. c. br. zeer onrustig en het tempo niet altijd gelijk; de bassen waren aan het slot te laag en dealten te hoog. In het allegro (c) was het tempo te sneldaardoor het effect confuus en de akkoorden werden te scherp afgebeten. Wij wenschten den directeur nog daarop opmerkzaam te maken, dat het aangeven van de maat met de voeten en het overdreven opmerkzaam maken met den stok op elke kleine nuance voor eene repetitie goed kan zijn; voor de toehoor ders zijn beiden hinderlijk en stoorend. Ten slotte kunnen wij niet na laten, het gunstig oordeel van zoovele degelijke musici over de Stabat Mater ook tot het onze te maken, zonder daarom te verzuimen de so listen naar verdienste te roemen. Hadden wij ruimte wij zouden meer in bijzonderheden treden. v. P.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1867 | | pagina 3