STATEN-GENERAAL.
BINNENLAND.
LEIDEN, 23 Maart.
Men schrijft ons uit Katwijk: Evenals door andere af-
déelingen der Holl. Maatsch. van Landbouw, zijn de vra
gen door het hoofdbestuur gesteldin eene vergadering
der afdeeling Katwijk, Valkenburg en Rijnsburg, gehouden
den 16den Maart, beantwoord.
Set antwoord was van den volgenden inhoud en is in
eene vergadering van 50 a 60 leden tnet algemeene stem
men aangenomen:
1°. Heerscht onder uwe afdeeling de veepest en heeft die
reeds groote offers gevorderd?
- De vraag werd bevestigend beantwoord.
2°. Is het stelsel van afmaking met schadevergoeding on
der uwe afdeeling reeds met goed gevolg toegepast?
Het antwoord was ontkennend.
3° Zoudt gij u met het rapport der meerderheid of met
dat der minderheid van de staatscommissie vereenigen
De vergadering beweerde zich noch met dat der meer
derheid noch met dat der minderheid te kunnen vereenigen.
Het bestuur der afdeeling heeft gemeend in den vorm
eener bijlage hare meening over het systeem van afmaking
te moeten blootleggen. Door een aantal aanmerkingen heeft
zij het voorstel der commissie wederlegd, en heeft getracht
te bewijzen, dat de smetstof door de afmakings-theorie niet
wordt vernietigddat bij afmaking of isoleering alles zal
uitloopen op een gering verschil van tijd, terwijl de schat
kist door het niet verspillen van een ongekend aantal mil-
lioenenzeer zal worden gebaat.
Als hare meening gaf de afdeeling aan een streng ge
handhaafd systeem van isoleering boven alle andere de
voorkeur. De afdeeling hoopt dat elk wetsontwerpdat-de
afmakings-theorie voorstaat, door de volksvertegenwoordiging
zal worden afgestemd. Wanneer in eenige gemeente het
systeem van afmaking met zoogenaamde billijke schade
vergoeding is toegepast, dan'is het voorzeker in de gemeente
Valkenburg (prov. Zuid-Holland). En wat was het resultaat
Dat duizenden zijn verspild en niet ééne stal in de geheele
gemeente van de ziekte is verschoond gebleven. Ja, zal de
commissie zeggenmaar hooi- en stroo-verbrandingdes
infectie enz. zijn niet toegepast. Goed, maar dan moet de
commissie ook voorstellen hooi, stroo enz. te verbranden
van de nu niet meer besmette stallen, waar voor korten
tijd nog de ziekte geheerscht heeft. De duur der infectie
is niet te bepalen; de sommen tot uitvoering van het plan
der commissie evenmin. En een goed personeel tot uitvoe
ring vooral bij een misschien slechts tijdelijken tegenstand
der boeren, kan niet worden geleverd, te minder als de af
making in korten tijd zal moeten geschieden. Om kort te
gaan, de commissie moet nog bewijzen dat hare theorie
de beste is.
Er wordt voorzeker over boven behandeld onderwerp
veel gesproken en geschrevenen vreemd zal het zeker in
deze quaestie de HH. theoretici in de ooren klinken, dat
de practici (en helaas wij landbouwers in de besmette streek
zijn het door ervaring, en zij die daar buiten wonen zijn
het niet) zoozeer met hen van meening verschillen. Doch
dit is zeker, dat de practijk, gegrond op ervaring, steeds
zegeviert, wanneer zij eene theorie tegen over zich heeft,
die men in hare practische toepassing niet kent.
De N. Rott. Ct. meent te weten, dat eenige jonge
dames uit den aanzienlijken stand dezer stad van plan zijn
aan de burger-scherpschuttersvereeniging alhier een vaan
del aan te bieden. De vereeniging telt 100 leden.
Bij de banier, uit te reiken aan het studen ten-vrij-
willigerkorps te Utrecht, zal een album gevoegd worden,
voorzien met de handteekeningen van de deelneemsters.
Eene eerewacht uit de studenten zal de dames van de aca
demie naar huis geleiden.
Naar men verneemt zullen eerlang van regeeringswege
grondslagen worden vastgesteld voor de vereeniging tot oefe
ning in den wapenhandel.
Te Utrecht heeft zich eene afdeeling der Maatschappij
tot nut van den Javaan gevestigd. Tot leden van het be
stuur zijn benoemd prof C. W. Opzoomer, prof. O. van
Kees en Dr. J. W. Bok. Het getal leden van de meest
verschillende godsdienstige en politieke richtingen bedraagt
reeds 25.
Wij kunnen met zekerheid melden, dat het kapitaal
van ƒ150,000 voor de oprichting nabij Amsterdam der on
langs ook in ons blad besprokene tuinbouwschool Linnaeus,
volteekend is.
Voor den Hoogen Raad, burg. kamer, heeft gisteren
de heer Mr. A. M. A. Hanlo den bij de wet gevorderden
eed als advocaat afgelegd.
Men verneemt dat het muziekkorps van het regiment
grenadiers en jagers onder bevel van den lsten luitenant
F. Dunkier, directeur dier muziek, in Juli aanstaande te
Parijs zal deelnemen aan het internationaal concours, dat
ter gelegenheid van de tentoonstelling daar zal plaats hebben.
BUITENLAND.
Men spreekt te Parijs van een tolverbonddat Frank
rijk met Nederland, België en Zwitserland zou trachten
te sluitenen van eene alliantie met Oostenrijk.
Men beweert dat de openbaarmaking der verdragen,
door Pruisen met Beieren en Baden gesloten, op verzoek
der Fransche regeering tot na afloop der interpellatie van
Thiers is uitgesteld.
In Frankrijk zullen zegels tot het frankeeren van
telegrammen in omloop worden gebracht. Als we hier
maar vast postzegels voor drukwerken hadden!
Al de leden van 't Fransche Wetgevend Lichaam,
vooral die der linkerzijde, lijden aan heeschheid, ten ge
volge van het beruchte incident van 11. Maandag.
Het-hoofdbestuur der wereldtentoonstelling te Parijs
heeft aan het publiek bekend gemaakt, dat hare plechtige
inwijding op 1 April a. s., en de plechtige uitreiking der
aan de tentoontellers toe te kennen belooningen op 1 Juli
daaraanvolgende zal plaats hebber^.
Keizerin Charlotte van Mexico schijnt langzamerhand
te herstellen. Zij schreef den graaf van Vlaanderen een
brief van gelukwensching bij zijne verloving. Toen zij het
doodbericht ontving van den aartshertog Stephanusrichtte
zij een brief van rouwbeklag aan hare schoonzuster, de
koningin van België. Intusschen is het keizerrijk Mexico
nog altijd doodelijk krank. De Fransche geneesheer heeft
TWEEDE KAMER.
De algemeene beraadslagingen over hoofdstuk VIII, dep. van oorlog,
namen Woensdag een aanvang. Ze bepaalden zich tot punten die in ver
band staan tot de defensia in het algemeen, in betrekking tot de n arine.
De min. van oorlog opende de discussie met de verklaring', dat hij geen
voorstander was van een geconcentreerd defensiestelsel noch van ëene ïe-
gerorganisatie bij de wet. In zijn antwoord aan de vroegere sprekers vèr-
klaarde hij de vestingeu Nijmegen, Grave, Breda en Geertruidenberg te
willen behouden, alsmede de stellingen aan de Mark en de Roode Vaart.
Verder sprak hij over de IJsellinie in verband tot de Utrechtsche stelling.
De inundatie van de laatste linie zou, bij gunstige omstandigheden, in 8
dagen kunnen plaats hebben. De regeering hechtte wel degelijk waarde aan
de stelling den Helder-Texel. Hoe prijselijk hij verder ook den ijver dei-
vrijwilligers achtte, toch meende hij dat wij behoefte hadden aan den steun
van een goed leger en goede wapenen. Voorts behandelde hij nog enkele
ondergeschikte punten. De heer J. K. van Goltstein ontwikkelde weder
zijne denkbeelden over het defensiestehel en de legerinichting. Hij was voor
concentratie en hield de tegenwoordige legerinrichting voor onhoudbaar.
De heer Stieltjes besprak 1°. de legerorganisatie bij de wet, 2°. de sterkte
en inrichting van de militie en de schutterijen, 3°. de liniën van defensie,
4°. de bezuiniging. De heer Saaymans Vader bleef bezorgd voor Zeeland
en verdedigde het behoud van do vestingen Veere en Vlissingen. De
heer Zinnicq Bergmann beriep zich op art. 178 en 183 van de grondwet
en gaf als zijne innige overtuiging te kennen, dat hij eene wet op de le
gerorganisatie eene inbreuk zou achten op de rechten der kroon.
In de zittiDg van den 21sten verklaarde de heer Westerhoff zich tegen
de begrooting. Hij meende dat de verdediging onzer onafhankelijkheid en
zelfstandigheid niet afhing van eene groote zee- of landmacht. De heer
Van der Maesen wenschte een beknopter systeem van verdediging te zien
aangenomen dat beter was vol te houden opdat Nederland zijne aloude
eervolle^ plaats zou handhaven. Ondanks de opmerking van den heer Berg
mann was de heer Thorbecke voor eene wettelijke regeling. Ook beschouwde
hij de concentratie van 's lands krachten onvermijdelijk. De heer Saay
mans Vader schaarde zich daarentegen aan de zijde van den heer Berg
mann, terwijl de heer Van Naamea bezwaren zag in de concentraiieom
dat dan het zuiden en oosten des lands onverdedigd zouden blijven.
I)e Thermometer *an Fahrenheit teekende alhier Vrijdag des na
middags te 5 uren 38°, Wind: Z. O., des avond9 te 8 uren 38°, Ie 10
uren 88°, Z. Zaterdag morgen te 5 uren 39°, Z. O., te 8 uren
42°, Z O., 's middags te 12 uren 53°, Z. O., 's namiddags te 2 uren
57°, te 4 uren 50°, Z. O.