N°. 2173.
Dinsdag
Prijs dezer Courant.
Deze Courant wordt dagelijksmet uit
zondering van Zon- en Feestdagen
uitgegeven.
Prijs der Advertentiën.
Het is thans ruim zeven jaren geledensedert het eerste
nummer van het Leidsche Dagblad werd uitgegeven.
De verschijning van het Courantje", zooals men het
van den aanvang noemdewerd door velen met blijdschap
begroet.
In navolging van hetgeen iu verschillende buitenlandsche
steden plaats heeftverlangde het door spoedige openbaar
making van berichten, aankondigingen en oproepingen, en
wel voor eene zeer geringe somvelerlei belangen te be
vorderen.
Reeds met den lsten September 1860 werd het noodza
kelijk een grooter formaat te kiezen, dat het tot heden
behield en voorloopig behouden zal.
Met dit nummer treedt het Leidsche Dagblad echter een
geheel nieuw tijdperk in.
De redactie is in andere handen overgegaan, en de in
houd zal voortaan in vele opzichten van den vroegeren
verschillen.
Overtuigd van de bestaande behoefte en gehoor ge
vende aan veler billijk verlangenwensclit hét van nu aan
voor deze stad en hare omstreken een orgaan te worden
van eene richtingdie met gematigdheiddoch tevens on
bewimpeld en krachtigecht vrijzinnige beginselen wil voor
staan en toepassen op staatkundig en maatschappelijk ge
bied.
Het verlangt eerbied voor het regeer end stamhuis en
de handhaving van onze grondwet.
Op den kring zijner lezers wil het een zedelijken in
vloed oefenen, door met nadruk de aandacht te vestigen
op de waarachtige belangen van het vaderland en van de
stad onzer inwoning.
Het zal niet schromen, zoo vaak dit noodig is voor zijne
overtuiging uit te komen, of met bescheidenheid zijn oor
deel uit te spreken over hetgeen door de regeering en de
volksvertegenwoordigingof door het bestuur en den raad
dezer gemeente wordt voorgesteld en besloten.
Doch, ofschoon het een eerlijken strijd niet vreest, het
zal zich onthouden van alle polemiek, die de vrucht is van
blinde partijgeest.
Het wil niemand beleedigen en wenscht de beginselen
te huldigen eener waarachtige humaniteit.
Afkeerig van alle haarklooverijenvan oude veten en
ijdele twisten, wil het zwijgen over alle onderwerpen, die
het algemeen belang niet raken, maar alleen enkele per
sonen kunnen kwetsen.
Eene volstrekte scheiding van staat en kerk verdedi
gende, en verlangende ieders godsdienstige overtuiging,
welke die ook zijn moge, te eerbiedigen, heeft het beslo
ten zich niet in te laten met kerkelijke quaesties en aan
gelegenheden.
Het zal den gang van het onderwijs met belangstelling
gadeslaan en wat daarop betrekking heeft steeds vermelden.
Het zal, gelijk vroeger, binnen- en buitenlandsche be
richten bevatten. Niet alleen van deze stad maar ook van
de omliggende gemeenten wenscht het mede te deelen al
wat bijzondere belangstelling verdient.
"Voor hen die niet in de gelegenheid zijn de groote bla
den, althans niet een uitvoerig verslag der kamerdebatten
te lezen, wil het een overzicht geven van hetgeen door
de regeering en de volksvertegenwoordiging is besproken
en besloten.
Ook wil het de verslagen van de provinciale staten en
van den gemeenteraad kortelijk resumeeren.
Zoo zal ieder burger in de gelegenheid worden gesteld
om met kennis van zaken te oordeelenwanneer hij ter
stembus wordt opgeroepen.
Met het oog op de eigenaardige behoeften dezer stad
zal het verder mededeelingen bevatten van het wetenswaar
dige op het gebied van handel en nijverheid, wetenschap
en kunst.
Terwijl het zich overtuigd houdt van de medewerking,
die de vertegenwoordigers van verschillende wetenschappen
die de beoefenaars en voorstanders van literatuur en kunst
die onze industrieelen en kooplieden zullen verleenenver
trouwt het door veelzijdige berichten en deugdelijke oor
deelvellingen onder alle standen en in eiken kring sym
pathie te zullen vinden.
Ziedaar de eischen waaraan het Leidsche Dagblad vati
nu aan wil trachten te voldoen.
Ziedaar met welk doel het zijne kolommen voor ieder
openstelt.
Landgenooten
In November 1863 hebben wij feest gevierd; innige dank
baarheid stemde ons tot jubelen.
Vijftig jaren waren wij toen wederom een vrij en onaf
hankelijk volk geweest.
Hoe was elk onzer bereid naar mate zijner middelen een
bewijs te leveren van wat het hart gevoelde op het blijde
feest.
De ouden van dagen verkondigden ons den jammer en
de ellende, een tal van jaren geleden onder overheersehers
die ons als schijnvrienden do voordeelen zouden leeren
kennen, welke voor een klein volk voortvloeien uit de
vereeniging met een grooten staat.
Met jeugdige frischheid hebben zij het ons medegedeeld
welke offers die vereeniging heeft gekost.
Is met het verdwijnen van het vreugdebetoon ook de
levendige schildering van den diepen weemoed verloren ge
gaan of hebt gij er uw voordeel mede gedaan met liet oog-
op de toekomst
De oude krijgers van 1S1315, de levendige getuigen
onder ons, hebben niet te vergeefs tot ons gesproken. Onze
Yoor Leiden, per 3 maanden1.95.
Franco per post2.80.
Afzonderlijke Nommers0.05.
Van 1-6 regels f 0.75iedere regel meer 0.125.
Geboorte-, huwelijks- en doodberichten van
1-4 regels 0.90; iedere regel meer f 0.15.
LEIDSGH
De heer Van Swielen, gepens. majoor der cavalerie en voorzitter
van de Leidsche schcrpschuttersvereeniging, ontving iu de vorige week uit
Utrecht 200 exemplaren van eene circulaire, die vermoedelijk is uitge
gaan van het centraal-comité van den Nederlandschen weerbaarheidshoud.
De heer Van Swieten heeft deze circulaire doen verspreiden, zoowel on
der de scherpschutters hier ter stede, als onder hen die zich tot hiertoe
niet aansloten aan eenc der bestaande vereenigingen. Bij de onmogelijkheid
echter om aan-ieder belanghebbende een exemplaar te doen toekomen vol
doen wij gaarne aan zijn verlangen om deze circulaire in ons blad op te
nemen. En wij vereenigen ons met het slot van zijn schrijven: «Ik houd
mij overtuigd dat de oproeping bij Leidens ingezetenen den gewenschteu
weerklank zal vinden dat menig achterblijver er zich door aangespoord zal
gevoelen om zich thans bij eene der bestaande vereenigingen aan te slui
ten om alle aarzeling te doen ophoudenen zich beijveren zalzouder
verder dralen, om van de nu bestaande gelegenheid gebruik te maken
om zich in den wapenhandel te oefenen, ten einde zoo doende in de ure
des gevaars, wel toegerustvoor het gemeenschappelijk belang, voor de eer,
den roem en de bestrijding van de onafhankelijkheid des vaderlands te
kunnen optreden en strijden."
De oproeping luidt aldus