N°. 2167.
Dinsdag
A0. 180/p
E>
Maart.
Prijs dezer Courant.
Deze Courant wordt dagelijksmet uit
zondering van Zon- en Feestdagen
uitgegeven.
Prijs der Advertentiën.
Eene nieuwe Leidsche vereeniging.
LEIDSCH
DAGBLAD
Voor Leiden, per 3 maanden1.95.
Franco per post2.80.
Afzonderlijke Nommers0.05.
Van 1-6 regels f 0.75; iedere regel meer 0.12s.
Geboorte-, huwelijks- en doodberichten van
1-4 regels 0.90; iedere regel meer f 0.15.
Plaatsgebrek verhinderde ons Aen meer uitvoerig verslag
te geven van hetgeen besproken is op de bijeenkomst van
Zaterdag 11., ter vestiging eener Vereeniging tot verbetering
van de volksgezondheid alhier. Prof. Boogaard lichtte het
doel nader toe, waarop Dr. Eutgers van der Loeff be
toogde dat het doel niet volledig was uitgedrukt in art. 1
van het ontwerp-reglement, omdat meer moest uitkomen
het groot belang, om de bij onderzoek verkregen kennis
openbaar en algemeen te maken, ten einde invloed uit te
oefenen op de publieke opinie of de volksmeening. Spreker
ontwikkelde zijne meeniug zeer uitvoerig en drong aan op de
wijziging van art. 1in dien zin dat het doel ook meer
zou blijken te zijn op het volk te werken, zoodat ook
als middel daartoe moest dienen publiek maken van de re
sultaten van dat onderzoek, want op de overtuiging van allen
kon en moest op die wijze krachtig worden gewerkt. Prof.
Vissering was van gevoelendat ook het bestuur der ver
eeniging, zoo dikwijls het zulks noodig oordeelt, het gemeente
bestuur en andere autoriteitenwien zulks aangaatmoest
opmerkzaam maken op hetgeen algemeen of plaatselijk in
de stad schadelijk op de gezondheid inwerkte. Prof. Goud
smit wilde in de eerste plaats kennisgeving aan het ge
meentebestuur en zag bezwaar in de openbaarmaking, om
de burgerij niet tegen het gemeentebestuur op te zetten,
dewijl het gemeentebestuur toch altijd geneigd was tot het ne
men van doeltreffende maatregelen. Dat gevoelen werd door
vele sprekers bestreden als: door Mr. Coninck Liefsting,
Prof. Heynsius, Prof. Vissering, Prof. Van der Boon Mesch
en Dr. van Gorkom. De heer Stoffels verdedigde het ge-
gemeentebestuur, in hetgeen het in het belang der volks
gezondheid in de laatste tijden had verricht, ofschoon de
burgerij niet in alle opzichten tot verbetering de hand
reikte. Prof. Heynsius deed vooral uitkomen het belang
van eene geneeskundige plaatsbeschrijving van Leiden. Na
dat Prof. Goudsmit verklaard had te zwichten voor de
kracht der aangevoerde redenenwerd het voorstel van Prof.
Vissering, en vervolgens de overige artikelen van het ont-
werp-reglement met eene enkele wijziging, bij acclamatie aan
genomen.
"Wij zijn van meening, dat dit reglement nuttig werken
zal, wanneer slechts de samenstelling of indeeling der le
den in sectiën getuigt van eene samenwerking der verschil
lende krachten en talenten, bij verscheidenheid van kennis
en ervaringzoodat de sectieverslagen de uitdrukking wor
den van een grondig en oordeelkundig onderzoek. Dan
eerst kan een gemeentebestuur zijne maatregelen daarop
bouwenals de ontvangen wenken voor geene ernstige te
genspraak van deskundigen vatbaar zijn, m. a. w.: het sectie-
verslag moet steeds doen blijken, dat theorie en practijk
hand aan hand gaan.
Verschillende redenen belemmerden ons, om ons te men
gen in den strijd der meeningendie op het punt scheen
een strijd van beginselen te worden; maar 't is uit dien
hoofde in het belang der vereeniging, dat in haar boezem
niet een strijd ontstaat of zich ontwikkelt, waarvoor waar
schuwing zeker niet ondienstig is. Het plan was zeer beknopt
maar volledig in het ontwerp-règlement omschreven;
het verrastte ons in zekere mate en trok ons aan door de
eenvoudigheid, die de vereeniging kenmerkte in hare wer
king al is het doel veel omvattend. Het plan rust geheel
op het beginsel, dat kennis verkregen wordt door zelfstan
dig onderzoek, maar ook dat de verkregen kennis overge-
stort in het hart der burgerij een onbegrijpelijke machts
ontwikkeling belooft. In harmonie met dat plan was de
zeer practische opmerking van Dr. Eutgers van der Loeff,
om ook onder het doel der vereeniging te begrijpen open
baarmaking van de verkregen kennis, want al wat open
baar maakt is licht. En wij gelooven dat iedereen op zijne
ijverige medewerking zou kunnen rekenen, wanneer be
paald in het reglement opgenomen was het voorschriftdat
de bekendmaking zou geschieden door alle ingezetenen
der gemeente op te roepen, om op het plein van de
Euïne ingelicht en vermaand te worden, hoe noodig het
is om te letten op of in acht te nemen dit of dat,
wat de openbare gezondheid betreft en hoe onverant
woordelijk het is op den ouden weg voort te gaan. Zóó
langs den weg van redelijke overtuiging op de burgerij
te werken is de taak van het ware liberalismedat de rech
ten en vrijheden des volks erkent en eerbiedigt. Maar om
dat de wet is voor de onwilligen en een gemeentebestuur
door zijne maatregelen verplicht en bestemd is de openbare
gezondheid te bevorderen, was het van Prof. Vissering
zeer goed gedacht, om ook in het reglement de aanwij
zing of het voorschrift op te nemen, dat het bestuur der
vereeniging, zoo dikwijls het dit noodig oordeelt, het open
baar gezag op bestaande gebreken of noodige voorzienin
gen opmerkzaam maakt. Ziedaar dus gehuldigd een uitste
kend beginsel van liberalisme en humanisme! Maar wat
daartegenover staat doet eene koude rilling door het lichaam
gaan: //het gemeentebestuur eerst en vooral en bijna uit
sluitend de resultaten van het onderzoek mede te deelen,
opdat de maatregelen en verordeningen der overheiddoor
strafbedreiging versterkt, de gebreken verhelpen en de
kwaadwilligen of onverschilligen straften. Zelfs door zich
de bevoegdheid of het recht te gevenom ten algemeenen
nutte het eigendomsrecht te beperken of te vernietigen
met of zonder schadeloosstelling, kunnen bestaande toe
standen worden verbeterd, omdat de burgerij niet mocht
weten, dat het gemeentebestuur in gebreke wordt gesteld
door de vereeniging en omdat het alvermogen der plaat
selijke overheid, door de sectie-verslagen der vereeniging
ingelicht, in de bestaande gebreken voorzien kan en moet."
Wij gelooven dat zulk eene leer past in den staatsvorm
van het Eransche keizerrijk en gelijk daar de vrucht is van
eene valsche vrijzinnigheid, die zich ontwikkelt tot over-
heersching maar waarvan in onze Nederlandsche grond- en
gemeentewetten althans geen spoor te vinden is. 't Zou
ook niet zijn in het belang der plaatselijke wetgevende
machtwant zij werd belast met eene ondraaglijke verant
woordelijkheid voor hetgeen al of niet verordend moest
worden. Maar bij de uitvoering zou de machteloosheid
't meest aan den dag komenwant het oud-testamentisch
beginsel: de wet, het stellen van regel op regel en van
gebod op gebod, komt ons voor in onzen tijd niet te stroo-
ken met den geest der vrijheiddie onze zeden en instel
lingen doortrekt en met de beginselen van het christen
dom, dat geen voogdij of heerschzucht van het gezag duldt.
De ervaring is de beste leermeesteres. Wat baat eene alge-
meene politie-verordening, als zij alleen door bedreiging
van geldboete en gevangenisstraf de openbare zedelijkheid,