Binnenlandsch Nieuws. bevolking te wachten? Waaruit moeten voor de hoogere burgerschool de kweekelingen voor meesterknechtscontre- maitres, directeurs enz." getrokken worden? //Zoolang de Leidsche fabriekjongen alleen werktuiglijk werktzonder zich rekenschap te geven van de redenen waarom en de regels waarnaar, is hij van opklimming in zijn vak uitgeslotenom met overleg en verstand te werken is de grondslag van algemeene kennis en van bijzondere vakkennis onmisbaar, en de school alleen kan hem die ver schaffen." Of heeft men het oog op hoogere standen dan waaruit onze fabriekarbeiders getrokken worden Heeft het dan niet den schijn, alsof men van onze middelbare scholen inder daad inrichtingen wilde maken voor bevoorrechte klassen der bevolking Z. M. heeft aan den hoofdingenieur van den water staat 1ste kl. J. G. van Gendtop zijn verzoek, met in gang van 1 Mei a. s. eervol ontslag verleend onder dank betuiging voor de vele trouwe diensten den lande bewezen met ingang van 1°. Mei a. s. benoemd tot hoofding. van den waterstaat 1ste kl. den hoofding. 2de kl. B. P. G. van Diggelen; tot hoofding. 2de kl. den ing. lste kl. J. Stroot- man tot ing. van den waterstaat 1ste kl. de ing. 2de kl. L. A. Reuvens en Jhr. A. O. van den Santheuveltot ing. van den waterstaat 2de kl. den adsp.-ingen. W. H. Hubrecht; tot adsp.-ingen. van den waterstaat, den surnumerair I). N. Labrijn; benoemd tot burgemeester der gemeente Grijpskerk R. B. van Holdinga; tot Nederlandsch consul te Cowes voor het eiland Wight J. Stuart %Dayvoorts op hun verzoek eervol ontslag verleend aan Jhr. Mr. P. N. Quarles van Uf* ford, als rechter in de arr.-rechtbank te Zutfenonder dankbetuiging voor de als zoodanig aan den lande bewezen diensten. De Minister van Binnenlandsche Zaken heeft aan den geneeskundigen adjunct-inspecteur voor Zuid-Holland als werkkring aangewezen het gedeelte der provincie, hetwelk tenzuiden van de Maas en de Lek is gelegen. De Staats-Courant bevat een uitvoerig rapport aan den Koning van den Minister van Justitietot ontwikkeling van de redenen, die den Minister bewogen hebben aan Z. M. in overweging te geven, eene staatscommissie in te stellen voor de herziening der wetgeving op de eigendoms overdracht van onroerende goederenhet hypotheekstelsel en het notariaat. Op -dit rapport volgt een koninklijk besluit van 9 Febr. 1 867 waarbij zoodanige staatscommissie wordt ingesteld; aan deze commissie is opgedragen aan den koning de noo- digé voorstellen te doen in den vorm van ontwerpen van wetten en besluitenmet daarbij behoorende memoriën van toelichting. De commissie is als volgt samengesteld: Mr. C. H. B. Boot, lid van den raad van state, voorzitter; Mr. J. A. Mutsaers, lid van den raad van state Mr. C. H. Gockinga, raadsheer in den Hoogen Raad; Mr. R. T. H. P. L. A. van Boneval Faurehoogleeraar in de facul teit der rechtsgeleerdheid bij de hoogeschool te LeidenMr. J. G. Kist, raadsheer in het provinciaal gerechtshof in Zuid-Holland; Mr. J. Pols, rechter in de arrond.-rechtbank te Rotterdam; Mr. A. de Pinto, lands-advocaatdeken der orde van advocaten bij den Hoogen Raad; J. Stam, inspec teur-generaal, belast met het bestuur der afd. registratie en domeinen bij het departement van financiën; H. Manger Muntz, bewaarder van de hypotheken en het kadaster te LeidenB. Tidemannotaris te AmsterdamMr. B. van Berckelnotaris te Delft; Mr. J. de Bas, notaris te's-Gra- venhage; het secretariaat bij deze commissie zal worden waargenomen door een ambtenaar van het departement van justitie, daartoe aan te wijzen door den minister van jus titie. - Onder dagteekening van 9 Februari 11. heeft de//Ver- eeniging van en voor Nederl. Industrieelen" een adres be treffende de patentwet gericht aan de Tweede Kamer van de Staten-Generaal. Daarin wordt te kennen gegeven dat deze vereeniging geen herstel mogelyk acht door gedeeltelijke wijzigingver mits de grondslagen der patentwet zoo ze voor deugdelyk mochten gehouden zijn in den tijd van de uitvaardiging der wet, bijna een halve eeuw geleden, althans in dezen tijd in 't geheel niet meer deugden daar de nijverheidsinrich tingen naar de eischen des tijds, door verschillende com binaties van vakken tot een noodwendig geheelzoodanig ver anderd zyn dat het niet anders kan of de toepassing dei- oude patentwet leidt tot veel onrechtvaardigheid en algemeen misnoegen en geeft aanleiding tot eigendunkelijke en eigen machtige handeling der zetters, aan wie de explicatie der wet grootendeels is toevertrouwd; dat, waar het bewezen is, en van alle zijden wordt toegestemd, dat de tegenwoor dige patentwet (een bron van allerlei willekeur en ongelijk- matigen aanslag)zoo niet in beginseldan toch in toe passing is //ontaard tot eene inkomstenbelasting," die, met voorbijgang van het meest gegoede deel der bevolking, slechts die klassen treftwelke //Nijverheid" uitoefenende billijkheid, zoowel ten aanzien der gepatenteerd en onderling als vooral ten opzichte van het niet belaste gegoede deel der bevolking vordert, dat de tegenwoordige patentwet worde afgeschaft; dat onder een stelsel van bescherming, gelyk hier te lande tijdens en lange jaren na de invoering der patent wet bestond, de staat wederkeerig van de nijverheid eene speciale belasting moge hebben kunnen heffenmaar dat met de laatste wijziging der tarieven van invoerrechten enz., van de scheepvaartwetten enz., de nationale nijverheid in het algemeen aan eene bijkans onbeperkte mededinging der bui- tenlandsche blootgestelden daarmede de eenige nog ver dedigbare basis eener patentwet, wat de nijverheid betreft, weggevallen is; - dat de nijverheid, hoe bereid ook den staat naar billijkheid en evenredigheid in zijne uitgaven te ondersteunenin dezen tijd van vergedreven concurrentie zich echter ten hoogste bezwaard gevoelt, onder het langer vigeeren van eene wet, die voor het grootste deel slechts drijft op eene onafzienbare reeks van administratieve verkla ringen van eene wet, wier toepassingen duizendwerf zondigt tegen zeker grondwettig voorschrift omtrent alle belastingen van eene wet eindelijk, die of uit een staathuishoudkundig, of uit een staatkundig, of uit een zedelijk oogpunt beschouwd, niet meer te verdedigen is, en door de openbare meening, met allen eerbied gezegd dagelijks luider voor onhoudbaar verklaard wordt. Redenen waarom de Vereeniging de Kamer dringend verzoekt, haren invloed te willen te baat nemen, opdat de patentwet van 1819 met al hare revisiënam- pliatiën ministerieele en andere administratieve instructiën worde afgeschaft. Het adres, dat aan Z. M. den Koning zal worden aangeboden, volgens besluit van de vergadering, Zater dag jl. in de Gehoorzaal te Leiden gehouden vindt by de landbouwers en veehouders in den omtrek van Delft by- zonder veel bijval. Naar het zich laat aanzien, zal het van tal van handteekeningen voorzien zijn. De arrond.-rechtbank te Winschoten heeft ter vervul ling van de openstaande rechtersplaats, op de aanbevelings lijst geplaatst de HH. en Mrs. W. R. Alingh advocaat te Assen; F. J. de Veer, subst.-griffier bij de arr.-rechtbank te Goes, en H. A. Spandaw, subst.-griffier te Winschoten. In de heden Dinsdag te 's-Hage gehouden vergade ring van het Koninklijk Instituut van Ingenieurs zijn zeer belangrijke beraadslagingen gehouden over de afdamming van de Ooster-Scheldedoor de leden Conrad en Caland. De conclusie van het betoog van laatstgemelde wasdat indien hij de verbetering van de Wester-Schelde tot zijne taak had, het eerste werk wat hij ondernemen zou, juist zou bestaan in de afdamming der Ooster-Sehelde. Op het officieele plan der aanstaande tentoonstelling te Parijs ziet men met welgevallen dat voor Nederland een zeer geschikt deel van het gebouwalsmede een uitmuntend terrein in het park is ingeruimd. Men vindt er op aange- teekend: Avenue de HollandeAllee de FriseAllee de Zélande, Allee de Gueldreenz. Het ziet er rondom 's-Hertogenbosch treurig uit; men ziet niets dan waterdatdoor den wind in woeste golven voortgezweeptalles poogt te vernielen of mede te slepen wat onder zijn bereik komt. De spoorwegwerken hebben veel te lijden; de aardendam rechts van den Vughtschen straat weg is reeds bijna tot aan de rails weggespoeld. Men is te Nijmegen begonnen met toebereidselen tot het plaatsen van kistingen in de benedenstad opdat wan-

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1867 | | pagina 2