N\ 2077. Zaterdag 17 November. A0. 1866. Het geschil over het belasten van den werkman. LEIDSCH DAGBLAD. Deze Courant verschijnt eiken dagbe halve Zon- en Feestdagen, en kost voor Leiden 1.95, en franco per post ƒ2.80 in de drie maanden. Afzonderlijke Nom- mera Vijf Cents. Prijs der Advertentiën, 1-6 regels 0.75 Iedere regel meer 12£ Cts. Geboorte-, hu welijks- en doodberichten van l-4regels/0.90. Iedere regel meer 15 Cts. Bekendmakingen van genootschappen 5 Cts. Zegelrecht 85 Cts. Spoortreinen van Leiden naar 's-Gravenhage, Delft, Schiedam en Rotterdam: te 10 u. 1 m.; 12 u. 41 m.; 3 u. 37 m.; 6 u. 6 ra.; 9 n. 5 m.; naar Haarlem en Amsterdam: te 8 u. 43 m.; 11 u. 43 m.; 2 u. 42 m.; 4 u. 45 m.; 9 n. Stoomboot van Leiden (Ligplaats Haven) naar Arasterdam, Maandag ochtend 4 u., de overige dagen5 u.; van Arasterdam Beerebijt) naar Leiden, Maandag n./m. 2 u. 30 m. de overige dagen te 3 uren. Des Zondags buiten dienst. Postbusliohtingen aan de Lakenhal, Katoenfabriek en op de Nieuwstraat: 's morg. te 7 u. 50 m. en te 10 u.50 m.; 's uaraidd. te 3 u. 36 na.; 'savonds te 7 u. 55 m. en op de Zondagen alleen te 10 u. 50 m. en 3 u. 35 m. 'snamiddags. Oost-Indisobe Laodpost. üver Southampton l en 17 over Marseille, 9, 16 en 25 van elke inaaud.West-Iodisohe den 14 en voorlaatsten van elke maand. RijU»-Telegraaf, Dagelijks geopend van 7 uren 's m. tot 9 uren 's av. Spoorweg-Telegraaf dagelijks van 8 u. 's m. tot 10 u. 30 m. 's av. Zittingen van bet Gemeentebestuur. Gemeenteraad op onbepaalde tijden. - Burgemeester en WethoudersMaandag en Donderdag te 11 uren. Commissie van Fabricage, Woensdag te 12 uren. -Burgemeester, Dinsdag, Woensdag, Vrijdag en Zaterdag te 11 uren. - President der Commissie van Fabricage des Zaterdags van LI1 uren. - Bureau der Plaatselijke Secretarie is open dazelijks van 104 uren. - Thesaurie, dagelijks van 101 nren.-Dr Gemeente-Architect is te spreken op het Raadhuis, eiken werkdag van 'smorgens 12 1 uren. Kantoor der In- en Uitgaande Hechten en Aooijnzen dagelijks van 9laren en van 3—6 uren; van'a-Rijks Directe Belas tingen, Maandag, Dinsdag, Woensdag en Donderdag van 92 uren. vso Zegel, Registratie dagelijks van 84 uren; van de Hypotheken en het Kadaster, van 94 uren. ii. Wat tot het geschil aanleiding gaf, verdient wel te wor den herinnerd. De heer De Fremery deed een voorstel, om eene belasting op het inkomen te heffen naar eigene aan gifte in verschillende klassen, waarvan de eerste trelfen zou allen, die een jaarlijksch inkomen hebben van f 2 5 0. Het voorstel van den heer Scheltema nam hetzelfde begin sel aan door te bepalendat van het vermoedelijk inko men voor hen die huizen bewoonden van beneden de 70 huurwaarde berekend op zevenmaal de huurwaarde, af te trekken f 250 voor het hoofd van het gezin en f 2 5 van elk kind boven de twee ten zijnen laste, zoodat volgens zijn ontwerp een werkman, wanneer zijn gezin talrijk is, een huisje zal kunnen bewonen van f 60 huurwaardezonder be lasting te betalen. In dit opzicht kwamen dus beiden vrij wel overeen, dat de werkman moest zijn vrijgesteld, terwijl ook Mr. J. L. de Bruyn Kops blijkens de vroeger aangehaalde beschouwingen daarmede instemde. De heer De Fremery heeft echter begrepen in zijn voor stel nog te moeten opnemen /vde onvermogende, die woont in een huisje boven eene personeele huurwaarde van f 35, aannemende, dat het billijk en rechtvaardig is dat de geringe burger en de arbeiderzij het ook voor een klein deeliets van het zijne bijdrage tot instandhouding van het huishou den der gemeente; het verheft hem in eigen oogen en leidt tot een gevoel van eigenwaarde, dat aangekweekt moet wor den en op prijs dient gesteld." Daar kwam de heer Schel tema tegen op: //dat de geringe daglooner directe be lasting zou moeten betalenomdat hij vroeger accijns be taalde, gaat dunkt mij volstrekt niet op. Men moet niet aan het oude (de accijnzen), dat afgeschaft is omdat men het afkeurde, blijven hangen en daarop op nieuw voort bouwen maar geheel afgescheiden daarvan (van de accijn zen) eene nieuwe belasting ontwerpenin het oog houdende welke verbetering men wil en waarom het oude werd afge keurd. Men wil eene betere verdeeling van lasten en ont lasting van de arbeidende klasse, welnu dan moet daaraan ook voldaan worden. Niet dus omdat de werkman vroeger accijns betaalde, moet hij thans directe belasting betalen, maar als, of zoodra zyn inkomen slechts ruim genoeg is, dat hy enkele guldens evenzeer missen kanals de gegoede en vermogende honderde guldens, zoodat de belasting op beiden gelijk zal drukken, dan moet hij belasting betalen. Juist om den geringen daglooner te verlichten, om te ma ken dat de eerste levensbehoeften voor hem goedkooper zou den zijn, zyn de accijnzen afgeschaft en wat zou het hem nu baten als hij op eene andere en veel gevoeliger wijze belasting betalen moet, ook zelfs al is zijn sober loon nog ontoereikend om de eerste levensbehoeften in weerwil dat ze goedkooper zijn geworden, in voldoende mate te kunnen bekomen. Dat is inconsequent, vooral in een voorstander van de afschaffing der accijnzen. Nu ze zijn afgeschaft om den daglooner te bevoordeelenof liever, om hen minder gebrek te laten lijden, moet hij het voordeel van die af schaffing ook werkelijk genieten, of men misleidt hem." Dit is onbetwistbaar eene gezonde redeneering, die by Prof. De Bruyn Kops weerklank en toestemming vinden moest; - maar neen: hij beweert, dat de werkman van het voordeeldat hem de afschaffing der accijnzen bezorgde wel iets kan afstaan in de directe belasting, die hem ook daarom treffen moet. - Over het bedrag van dat voordeel is een twistgeschrijf ontstaandat ook het hoofdbeginsel aantast. Wanneer wij ons nu in dit geschil mengendan is het met het doelom eene verzoening te beproeven. In beide voorstellen ziet men de strekkingom alle ingezetenen van de belasting vrij te stellen, wier inkomen minder dan f 2 50 bedraagt. Maar zijn er daaronder nog niet velen die met geen handenarbeid hun brood verdienen van eigen inkomen levende, eenloopende personen, of kleine gezinnen, die too- neu wel wat te kunnen missen en die wat hebben om te verliezen ook bescherming en veiligheid genieten waarvoor de overheid zorgt, maar die de daaraan verbondene kosten moet vinden door belastingen? Onder de bewoners van hui waarvan de werkelijke huurwaarde bedraagt of kan zen worden geschat op 35 tot en met f 50 kunnen er zijn, en zijn er ook werkelijk, die meer dan f 300 inkomen hebben. Als men nu vrijstelling van belasting verbindt aan de bewoners van zulke perceelenzal men dan niet den weg openen tot ontduiking? Op dien grond w^fTschteq^xij het voorstel van den heer De Fremery geh^l losgemaakt tf^zien van een som van werkelijke huurwaaisue^van de tie woogie

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1866 | | pagina 1