vol vertrouwen zou kunnen rekenen, zullen öp voordracht
der Regeeriug door de Staten-Generaal niet karig, maar met
welbegrepen onbekrompenheidde vereischte geldmiddelen
tot dat einde verstrekt moeten worden.
Een zeer aanzienlijke post komt ter bestrijding der on
vermijdelijke uitgaven, op de Engelsche Staatsbegrooting
voor, en voorziet in de behoeften van uitrusting, wapening,
ammunitie en geschut der vrijwilligers. Ook zal de vrijwil
lige volkswapening nog op een andere wijze, even als in
Engeland en Zwitserland, wettelijke regeling behoeven. -
«Her Majesty has felt - zoo luidde de Troonrede van 28
Juli 1863 - much pleasure in giving her assent to an Act
for placing //upon a well defined footing that Volunteer
Force" wich has added //a most important element" to the
//defensive" means of the Country." Zwitserland heeft geen
staand leger en kon toch, volgens een officiéél bericht, den
lsten Januari 1863, op een aantal van 195,893 wèl ge
oefende verdedigers in tijd van nood staat maken. - Wat
Nederland zelf, maar niet zonder zware geldoffers in 1830
en 1831 vermocht, herinneren zich nog velen, en dat de
goede geest die toen de Natie bezieldezonder onderscheid
van rang, stand of gezindte in deze dagen herleeft, de be
reidwilligheid van wakkere mannen en jongelingen zoo hier
te Utrecht als elders om aan de roepstem tot bevordering
van 's lands weerbaarheid gehoor te gevenheeft het aan
vankelijk getoond en zal - wij houden er ons van overtuigd -
die waarheid hoe lang zoo meer schitterend staven. Onze
aanzienlijke en vermogende ingezetenen zullen bij de Engel-
schen in het aanmoedigen der krijgshaftigheid van een vrq
volk wel niet willen achterstaanen zou een Prins van Oranje
niet even gaarne als de vermoedelijke erfgenaam der Britsche
Kroonde jaarlijksche wapenschouwing en den edelen wed
strijd der vereenigde Nederlandsche scherpschutters en andere
vrijwilligers besturen
G. W. Vreede.
Utrecht, 9 September 1866.
{Op verzoek overgenomen
Binnenlandsch Nieuws.
Z. M. heeft bevorderdbij het agentschap van het
Ministerie van Financiën te Amsterdam, tot hoofdcommies,
den heer J. W. Blaauwthans commiestot commies den
heer J. Geesinkthans adjunct-commies; bij de directie van
de Grootboeken der Nationale Schuld, tot commies den heer
J. Backer Jr., thans adjunct-commies.
Mr. H. C. du Bois, buitengewoon gezant en gevol
machtigd Minister des Konings op non-activiteit, stelt zich
tot candidaat bij de aanstaande verkiezingen voor de Tweede
Kamer der Staten-Generaal in een open brief, uit Velp aan
de kiezers in Nederland gericht. De gronden zgner aanbe
veling zijn: //een gezond hoofd, een eerlijk hart, een twin
tigjarige ondervinding van menschen en zaken en een on
afhankelijke maatschappelijke stelling." In de onbewimpelde
verklaring zijner beginselen, ligt voor de kiezers het bewijs
van oprechtheid en een onbedrieglijke grond tot aanbeve
ling. De wijze, waarop vijf jaren geleden, wegens een ver
schil van zienswqze met het toenmalig Ministerie omtrent
eenige gewichtige punten, door hem zgn non-activiteit zon
der bezwaar van 's lands Schatkist werd gevraagd en ver
kregen getuigt van zelfstandigheid en veerkracht. Zijn pro
gramma heeft een kleurdie in onze dagen veel waarde
heeft en toch geen partijkleur kan genoemd worden omdat
het zoo moeilijk is de staatkundige richtingen in Nederland
in de laatste jaren en vooral in onzen tijd van elkander te
scheiden of te onderscheiden.
Het provinciaal gerechtshof van Utrecht heeft ter ver
vulling der opengevallen betrekking van raadsheer aanbevo
len de HH. en Mrs. C. J. N. Nieuwenhuis en N. F. van
Noot enleden van de arr.-rechlbank te Utrecht, A, N. J.
van de Poll, president van de arr.-rechtbank te Amersfoort,
F. L. Rambonnet, off. van justitie te Tiel S. J. A. van
Walchren subst.-offic. van justitie te Amersfoort en F. A. R. A.
Baron van Ittersum, subst.-griff. bij het Hof te Utrecht.
Door de kiesvereeniging //Koning en Vaderland," in
het land van Altena, zijn de heeren Simons en Begram
beiden met algemeene stemmen op nieuw tot candidaat voor
de Tweede Kamer der Staten-Generaal gesteld.
De burgemeester van Rotterdam gaf Maandag zijn
eerste officieel dineewaaropbehalve de raadsledeno. a.
ook de leeraren der verschillende gezindten waren genoodigd.
Uit Steenwijk schrijft men: De heer Leembrugge, een
groot landeigenaar uit Holland, heeft op zijne uitgebreide
boerderij in deze environs een oogstfeest gevierd, gelgk in
Duitschland geschiedt. Al het mannelijk- en vrouwelgk per
soneel ten bedrage van p. m. 70 personen, heeft aan on
derscheiden volks vermakelijkheden deelgenomen en is na af
loop daarvan op ruime schaal getrakteerd. Hierop wees de
eigenaar in eene populaire rede op het doel van 't feest,
waarna de prgsuitdeeling plaats hadeen der arbeiders be
dankte daarna den traktant uit naam van allenwaarop men
met een vroolijk lied eindigde.
In een zeer uitgebreid advies wordt de vraag beant
woord //of de Tweede Kamer door de aanneming van de
motie Keuchenius hare bevoegdheid heeft overschreden?" Wg
deelen daarvan het slot met de onderteekening mede
Op al de bovenstaande gronden zgn wg ondergeteekenden
van oordeel
1°. Dat, ook al mocht de Tweede Kamer de benoeming
van Mr. Mijer tot gouverneur-generaal hebben afgekeurd
wat wij ten stelligste ontkennen, zij daartoe dan nog vol
komen bevoegd zoude zijn geweest.
2°. Dat de vraag - de eenige vraagdoor de Regeering
zelve gesteld - of de Tweede Kamer van de Staten-Gene
raal de grondwet geschonden heeft, naar onze innige over
tuiging, niet met ja kan worden beantwoord, zonder recht
te noemen wat onrecht is; eindelijk
3°. Dat men op diezelfde vraag niet met ja kan ant
woorden - en hierop worde uitdrukkelijk gelet - zonder
de Nederlandsche grondwet omver te halen. Immers, een
maal het antecedent gestelddat men nu stellen wilzal
de Regeering met volkomen recht en naar de regelen eener
onberispelijke logica kunnen betoogen de onbevoegdheid van
de Kamer tot ongeveer elkecritiek; want, nog eens, schier
elke critiek van de vertegenwoordiging lost zich ten slotte
op in eene critiek van de wgze, waarop Koninklijke regee-
ringsrechten onder medewerking van verantwoordelijke Mi
nisters worden uitgeoefend,
S. Vissering.
Van Bonetal Faüre.
J. E. Goudsmit.
J. T. Buus.
B. J. Gratama.
B. D. H. Tellegen.
T. M. C. Asser.
A. E. J. Modderman.
Deventer8 October 1866. J. Duymaer van Twist.
Delft, 8 October 1866. J. L. de Bruijn Kops.
De onder-officieren Delpy, Bonemeger, Smeets, Plet,
Willink, KetjenKoning, Batteké en Van Dam van Isselt,
allen van het 3de regiment infanterie van Bergen-op-Zoom
hebben voorloopig voldoende bewijzen van bekwaamheid af
gelegd en zullen mitsdien bij het gewoonalsmede de ser
geant Kuipers bij het examen n°. 2in November a. s. te
's-Hage naar den officiersrang mededingen.
Maandag en Dinsdag werd te Amsterdam, onder
praesidium van den heer W. H. Kirberger, de jaarlijksche
algemeene (49ste) vergadering der //Vereeniging tot bevor
dering van de belangen des boekhandels" gehouden. In
plaats van de aftredende bfetuurders, de heeren Kirberger
en D. A. Thieme, werden verkozen de heeren P. Kraay Jr.,
te Amsterdam, en A. W. Sijthoff, alhier. Onder de belang
rijke besluitendoor de Vereeniging genomenverdient in
de eerste plaats vermelding de oprichting van een onder
steuningsfonds voor weduwen en weezen van leden der Ver
eeniging en ten andere dat de volgende vergadering weder
te Amsterdam zal worden gehouden. Dewgl dit de 50ste
wezen zalbenoemde men eene commissie om het vieren
van dit halve eeuwfeest voor te bereiden. Leden daarvan
zijn de heeren Van Dijk, Schuitemaker, Baarslag, H. J-
van Kesteren en Smidt van Gelder. De vergadering werd
als gewoonlijk met een diner besloten.
In den nacht van 7 op 8 October is op de Ooster-
gebroken het Nederl. tjalkschip n Jonge Alida," kapt. R. M.
Groengeladen met Beetwortelenkomende van Steenbergen
Leiden6 October 1866.
Groningen8 October 1866.
Amsterdam8 October 1866. j
Schelde, even boven Woensdrecht, omhoog geraakt en daarop