zer eervol ontslag verleend uit zijne betrekking van raads heer in het prov. gerechtshof in Utrecht; voorts benoemd tot rechter in de arr.-rechtb. te Rotterdam Mr. A. A.Weve, thans kantonr. te Alphen alsmede het aan den adsistent-inge- •-meur bij den rijkstelegraaf J. J. van Kerkwijk verleende on bepaald verlof ingetrokken en is de heer Van Kerkwijk, met ingang van den lsten dezerin dienst gesteld als in genieur ter adsistentie van den ingenieur van den rijks telegraaf. De audiëntie van den Minister van Oorlog zal op Donderdag 4 dezer niet plaats hebben. De voordracht van den Raad van Ministers tot ont binding van de Tweede Kamer der Staten-Generaal is van den navolgenden inhoud Aan den Koning. De Tweede Kamer der Staten-Generaal heeft in hare zit ting van heden met 39 tegen 23 stemmen aangenomen eene motie van den afgevaardigde uit Arnhem, den heer Mr. L. W. C. Keuchenius, houdende afkeuring van de gedrags lijn der regeering ten aanzien van de uittreding van den Minister van Koloniën den heer Mr. P. Mijer als zooda nig onlangs door Uwe Majesteit eervol ontslagen, en bij Hoogstdeszelfs besluit van den 17den September jl., N°. 77, benoemd tot Gouverneur Generaal van Nederlandsch Indië. Door de aanneming van deze motie, welke, in verband met de toelichting daarvan door den voorsteller gegeven en met de beraadslaging daarover gevoerd, niet anders kan worden beschouwd dan als eene afkeuring en berisping van de benoeming van den laatst afgetreden Minister van Kolo niën tot Uwer Majesteits vertegenwoordiger in Nederlandsch Indië, is de Tweede Kamer, naar ons oordeel, met over schrijding van hare grondwettige bevoegdheid, getreden op het gebied der uitvoerende macht bij den Koning berustende en heeft zij inbreuk gemaakt op het praerogatief der kroon, waarvan de uitoefeningnaar de uitdrukkelijke bepalingen der grondwet, aan den Koning, als hoofd der uitvoerende macht en als opperbestuurder der Koloniënvrij en onaf hankelijk van elke tusschenkomst of inmenging der Staten- Generaal, gewaarborgd behoort te blijven. Het is onze overtuigingSiredat voor het behoud van onze constitutioneele instellingenwaardoor de banden zijn bevestigd, die sedert eeuwen tusschen het Doorluchtig Stam huis van Uwe Majesteit en het Nederlandsche Volk hebben bestaanhet vooral noodig is de onderlinge verhouding der onderscheidene Staatsmachten, zooals die door de grondwet begrensd is, zorgvuldig te handhaven, wil men niet, dat hare eendrachtige samenwerking voor het hetgeen het heil des vaderlands gebiedt, ten eenenmale verijdeld worde. Wij gelooven dan ook, dat de vertegenwoordiging, die in strijd met eene getrouwe naleving der grondwet hare roeping miskent, niet meer kan geacht worden de denkwijze en den zin der natie uit te drukken en dat er voor Uwe Majesteit, onder zulke omstandigheden, alleszins redenen aan wezig zijn om, met gebruikmaking van het recht, daartoe aan het hoofd van den Staat toegekendeene duidelijke verklaring van de natie te vragen en te erlangen. Het is tot dat einde, Sire! dat wij, in bet diepgevoeld besef der verantwoordelijkheid, die op ons rust, ons verplicht achten, aan Uwe Majesteit in overweging te geven, tot de ontbinding der Tweede Kamer te besluiten. Wij veroorloven ons tevens Uwer Majesteit voor te stellen om goed te vinden, dat deze voordracht van Uwer Majes teits Ministers, door Hoogstdezelve goedgekeurd in de Staats courant worde opgenomen tegelijk met het besluit tot ont binding der Tweede Kamer. Mr. P. van Bemmelen weegt in den Nederl. Spec tator de bezwaren die tegen de openbare school worden in gebracht, nog op de volgende wijze: a. De heer Groen erkent dat sedert 185 7 in zake on derwijs iedereen vrij isdie geld genoeg heeft. Doch dit acht hij onvoldoende. Ziet hij dan niet, dat hij hulp in plaats van vrijheid vraagt? Hij zou de wegruiming eener voor de voldoening aan de volksbehoefte nadeelige inrich ting moeten vorderen maar hij mag niet over inbreuk op de vrijheid des volks klageu. Bovendien wordt het opko men der godsdienstige scholen door het bestaan der staats scholen in het minst niet verhinderdzoo slechts de be hoefte aan de eerstgenoemde werkelijk gevoeld wordt. Voor de eer eener gezindheid welke bij den staat komt klagen: //er is bij on3 zoo weinig bereidvaardigheid om gel- delijke offers te brengen help ons daarom of bespaar ons uwe mededinging," heter ware, dat die belijders er niet waren of verdwenen. h. De christelijke bijzondere scholen kunnen volgens den heer Groen evenmin concurreeren als de dwerg met de reus enz. Als de dwergen zich vereenigendan hebben zij zeer veel geld, dan zijn zij te zamen genomen finantiëel vol- strekt geen dwerg meer. Men leest in het //Batav. Handelsblad": Terwijl in Engeland een liberaal ministerie door een mi- nisterie der behoudende partij is vervangenmerkt men niet de geringste verandering op in den gang der zaken in Britsch Indië. Maar de verandering van ministerie in Nederland heeft tot onmiddellijk gevolg gehad eene volledige stremming in den voortgang der in Indië sedert jaren beraamde en reeds ver gevorderde hervormingen en eene niet minder groote verwarring in den gewonen gang der zaken. De Minister van Koloniën heeft zich veroorloofd aan den Koning voor stellen te doen en de uitvoering daarvan in Indië te //ge lasten", zonder de Indische regeering te raadplegenen dit terwijl hij in Nederland in eene politieke positie verkeert, die het ministerie //au jour le jour" doet leven en met el- ken dag weder een ministerie kan doen optredendat de beginselen van hervorming is toegedaan. Het isof men zich in Nederland gehaast heeft, zoo veel maar mogelijk van het in Indië begonnene te bederven, ten einde, zoo men spoedig weder valtten minste de satisfactie te genie- ten, weder een paar zwaarwichtige spaken in het wiel van vooruitgang gestoken te hebben. //Wanneer men daarbij nog weet, dat die geheele strijd om ministerzetels en beginselen in Nederland voornamelijk ten doel heeft, om het Gouverneur-Generaals baantje te be machtigen dus om persoonlijke voordeelen dan behoeft men wel niet te vragenof de noodzakelijkheid eener verande ring in de grondslagen der regeering over Ned.-Indië on- wederlegbaar is gebleken". Naar men verneemt, is de luit. ter zee 1ste kl. J. D. J. van der Hegge Spies benoemd tot adjudant van den nieuw benoemden gouv.-gen. van Ned. Indiëden heer Mr. P. Mijer. Maandag avond te 10 uren werd te 's-ITage door een muziekkorps onder de leiding van den heer Fr. Botgor- schekeene serenade gebracht bij den heer graaf van Zuylen van Nijevelt, Minister van Buitenlaudsche Zaken. Uit het verslag van de commissie, belast met het af nemen der examens van hen, die akten van bekwaamheid verlangden voor het geven van onderwijs in de wis- en na tuurkundige wetenschappen, landbouwkundezeevaartkunde, het teekenen en boetseeren blijkt, dat zich daartoe 46 per sonen hadden aangemeld. Daarvan waren 4 niet versche nen 4 anderen hadden gedurende het examen van verder onderzoek afgezien; 21 hadden voldoende bewijzen van be kwaamheid gegeven, om als onderwijzer te kunnen optre den in de vakkenwaarvoor zij zich hadden aangemeld. Voor het onderwijs in de Ned. taal- en letterkunde, de geschiedkundige wetenschappen, de staathuishoudkunde, de handels-wetenschappen de levende talen en hare letterkunde, het schoonschrijven en de gymnastiek hadden zich 86 per sonen aangemeld; daarvan waren 10 personen niet opgeko men; de 7 6 anderen hadden 7 9 examens afgelegd, van welke 44 voldoende zijn geoordeeld. De Gemeenteraad van Arnhem heeft tot adjunct-ge meente-architect benoemd den heer J. P. Roozendaal, tijde lijk opzichter bij de gemeentewerken alhier. Het Paleis voor Volksvlijt te Amsterdam is Zondag 30 Sept. door 93 5 5 en gedurende de afgeloopen maand door 73,17 8 personen bezocht. Volgens een te Rotterdam ontvangen bericht per over- landmail is kapitein Hoogeustraaten met den klipper Willem Poolman den 22sten April van Brouwershaven vertrokken, na 49 dagen de Kaap gepasseerd zonder bijzondere onheilen te ontmoeten dan eenig stormweder op de gronden maar op den 2 lsten Juni werd het schip door een zwaren orkaan

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1866 | | pagina 2