N°. 2028.
Woensdag 19 September
Coiumissiën van toezicht voor het middelbaar
onderwijs.
Deze Courant verschijnt eiken dagbe
halve Zon- en Feestdagenen kost voor
Leiden 1.95, en franco per post ƒ2.80
in de drie maanden. Afzonderlijke Nora-
mers Vijf Cents.
Prijs der Advertentiën, 1-6 regels 0.75.
Iedere regel meer 12J- Cts. Geboorte-, hu
welijks- en doodberichten van l-4regels^.90.
Iedere regel meer 15 Cts. Bekendmakingen van
genootschappen 5 Cts. Zegelrecht 35 Cts.
Spoortreinen van Leiden naar 's-Gravenhage, Delft, Schiedam en Rotterdam: te 8 u. 38 m.; 10 u. 15 m.; 1 u. 24 m.; 3 u. 42 m.;
6 6 ra.; 9 u. 5 m.; naar Haarlem en Amsterdam: te 8 u. 34 m.; 10 u. 12 m.; 11 u. 51 m.; 3 u. 1 m.; 4 u. 45 m.; 9 u. Op
Zon- en Feestdagen van 's-Gravenhage naar Leiden: te 10 u. 25 m.
Stoomboot van Leiden (Ligplaats Haven) naar Amsterdam, Maandag ochtend 4 u., de overige dagen5 u,; van Amstérdam (Beerebijt) naar
Leiden, Maandag n./m. 2 u. 30 m. de overige dagen te 3 uren. Des Zondags buiten dienst.
Postbusliohtingen aan de Lakenhal, Katoenfabriek en op de Nieuwstraat: 'smorg. te 7 u. 45 m. en te 1L u.; 's uamidd. te 3 u. 35 ra.
'savonds te 7 u. 55 m. en op de Zondagen alleen te 10 u. 50 m. en 3 u. 35 m.'snamiddags. Oost-Iudisohe Landpost. Over Southampton
1 en 17 over Marseille, 9, 16 en 25 van elke maand.West-Indische den 14 en voorlaatsteu van elke maand.
Rijki-Teiegraaf. Dagelijks geopend van 7 uren 's m. tot 9 uren's av. Spoorweg-Telegraaf dagelijks vau 7 u. 's m. tot 10 u. 45 m.av.
Zittingen van het Gemeentebestuur. Gemeenteraad op onbepaalde tijden. - Burgemeester en fPetkoudersMaandag en Donderdag te 11 men.
Commissie van Fabricage, Woensdag te 12 uren. -BurgemeesterDinsdag, Woensdag, Vrijdag en Zaterdag te 11 uren. - President der Commissie
van Fabricage des Zaterdags vaD 111 uren .-Bureau der Plaatselijke Secretarie is open darelijks van 104 uren. - Thesauriedagelijks van 102
men .-De Gemeente- Architect is te spreken op het Raadhuis, eiken werkdag van 'smorgens 12 1 uren.
Kantoor der In- en Uitgaande Rechten en Aooijnzen dagelijks van 9luren en van 3 6 uren; van's-Rijks Directe Belas
tingen, Maandag, Diusdag, Woensdag en Donderdag van 92 uren. van Zegel, Registratie dagelijks van 84 uren; van de
Hypotheken en het Kadaster, van 94 uren.
De wet tot regeling van het middelbaar onderwijs heeft
in art. 46 het toezicht opgedragen op de openbare en bij
zondere scholen aan a. plaatselijke commissiëndoor den
gemeenteraad te benoemenb. inspecteursdie volgens art.
47 door den Koning worden benoemd. Waarin dat toezicht
bestaat wordt voor de plaatselijke commissiën omschreven en
bepaald bij art. 5 2 maar daarin komt niets voorwat be
treft regeling en bestuur voor alle instellingen of voor een
enkele. Het toezicht van den inspecteur reikt verder, want
hij wordt gehoord ingeval van benoeming en ontslag van
leeraren en oordeelt over de noodzakelijkheid van schorsing
en ontslag, in overleg met Burg. en Weth. (art. 29). Zulk
een toezicht hebben de plaatselijke commissiën niet. Aan het
hoofd van elke school is een der leeraren geplaatstdie den
titel draagt van directeur (art. 23). Eu als de leeraren of
de directeur rechtstreeks stonden onder de bevelen der com
missie wat nergens is bepaaldzou die commissie een ver
antwoordelijkheid op zich laden die in geenen deele wa3
overeen te brengen met de bevoegdheid haar bij artt. 5 0 en
al toegekend, om proces-verbaal op te maken van de over
tredingen der wet en toegang te hebben tot de scholen, enz.
In één woord, toezicht is wel te onderscheiden van, en
sluit niet in beheer of bestuur. Dat toezicht gaat over alle
instellingen; openbare en bijzondere, en daaraan zijn on
derworpen beheerders, bestuurders of directeuren, naar de
verschillende inrichting en den aard der scholen. Dat toe
zicht kan niet verondersteld worden onpartijdig te zijn wan
neer het aan hetzelfde gezag is toevertrouwddat beheer
en bestuur voert, aan dat toezicht onderworpen.
Wij vinden in de artt. 62 63 en 64 der wet regelende
het lager onderwijs, voor de plaatselijke school-commissiën
hetzelfde omschreven als in de wet regelende het middel-
haar onderwijs voor de bedoelde commissiënop hetzelfde
beginsel berustende, dat ook een diepen grond heeft in de
oordeelkundige afbakening van ieders rechten en plichten.
Bij raadsbesluit vau 25 Aug. 1864 is voor de gemeente-
instellingen van middelbaar en hooger onderwijs te Leiden
ee<i reglement vastgestelddat naar onze meening verschil
lende bepalingen behelst, die strijdig zijn met de wet.
In art. 8 is aan de commissie van toezicht toegekend de
vaststelling van het programma der lessen voor iederen cur
sus eu de zorgom dat programma te doen drukken en
algemeen verkrijgbaar te stellen en in art. 2 een toezicht
over het dagelijksch beheer vau de schoolterwijl volgens
art. 10 bij haar behoort het hooger beroep in zaken, die
de schooltucht of de inwendige huishouding der school be
treffen. Volgens art. 5 2 kunnen zij zich niet mengen in het
huishoudelijk beheer, daaromtrent beslissingen of beschikkin
gen nemen, maar voorstellen doen aan den gemeenteraad.
Alle kosten, die krachtens art. 3 6 door de gemeente wor
den gedragen, behooren tot het geldelijk beheer, in art.
179 lett. e der gemeentewet opgedragen aan Burg. en Weth.,
die krachtens art. 17 9 lett. v een gedurig toezicht houden
op al wat de gemeente aangaat.
In art. 19 wordt aan de commissie opgedragen de zorg
voor den tijd en de plaats, waar en wanneer het jaarlijksch
examen wordt afgenomen en haar de bevoegdheid toegekend
tot toelating van leerlingen gedurende den cursus in buiten
gewone gevallen. Bij artt. 21 23 en 24 is aan haar de
regeling toegekend van het beloonen en straffeu der leerlin
gen zelfs de bevoegdheid tot het vaststellen van een huis
houdelijk reglement. Art. 20 komt overeen met art. 5 6 der
wet, dat geldt voor het eindexamen van de burgerschool;
de eindexamens voor de hoogere burgerscholen worden krach
tens art. 5 7 der wet afgenomen door commissiën, jaarlijks
te benoemen door den Commissaris des Konings in iedere
provincie. Wat meer isvolgens het slot van art. 2 der wet
is het toezicht op de localen van alle scholen opgedragen
niet aan de plaatselijke commissiemaar aan den inspec
teur.
De zaak wordt nog duidelijker, wanneer men vergelijkt,
wat de wet regelende het middelbaar onderwijs aan de
plaatselijke commissie opdraagt, met de taak, die bij aitt.
26 tot 34 van het organiek besluit van 2 Aug. 1815 aan
curatoren der Latijnsche scholen is toevertrouwddie veel
uitgebreider is, omdat het is een taak van regelingbeheer
en bestuur, met toekenning van het jus promovendi tot het
academisch onderwijs (art. 2 9).
In alle gemeenten waar Bijks hoogere burgerscholen zijn
gevestigd, heeft de plaatselijke commissie daarop toezicht,
maar de directeur heeft een zelfstandig beheer en bestuur