J. C. A ALDERS, Heeren Apothekers en Genees- kunstoefenaren. RËIV een klein GOUDEN DAMES HORLOGIE, gaande langs den Nieuwen RijnKoornbrugsteeg en Breedstraat naar het Noordeinde. 10 belooning voor die het terugbrengt. Adres bij het bureau dezer Courant. De gerenommeerde etiq. met gedrukten naam der GE NEESMIDDELEN zijn in eene uitgebreide sorteering, elke naam in 6 verschillende groottenverkrijgbaar in het Magazijn van Apothekersbehoeften en Chirurgicale Instrumentenvan SINGEL, BIJ HET KONINGSPLEIN, X. u°. 9, TE AMSTERDAM. Bij franco aanvrage kan men monsters of goederen 3 dagen op zigt bekomen mits franco en onbeschadigd terug. Bij de veiling gehouden te leidenden 15den Septem ber 1866 ten overstaan vau den Notaris P. MULLER, zijn de perceelen in bod gebragt als volgt: N°. 1. op 1525.—; verhoogd met ƒ75.N°. 2. op f450.verhoogd met 25.N°. 3. op 290.j ver hoogd met 10.N°. 4. op 260verhoogd met ƒ40.nader verhoogd met 160.—. N°. 5. op 155. verhoogd met 15. Waarvan de afslag zal plaats hebben op Zaturdag den 2 2sten September 1866 terwijl inlichtingen te bekomen zijn ten Kan tore van den Procureur Mr. L. D. SURINGAR en van den voornoemden Notaris BURGEMEESTER en WETHOUDERS van Alphen, Overwegende, dat op den 15den September 1866, door JAN WIL LEM HUBER, van beroep Veehouder, wonende te Alphen, bij den Burgemeester aangifte is gedaan dat een stuk koe afgezonderd staande in een boomgaard bij zijne woning, door ziekte is aangetast. Overwegende, dat uit het rapport van den deskundige T. VAN AERDE blijkt, dat een zwartbonte Koe, oud 4 jaar, hierboven bedoeld, is aangetast door de besmettelijke veeziekte en dat de onteigening en afraaking daarvan, ter voorkoming van verdere uitbreiding dier ziekte, dringend noodzakelijk is. Gelet op de artt. 69 tot en met 72 der wet van den 28sten Au gustus 1851 Staatsblad N°. 125). Hebben besloten 1°. Boven omschreven rund onmiddelijk te onteigenen te doen afmaken en na inkerving der huid, met bijvoeging van een genoeg zame hoeveelheid ongebluschte kalk, ter behoorlijke diepte te doen begraven 2'. Dit besluit onmiddelijk mede te deelen aan Heeren Gedeputeerde Staten der Provincie Zuid-Hollandaf te kondigen binnen de Ge meente en te plaatsen in het Leidsch Dagblad. Alphen, den 15den September 1866. Burgemeester en Wethouders voornoemd, De Secretaris, De Burgemeester, A. VAN BE1JEREN. L. W. VAROSSIEAU. BURGEMEESTER en WETHOUDERS van Alkemade, Overwegende dat op den 13den September 1866, door JACOBUS VAN DER VOORT Pzn., van beroep Veehouder, wonende te Alke- roade, bij den Burgemeester aangifte is gedaan dat vier stuks runde- fen, afgezonderd staande in een stuk land, gelegen in den Blaauwen Polder, door ziekte zijn aangetast. Overwegende, dat uit het rapport van den deskundige W. F. MUIS Mjkt, dat vier Koeijen, namelijk: een vaalwitkop, oud 3 jaren, een bonte witkop, oud 4 jaren, een zwartwitkop, oud 5 jaren, en een zwart- blaar, oud 3 jaren, hierboven bedoeld, zijn aangetast door de besmet- telijke veeziekte en dat de onteigening en afmaking daarvan, ter voor koming van verdere uitbreiding dier ziekte, dringend noodzakelijk is. Gelet op de artt. 69 tot en met 72 der wet van den 28sten Au gustus 1851 Staatsblad N°. 125). Hebben besloten: Boven omschreven runderen onmiddelijk te onteigenen, te doen af maken, en na inkerving der huid, met bijvoeging van een genoeg zame hoeveelheid ongebluschte kalk, ter behoorlijke diepte te doen begraven 2°. Dit besluit onmiddelijk mede te deelen aan Heeren Gedeputeerde Staten der Provincie Zuid-Hollandaf te kondigen binnen de Ge meente en te plaatsen in het Leidsch Dagblad. Alkemadeden 14den September 1866. Burgemeester en Wethouders voornoemd De Secretaris, De Burgemeester, R. LOS. J. W. S. ROELOFFS. BURGEMEESTER en WETHOUDERS van Alkemade, Overwegende, dat op den 13den September 1866 door PIETER VAN ■*ER VOORT Sr., van beroep Veehouder, wonende te Alkemade, bij den Ufgemeester aangifte is gedaan dat twee stuks runderen, afgezonderd staande in een stuk land, gelegen in den Blaauwen Polder, door ziekte zijn aangetast. Overwegende, dat uit het rapport van den deskundige W. F. MUIS blijkt, dat twee Koeijen, namelijk: een zwartwitkop en een vaalwit kop, oud 3 jaren, hierboven bedoeld, zijn aangetast door de besmet telijke veeziekte, en dat de onteigening en afmaking daarvan, ter voor koming van verdere uitbreiding dier ziekte, dringend noodzakelijk is. Gelet op de artt. 69 tot en met 72 der Wet van den 28sten Au gustus 1851 Staatsblad N°. 125). Hebben besloten: 1°. Boven omschreven runderen onmiddelijk te onteigenen, te doen afma ken en na inkerving der huid, met bijvoeging van een genoegzame hoeveelheid ongebluschte kalk, ter behoorlijke diepte te doen be graven; 2°. Dit besluit onmiddelijk mede te deelen aan Heeren Gedeputeerde Staten der Provincie Zuid-Hollandaf te kondigen binnen de Ge meente en te plaatsen in het Leidsch Dagblad. Alkemade, den 14den September 1866. Burgemeester en Wethouders voornoemd, De Secretaris, De Burgemeester, R. LOS. J. W. S. ROELOFFS. BURGEMEESTER en WETHOUDERS van Alkemade, Overwegende, dat op den 13den September 1866, doorNICOLAAS HOOGEVEEN, van beroep Veehouder, wonende te Alkemade, bij den Burgemeester aangifte is gedaan dat vier stuks runderen, afgezonderd staande in een stuk land, gelegen in den Vrouwe Venne Polder, door ziekte zijn aangetast. Overwegende, dat uit het rapport van den deskundige W. F. MUIS blijkt, dat vier Koeijen, namelijk: twee zwartwitkoppen, oud 4 ja ren, een vaalwitkop, oud 3 jaren, en een zwartwikopoud 6 jaren, hierboven bedoeld, zijn aangetast door de besmettelijke veeziekte, en dat de onteigening en afmaking daarvan, ter voorkoming van verdere uitbreiding dier ziekte dringend noodzakelijk is. Gelet op de artt. 69 tot en met 72 der Wet van den 28sten Au gustus 1851 Staatsblad N°. 125). Hebben besloten: 1". Boven omschreven runderen onmiddelijk te onteigenen te doen af maken en na inkerving der huid met bijvoeging van een ge noegzame hoeveelheid ongebluschte kalk ter behoorlijke diepte te doen begraven; 2°. Dit besluit onmiddelijk mede te deelen aan Heeren Gedeputeerde Staten der provincie Zuid - Hollandaf te kondigen binnen de Ge meente en te plaatsen in het Leidsch Dagblad. Alkemade, den 14den September 1866. Burgemeester en Wethouders voornoemd De Secretaris, De Burgemeester, R. LOS. J. W. S. ROELOFFS. BURGEMEESTER en WETHOUDERS van Alkemade, Overwegende, dat op den 13den September 1866, door THEODORUS CORNELIS VERKLEIJ, van beroep Veehouder wonende te Alkemade, bij den Burgemeester aangifte is gedaan dat twee stuks runderen, afgezon derd staande in eene stal bij zijne woning, Wijk D., N°. 66, door ziekte zijn aangetast. Overwegende, dat uit het rapport van den deskundige W. F. MUIS blijkt, dat twee Koeijen, namelijk: een zwartwitkop, oud 3 jaren, en een roodbont, oud 5 jaren, hierboven bedoeld, zijn aangetast door de besmettelijke veeziekte, en dat de onteigening en afmaking daarvan, ter voorkoming van verdere uitbreiding dier ziekte, dringend noodza kelijk is. Gelet op de artt. 69 tot en met 72 der wet van den 28sten Au gustus 1851 Staatsblad N°. 125). Hebben besloten: 1°. Boven omschreven runderen onmiddelijk te onteigenen, te doen afma ken en na inkerving der huid, met bijvoeging van een genoegzame hoeveelheid ongebluschte kalk, ter behoorlijke diepte te doen be graven 2°. Dit besluit onmiddelijk mede te deelen aan Heeren Gedeputeerde Staten der Provincie Zuid-Holland, af te kondigen binnen de Ge meente en te plaatsen in het Leidsch Dagblad. Alkemade, den 14den September 1866. Burgemeester en Wethouders voornoemd, De Secretaris, De Burgemeester. R. LOS. J. W. S. ROELOFFS. BURGEMEESTER en WETHOUDERS van Alkemade, Overwegende, dat op den 13den September 1866, door JOHAN NES WILHELMUS SMEELEN van beroep Veehouder, wonende te Alkemade, bij den Burgemeester aangifte is gedaan dat twee stuks runderen, afgezonderd staande in een stuk land, gelegen in den Blaau wen Polder, door ziekte zijn aangetast. Overwegende, dat uit het rapport van den deskundige W. F. MUIS blijkt, dat twee Koeijen, namelijk: een roodwitkop, oud 6 jaren, en een zwartblaar, oud 4 jaren, hierboven bedoeld, zijn aangetast dooi de besmettelijke veeziekte en dat de onteigening en afmaking daar van ter voorkoming van verdere uitbreiding dier ziektedringend nood zakelijk is. Gelet op de artt. 69 tot en met 72 der wet van den 28sten Au gustus 1851 Staatsblad N°. 125). Hebben besloten: 1°. Boven omschreven runderen onmiddelijk te onteigenen, te doen afma ken en na inkerving der huid, met bijvoeging van een genoeg zame hoeveelheid ongebluschte kalk, ter behoorlijke diepte te doen begraven 2". Dit besluit onmiddelijk mede te deelen aan lleeren Gedeputeerde Staten der Provincie Zuid-Hollandaf te kondigen binnen de Ge meente en te plaatsen in het Leidsch Dagblad. Alkemade, den I4den September 1866. Burgemeester en Wethouders voornoemd, De Secretaris, De Burgemeester, R. LOS. J. W. S. ROELOFFS.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1866 | | pagina 3