[Ingezonden.) Buitenlaiidsch Nieuws. J. Groenewegen. De candidaat I. C. Nederhoed heeft aangenomen het beroep naar Heerenveen en bedankt voor de beroeping naar Leeuwarden, Sexbierum en Nijkerk op de Yeluwe. De cholera neemt in de verschillende gemeenten waar zij nog heerscht zeer af. Te Utrecht waren Vrijdag 2 te Rotterdam 9 en te 's-Gravenhage 6 personen daaraan over leden. Wij vernemen dat door den heer majoor garnizoens- kommandant alhier een hoogstvleiend schrijven is gericht aan Ds. J. E.' Inckelpredikant bij de Evangelisch Luthersche gemeente, waarin Z.Eerw. dank betuigd wordt voor de wijze waarop hij in de bange tijden, die wij onlangs hebben be leefd, geheel onverplicht zijne diensten als Protestantsch leeraar heeft aangeboden aan de garnizoens-infirmerie en met buiten gewonen ijver vervuld, zoodat op hoogen prijs wordt gesteld dat Z.Eerw. dag en nacht bereid was den lijdenden krijgs man op te wekken en den stervenden te vertroosten. 't Was reeds van vroegere epidemiën bekenddat Ds. Inckel bijzonder ijverig en trouw geheel belangloos en in de overtuiging van zijn roeping het gevaar trotseerde in het bezoek der ziekenzalen. Thans weder heeft hij zich verdienste lijk gemaakt en het vereert den waardigen garnizoens-kom- mandant dat hij zulke diensten op zulk een wijze erkent. Die bange tijden openbaren toch ook veel goeds, als wij slechts letten hoe de ware op christelijke beginselen gegronde humaniteit in den nood wordt beoefend. De burgerij roemt de officieren van gezondheid en de militaire autoriteit het christelijk ziekenbezoek. Den 9den dezer arriveerde alhier de Heer Nd. Mac- leodkolonel kommandant van het 4de Regiment Infan terie, ten einde inspectie te houden over de alhier in gar nizoen zijnde kompagniën van dat korps. Den iOden d. a. werden 's morgens om 8i uur de H.H. Officieren aan Z.H.E.G. voorgesteld; te 94- uur rukte het geheele Bataljon uit naar de Ruïne onder kommando van haar kommaodant, waar de kolonel het reeds stond af te wachten, omringd door eene menigte nieuwsgierigen waar onder officieren der dd. schutterij en studenten leden van de op te richten korpsen vrijwilligers. De troep werd in batalje geformeerd, waarop de kolonel eenige bemerkingen scheen te hebben, vooral betreflende de richting; doch in aanmer king genomen dat er van de geheele troep minstens tirailleurs aanwezig waren, die zelden aan de linie excerci- tiën deel nemen zoo werd er spoedig overgegaan tot het excerceeren uit de pelotonschool, waarover Z.H.E.G. nogal te vreden scheen daarop werd er getirailleerd en eindelijk zoude men overgaan tot de bataljonschooldoch daar het toen reeds ruim één uur geregend had en het kort daarop begon te stortregenen en te waaien, zoodat men onmogelijk kon blijven doorgaangaf Z.H.E.G. last de troep te doen inrukken. Gelukkig dat deze excercitie op Vrijdag plaats had, daar nu de manschappen zich geheel van droge kleeren konden voorzien iets dat slechts éénmaal per week kan plaats hebben. Opmerkelijk was de door eene oude vrouw gemaakte aan merking die n.l. tegen haar buurman zeide//Nout'is goed dat die meheer geen 14 dagen vroeger is gekommen dan zouden ze die arme menschen toch zoo nat niet mogen la ten wordenvoor de koléra.Te 3 uren werd er inspectie over de kazerne gehouden, waarover Z.H.E.G. zijn tevreden heid betoonde, vooral ook wat de magazijnen betrof; en kele aanmerkingen, ter loops gedaan, betroffen laarzen, geweerriempjes en kalsdassen. Den avond van dezen dag bracht Z.H.E.G. in Zomerzorg door, waar ook een der Zomer-concerten plaats had, bege leid door den Heer Majoor Van Hopbergenwaarbij zich later ook voegde de Heer Majoor Tullingh. De directeur der muziek, de Heer Völlmar, werd door dien Heer, als oude kennis, aangesproken. Heden werd de inspectie voort gezet over de kleeding en uitrusting der manschappen daarna hadden de bekende theoriën plaats. Naar men verneemt zal Z.H.E.G. zijn verblijf alhier tot Maandag uitstrekkenten einde dien dag het zoo wel ge legen schietterrein te Katwijk in oogenschouw te nemen. De Thermomete> van Fahrenheit teekende alhier Vrij dag des namiddags te 5 uren 6 7°, des avonds te 8 uren 54°, te 10 uren 52°. Zaterdag morgen te 5 uren 48°, te 8 uren 57°, 's middags te 12 uren 62c, 's namiddags te 4 uren 61°, In Oost-Friesland belooft men zich de grootste voor deden van een vereeniging met Pruisen. Vooral meent men dat de concurrentie met de Nederlandsche havens met veel beter gevolg zal kunnen worden volgehouden. Emden' en Leer zullen nu de hoofdpunten worden voor den invoerhan- del van Westfalen, daar zij het best gelegen zijn voor de nijverheids-districten tusschen de Lippe, Ruhr en Wupper. Even als de handel zou ook het rechtswezen door de ver eeniging profiteeren. In Oost-Friesland bestaat altijd nog het oud-Pruisische landrecht, dat niet de minste hervorming O heeft ondergaan. Een groot deel der bevolking ziet echter op tegen de Pruisische belastingenmaar men beweert dat deze, wel beschouwd, niet hooger zijn dan de Hanoversche. Men heeft te Berlijn het bericht ontvangendat Prins Anton van Hohenzollern in den nacht van 5 op 6 dezer te Königinhof is overleden aan de gevolgen der wonden, welke hij in den slag van Königgratz had bekomen. Uit Mainz schrijft mendat op het slot te Biberick nog de vlag wappert met de kleuren van Oranje-Nassau. Wel heeft de Pruisische bezetting getracht die vlag weg te nemenmaar zij is gebleven door tusschenkomst van het Nederlandsche gezantschap. De Hertogin bewoont met hare kinderen een gedeelte van het paleis onder bescherming van die vlag; in hare onmiddellijke nabijheid, in den vleugel voor de bediendenheeft de te Biberich bevel voerende Pruisische kapitein zijn kwartier gevestigd. Zaterdag jl. is te Brunswijkonder voorzitting van den heer Von Bennigsen, een bijeenkomst van eenige hon- derde leden van het National-Vereinvan het volkshuishou- delijk congres en van andere de nationale Duitsche richting toegedane mannen gehouden, ten einde van gedachten te wisselen over den staat van zaken in Duitschlanden meer bepaald over de eventuëele verhouding van het Zuiden tot het Noorden. Aan het slot der langdurige beraadslagingen werd door den Leipziger hoogleeraar Biedermann over de bevoegdheid van het toekomstige Duitsche centraal-bestuur gesproken, en betoogd, dat, hetzij de afzonderlijke Noor delijke Staten in Pruisen werden ingelijfd, hetzij hunne be trekking tot dat rijk van een bondgenootschappelijken aard mocht worden, ééne zaak uitgemaakt moest wezen, namelijk, dat er slechts één Bondsleger en één legerhoofdde Koning van Pruisen bestaan moest. Door geen der aanwezigen werd tegen deze zienswijze eenige bedenking in het midden ge bracht. In Strafford heeft zich het ongelukkige geval voorge daan dat de koord waarmede iemand gehangen moest wor den brak. De beuleen veekooper uit dat districtgeraakte geheel van zijn stuk, liep onmiddellijk den trap onder het valluik af, vond den veroordeelde in halve onmacht en wel licht twijfelende aan zijn eigen tegenwoordigheid in het land der levenden beneden staan liep onmiddellijk weer naar bo ven en wist niet wat te doen. De geestelijke was evenzoo verschrikt en stond met de handen voor het gelaat. Binnen weinige minuten kwam men met een nieuw koord, dat den moordenaar om den hals gedaan werd. Hij was zekere Smith die een jong mensch, wiens pachter hij was, met voorbe dachten rade en in koelen bloede had vermoorden zijn schuld ten volle bekend had. Toen dezeonder het nazeggen der gebedenwelke de geestelijke hem voorsprak en in gezelschap van den onhan- digen beul weder op het schavot kwam, werd het drietal met luid gemor en gejouw onder de menigte begroet. Op nieuw gehangenwas de misdadiger binnen 2 a 3 minuten dood. Het meerendeel der pompen op de openbare pleinen te Londen zijn van regeeringswege geslotenuithoofde van de slechte hoedanigheid van het drinkwater. De heer Snider, uitvinder van het stelsel tot wijzi ging van het Enfieldgeweer te Londen, is naar men be richt krankzinnig geworden. Dinsdag 11. is Londen bezocht geworden door een al lergeweldigste stormdie aan huizenplantsoenen en aan schepen op de rivier, groote schade heeft veroorzaakt. Ook

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1866 | | pagina 2