Buiteniandsch INieuws. a. e. i. o. u. is de leus van Oostenrijk. Dat moet beduiden: //Austriae est imperare orbi universotohetgeen overgezet zijnde wil zeggen: //Oostenrijk komt het toe de gansche wereld te beheerschen. In een brief aan de //Opi nion Nationale" te Parijs wordt opgemerkt, dat die vijf vo calen zich ook dus laten lezen: //Austria erit in orbe ui- tima" Oostenrijk zal de laatste zijn in de wereld, of: //Allerlei Erdreich ist Oesterreichs Unglück." van het algemeen belang in hooge en lage betrekkingen- hem siert daarvoor menigmaal het ridderkruis. Maar ook is het gedenkwaardig voor hemdie het zeldzaam voorrecht genoot 5 0 jaren achtereen aan het hoofd te staan van een fabriek of handelstak, en de belangstelling van velen open baart zich bij zulke gelegenheden ruimschoots. Steeds was het ons een aangename plichtwaar het stadgenooten betrof van een warme deelneming te doen blijken. Zoo is het ook nu. Vrijdag ]0 Aug. 1866 viert de heer Pieter Blaauw gedachtenis van zijn 50 jarigen handel in ta bak snuif en sigaren. Reeds lang was hij de Nestor van het steeds bijna dagelijks toenemend tal van concurrenten in dat vak. Ijverig en eerzuchtig om zijn winkel en han del uit te breiden en te doen bloeienhad hij ook steeds tijd en lust om belanglooze diensten te bewijzen aan het Gemeentebestuur en tot bevordering van het gezellig ver keer. Bij klimmenden leeftijd en afwisselende gezondheid be hield hij levenslustigheid en bleef hij dezelfdedie hij steeds was, veerkrachtig en moedig van karakter. Vond hij op den afgelegden weg veel stof tot blijde en tot droevige herinne ringen Blaauw is Blaauw geblevenofschoon hij de man niet was, om altijd blauw blauw te laten. Waar hij diensten kon bewijzenwas het niet voor een blauwen Maandag. Waar het de nering goldwist hij meoig blauwtje te wa gen. Waar de burgerij tot feestviering werd uitgenoodigd wist hij met smaak het oranje, wit en blauw te doen wap peren voor Koning en Vaderland, voor Stad en Hoogeschool. Zijn overigen levenstijd zij voor hem een kalme rustige wandeling en een blauwen hemel het zinnebeeld van toekom stig geluk. Aan de groote algemeene Tentoonstelling van Nijver heid, welke in April des volgenden jaars te Parijs geopend zal worden zal ook een Internationale Tentoonstelling van Tuinbouw verbonden zijn, welke, gelijk bekend is, in 1864 te Brussel, in 186 5 te Amsterdam en dit jaar te Londen, met steeds klimmend succes gehouden werd. (Tegen Pink steren van 186 8 stelt men zich voor eene Internationale Tentoonstelling van Tuinbouw te St.-Petersburg te houden, waarvan, bij circulaire van 31 Januari dezes jaars, reeds ken nis gegeven is.) - Ten einde de lezers van dit blad een denkbeeld te geven van den omvang welke daaraan zal ge geven wordendeelen wij hier eenige bijzonderhedendit plan betreffende, mede, ontleend aan het dezer dagen ver zonden algemeene programma. Men zal zichbedenkende dat dit altijd slechts een onderdeel is van de algemeene Ten toonstelling, dan eenigermate een denkbeeld kunnen vormen van deze reusachtige ondernemingterwijl hieruit tevens blijkt welk een voorname plaats de tuinbouw in de laatste jaren in de Europeesche Nijverheid heeft ingenomen. Deze Tentoonstelling van Tuinbouw zal deels in het groote, in aanbouw zijnde Tentoonstellings-gebouw deels in de open lucht, deels ook in daartoe opgerichte kassen of tenten, al naar de behoeften der planten dit vereischen, gehouden worden. De hiertoe beschikbaar gestelde ruimte beslaat een opper vlakte van 5 0,0 00 vierk. ellen. Zij zal zeven maanden duren, van 1 April tot 31 Oc tober, maar verdeeld worden in 14 verschillende Tentoon stellingen, ieder van welke niet langer dan veertien dagen geopend is, zoodat deze expositie tweemaal 's maands een geheel ander karakter verkrijgtgewijzigd naar het jaargetijde. Het totale bedrag der hiervoor beschikbaar gestelde prij zen beloopt niet minder dan 250,000 franks, bestaande in: 100 Gouden medailles, elk ter waarde van 1000 franks. 1000 Zilveren medailles. 3000 Bronzen medailles, en bovendien 5000 Eervolle vermeldingen. Het uitvoerige programma zal binnenkort verschijnen. De consultatieve commissie is samengesteld uit de heeren Brongniart (Adolphe), lid van het Instituut, president; Ba- rillet-Deschampssecretaris; Decaisne, lid van het Instituut; Bcuchard-Huzard; Hardy; Rivière (Auguste); Yilmoria (Henri). In het cholera-hospitaal alhier zijn van den aanvang der ziekte af tot heden 9 Augustus ingekomen 165 lijders, waarvan overleden 9 9 onder behandeling geen en ontsla gen 6 6. De Thermometer van Fahrenheit teekende alhier Woens dag des namiddags te 5 uren 64°, des avonds te 8 uren 59°, te 10 uren 5 6°. Donderdag morgen te 5 uren 5 4°, te 8 uren 58u, 's middags te 12 uren 64', 's namiddags te 4 uren 65°, Uit Munchen wordt gemelddat de Koning van Bei- eren den generaal-majoor vrijheer Yon Prasky tot Minister van Oorlog heeft benoemd. Graaf Von Bismarck zal waarschijnlijk tot Minister der verschilende geannexeerde landen worden benoemd. Het onderzoek tegen Clam Gallas is nog niet afge- loopen. Hij bevindt zich nog te Wiener Neustadt, waar de krijgsraad zitting houdt. Deze heeft nu ook zijn adlatus, graaf Grondrecourt en Von Benedek voor zich gedaagd. Bij den chef van den staf van het noorderlegerBaron Henik- steinwil men sporen van verstandsverbijstering ontdekt heb ben. In militaire kringen heeft het bericht dat aartshertog Albrecht zijn ontslag zou willen nemennog al opzien ge baard. Volgens sommigen heeft hij zijn ontslag reeds inge diend is het reeds aangenomen en is de aartshertog reeds op reis. Men maakt daaruit opdat ernstige oneenigheden in de hoogste kringen hebben bestaan en men verneemt dan ook, dat dit werkelijk het geval is. Zij moeten zoowel be trekking hebben op de zaken van het leger als op de Bin- nenlandsche politiek. Men verhaalt dat Keizer Napoleon aan Von Metternich de verzekering heeft gegevendat hij getroffen is geweest door het gedrag van de Oostenrijksche regeering bij de jongste onderhandelingen en dat Frankrijk niets liever ver langde dan met Oostenrijk in vriendschap te leven. Nu deze mogendheid haar belangen in Italië prijs gaf, kon zij zich met Frankrijk in een nauw bondgenootschap vereenigen. De Fransche dagbladen deelen een oplichterij op groote schaal mede, waaraan een juwelier te Parijs, de heer Cra mer heeft blootgestaan. Deze ontving een brief met het wa pen van de Koningin van Pruisenen geteekend door graaf Von Schaffgotschwaarin hij werd uitgenoodigd de diaman ten kruisen te maken van een orde voor vrouwen door de Koningin in te stellen. Van deze zaak mocht natuurlijk niets verluiden en het diepste stilzwijgen werd den bankier op gelegd. Hij verklaarde zich bereid om de kruisen te maken, ontving de teekeningen van de Koningin zelve, met aan- teekeningen van hare hand en leverde de bestelling af door deze te adresseeren, volgens verlangen van graaf Von Schaff gotsch aan het bankiershuis Oppenheim te Frankfort. Bij latere brieven werd hem ook de vervaardiging van de krui sen der 2de en 3de klasse der zelfde orde opgedragen, en het uitzicht geopend dat de hospodar van Rumenië, de Prins van Hohenzollernhem de insignia eener in te stellen orde zou doen maken; tevens werd niet onduidelijk gezinspeeld op den Rooden Adelaar, dien de juwelier ontvangen zou. Nu vond de heer Cramer het echter geraden om den Prui- sischen gezant te Parijs te raadplegen, die wel graaf Von Schaffgotsch kende en het wapen der Koningin juist be vond, maar het schrift der Koningin onecht verklaarde. Hij raadde den juwelier aan zich naar de Koningin te Baden te begeven en van haar vernam dan ook de heer Cramer dat hij het slachtoffer was van een brutale oplichterij. Hij hield zich echter of hij aan de goede trouw van den gewaanden graaf Von Schaffgotsch niet twijfelde, beantwoordde diens volgende brievenmaar toen deze persoon zelf te Parijs kwam om de afgewerkte ridderorden in ontvang te nemen waarschuwde hij de politie. De oplichter werd gevat; een groot deel van de geleverde diamanten werden nog in zijn bezit gevonden alsmede verschillende voorwerpendie zijn schuld bewijzen. Deze diefstal, die aan de beruchte geschie denis van den collier de la Reine herinnert, zal nu eerlang voor het hof behandeld worden. De wandelaars in de diergaarde te Parijs werden deze week als één man naar de plaats gelokt, alwaar de olifant

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1866 | | pagina 2