Buitenlandsch Nieuws. Alkmaar kwam, met liet gevolg, dat hij op de plaats dood bleef. De verongelukte laat een vrouw met 6 of 7 kinderen na. Bij het geopende graf, waarin de kist zou worden nedergelatendie het dierbaar overschot van den verdiens telijken Dr. J. C. Muller, eersten officier van gezondheid bij het garnizoen alhier, bevatte, sprak Ds. Inckel hoofdzakelijk het volgende Wanneer ik zwijgend van deze groeve ging, gij allen, die weet, wat ik doorleefd heb met u, en hoe ik als het ware ben afgebroken, gij zoudt mijn gevoel billijken; maar tochik kan hier niet zwijgen hij de edele Mullerdien wij hebben uitgedragen, heeft als kind op mijn knie ge speeld, en God zij gedankt, als verdienstelijk man heb ik hem in Leiden wedergevondenleeren liefhebben en hoog achten. Wij begrijpen God niet zoo sprak Muller tot mij, toen ik voor enkele weken die drie jeugdige telgen uit één huis aan deze plaats iu het graf had nedergelegd. Weinig dacht hij er aan dat weldra ook aan zijn graf zou worden gesproken: //Wij begrijpen God niet." Ja! Wij be grijpen God niet; kon Hij, die alle macht in zich vereenigt niet maken dat deze niet stierf? Hoeveel toch wordt in hem verloren? Wat was hij niet als mensch en vriend? Dat zegt uwe komst, uw verwijlen bij zijn graf, dat verkondigen uwe tranenwij allen gevoelen diep nu vooralwat hij ons was. Wat was hij niet als geneesheerDat wil ik niet uit spreken, want ik zoude een waardige hulde moeten brengen aan de beide jeugdige militaire geneesheeren die Muller bij stonden in de vervulling zijner zware plichten; in het aan gezicht geprezen te worden geeft iets pijnlijks; maarzij met mij zullen het uitspreken: Onze chef was de vriend der lij dende menschheid. Wat hij was als echtgenoot en vader, daar als vriend des huizes ben ik getuige van geweest en het antwoord is: onverbeterlijk. Wat hij was als Christen? dat kwam zoo uit in de laatste uren zijns levens. De dood kwam zoo plotseling, onder de heerscheDde ziekte als wa pen, tot hem, die in krachtvollen leeftijd alles had, wat de mensch van de aarde begeeren kan: een gezond, sterk lichaam, een trouwe gade, en lieve kinderen, oprechte vrien den, en een schooneeervolle levenstaak, en toch, ik zou wel wenschenu allen aan zijn sterfbed gehad te hebben de gade en moeder geknield, strijdende met God, als zg een leven bedreigd ziet, haar dierbaarder dan het hare, en hij, met den dienaar van Christus biddend, en sprekend uit het volle hart: //Vader! niet mijn wil, Uw wil ge schiede." - Hij wees naar Bovenhij troostte en sterkte nog de gade en moeder zijner kinderen tot den laatsten ademtocht toe. //Wij begrijpen God niet, wij wandelen in het geloof en niet in het aanschouwenzoo heeft hij gesproken de brave Muller, de man bedeeld met de rijkste kennis, met het reinste hart, en leidende een leven God en Chris tus ter eere en tot zegen der menschheid. Maar nu zeer zeker begrijpt hij Godhij ziet al verder dan wijbiddend is hij gestorven, dankend zal zijn ontwaken geweest zijn. - Broe ders een bede voor ons allen de dag heeft zich ten avond geneigdGod weet hoe spoedig de laatste levensavond over ons kan komenmochten wij allen van hemdien wij naar de groeve hebben gebracht, leeren biddend te sterven, dan zullen wij ook eenmaal dankend ontwaken. Hier begrijpen wij God niet; daarom het geloof van Christus ontvangen, die ons tot den Vader brengt, is ons behoefte; maar daar bij Christus, daar zullen wij God begrijpen, God nog dan ken voor het droevigste ons hier wedervaren, ook voor den dood zelfs van dezen vriend der menschheidde raadsels in de Gods regeering zullen ons dan opgelost zijnGod zullen wij daar nog noemen en roemenals onzen Vader. - Ds. Inckel dankte den waardigen burgervader voor het gespro kene woord, en allen, van welken rang of stand ook; hij zou hunne deelneming overbrengen aan de geslagene we duwe; dat zou haar een troost zijn i:i de smart. Deleeiaar ging voor een spade aarde uit te sioiten over de laatste woon plaats de geneesheeren volgden hem daarin na vele officieren voelden zich mede daartoe gedrongen, en ook de burgerva der; en nu met een traan in het oog, en met een bewo gen hart keerde men huiswaarts, diep gevoelende: de aarde heeft verloren, de hemel heeft gewonnen en biddendeGod sterke de nog zoo jeugdige weduwe; God vergelde aan haar en de kinderen, wat de echtgenoot en vader voor de mensch heid geweest isvoor welke hij als een offer viel. Zondag en Maandag zijn 4 personen aangegeven als door de cholera aangetast en 1 als overleden. In het geheel dus aangetast 1 300 en overleden 860 personen. De Thermometer van Fahrenheit teekende alhier Zater. dag des namiddags te 6 uren 61°, des avonds te 8 uren 565 te 10 uren 54°. Zondag morgen te 5 uren 5 4°, te 8 uren 68°, 's middags te 12 uren 64°, 's namiddags te 4 uren 66° te 5 uren 65°, te 8 uren 62°, te 10 uren 6 8°. Maandag morgen te 5 uren 5 9°, te 8 uren 6 2°, 's namiddags te 12 uren 67°, te 4 uren 63°. De kommandant van de Pruisische troepen te Frank fort, generaal Vogel von Falckensteinheeft bevolen, dat aan de officieren en daarmede gelijkstaande ambtenaren da gelijks moet worden verstrekt: des morgens koffie en ont bijt, des middags soep, vleesch, groenten, gebraad en een flesch wijn en koffie; des avonds brood en toespgs eu eiken dag acht sigaren. Ook voor de soldaten is het dagelijksch rantsoen voorgeschrevenwaarop ook bier voorkomt. Den 18den heeft Frankfort reeds 6 millioen gulden betaald voor het onderhoud der troepen. Den 19den dezer zijn uit Frankfort op nieuw Pruisi sche troepen zuidwaarts vertrokkenonder anderen naar Darmstadt. Waarheen echter de overige Pruisische troepen, die niet naar Frankfort gekomen en ook niet alle in het Main-dal bij Aschaffenburgenz. gebleven zijn, hunne marsch hebben genomen, en waar de bondstroepen zijn gebleven, die van Heppenheim vertrokken waren, daarover ontbreken tot dusverre nog alle berichten. Te Frankfort is men zoo goed als van de buitenwereld afgesloten. Ieder wordt wel in de stad toegelatenmaar niemand mag er uit. De Pruisische troepen hebben in de vorige week de prachtige landgoederen van den Vorst van Lichtenstein tus- schen Lundenburg en Nicolsburg bezet; het hoofdkwartier is gevestigd op het landgoed van den Oostenrijkschen Minis ter van Buitenlandsche Zaken graaf Mensdorff Pouilly. Uit Mainz wordt bericht, dat de gouverneur verklaard heeft, dat hij de vesting tot op den laatsten man zou ver dedigen. De Pruisen schijnen de vesting krachtig te willen aanvallen, daar uit Ehrenbreitstein reeds 200 stukken ge schut te Bingen zijn aangebracht. Volgens alleszins geloofwaardige berichten, is de ver- eeniging van de zevende en achtste bondskorpsen den 18den dezer bij Wertheim werkelijk tot stand gekomen. Een poging der Pruisen om bij Marktheidenfeldop den weg vau Aschaf fenburg naar Wurzburg, voorwaarts te dringen, is mislukt. Uit Berlijn wordt aan den Times geschreven, dat er ten opzichte van het strategische plan der Pruisen een be langrijk feit heeft plaats gehad, hetwelk niet door middel van den telegraaf algemeen bekend is geworden. Een nieuw Pruisisch legerkorps ter sterkte van 6 8,000 man, voor het meerendeel bestaande uit manschappen van den tweeden ban der landweer, zou namelijk Bohemen zijn binnengerukt met bevel om op Regensburg en van daar op Munchen aan te rukken. Een telegram uit Weenen verzekert uit goede bron, dat de vredespartij heeft gezegevierd en Oostenrijk bereid is de Fransche voorstellen met den grondslag van een bond onder de leiding van Pruisen en met uitsluiting van Oos tenrijk, aan te nemen De bankier M. J., te Rijselis in hechtenis geno men beschuldigd van valsche bankbiljetten tot een bedrag van 1,600,000 franks vervaardigd te hebben. Zijn zoon, die bij de zaak schijnt betrokken te zijnis op de vlucht gegaan. De 8000 Beierscheudie te Schleusingeu binnenruk ten, hebben in een tijd van twee eu een halven dag 3000 ankers bier gedronken, dat is dus gemiddeld per man 1? flesschen. Den 19den heeft liet fort Ampola in Tyrol zich aan Garibaldi op genade en ongenade overgegeven. Na een hardnekkigen strijd bezette Garibaldi Condino. In Tyrol staan nu nog slechts 13,000 man Oostenrijkers. Den I9den ver trokken uit Trient 12,000 man naar Innsbrück. Den 19den Juli heeft de directie der Preston-Bank

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1866 | | pagina 2