Buiteniandsch Nieuws.
een commissie te willen vereenigenwier leden naar een
gemeenschappelijk plan de schamele woningen der minver
mogenden en weinig ontwikkelden in deze gemeente willen
bezoekenook in die buurten waarin zich thans reeds ge
vallen van cholera vertoond hebben en daar in overleg met
den wijkmeester met raad en daad willen helpen. Waar rein
heid in en om de woningen bevorderd en verkregen wordt,
waar men een geregelde en matige leefwijze volgt onder het
genot van voedzamen kost, zuiver drinkwateren behoorlijke
kleeding en dekking, daar wordt het vermogen, om aan
den aanval der cholera weerstand te bieden aanzienlijk ver
hoogd en daar wordt niet alleen een weldaad bewezen aan
de bewoners zeiven maar tevens ook de geheele stad voor
dreigend onheil behoed.
Merkwaardig en hoogstbelangrijk is de mededeeling
die de heer Busken Huet doet in de //Nederlandsche Spec
tator" uit zijn academietijd en van de collegies, die hij bij
woonde, twintig jaren geleden. Hij spreekt daarvan aldus:
»Waar is het, dat de kapitale bijbelplaatsen van het Nieuwe
Testament, ons door professor van Hengel uitgelegd, min
of meer in de lucht zweefdenhet kerkelijk systeem toch
waartoe die teksten behoorden en waarvan zij de bewijs
plaatsen vormden, werd noch door professor van Hengel
zelf, noch door een zijner toenmalige ambtgenooten gedo
ceerd. Dat systeemgeloof ik was het systeem van wijlen
professor van Voorst, een geleerd man van een vroeger ge
slacht, en in onze dagen was het onderwijs in de dogma
tiek, buiten elk verband met de loci cla s s i ciovergela
ten aan professor van Oordtdieals warm Groninger, zich
aan een eigen compendium hieldzweemend naar dat van
de heeren Pareau en Hofstede de Groot. Dat kwaad was
evenwel zoo geducht niet; en indien de klassieke plaatsen
slechts flink op hare eigen beenen hadden kunnen staan
indien professor van Hengel ze slechts niet geholpen had in
het kantelen en omvallen, zou de losheid van haar syste
matisch verband ons niet verhinderd hebben goed gerefor
meerde, althans toonbaar gereformeerde predikanten te wor
den. Doch wat gebeurde er, en hoe ging het toe? Met
argumenten waartegen wij niets konden inbrengenen bij
wier ontvouwing de grammatika van professor Winer, van
Leipzig, een frisscher en meer gezaghebbende openbaring
bleek dan die in Mozes of in Christus bracht professor van
Hengel ons aan het verstand, niet dat hij voor zich zelf
niet geloofde aan het systeem waarvan zijne 1 o ci c 1 a ss i ci
deel uitmaakten, ook niet dat het nieuwe systeem van pro
fessor van Oordt beter of nog slechter was dan dit oude,
evenmin dat het waarmaken van een systeem door het bij
brengen van schriftuurplaatsen een volstrekt onwetenschap
pelijk streven verdiende te heeten maar eenvoudig en zon
der meer, dat van al die klassieke bijbelteksten, steunpilaren
van de kardinale dogrnen onzer godsdienst, zelf de klassiekste
en kardinaalste niets bewezen of konden bewijzen hetzij om
dat er verschil van lezing was in de handschriftenof om
dat de interpunktie herziening behoefdeof omdat het verband
het tegendeel leerde van hetgeen anderen daaruit afgeleid
wilden hebben, of omdat zelfs Winer erkennen moest er
verlegen mede te zitten.
Uitstekende methode! roept gij uit, waardig gevolgd te
worden door al //de leden eener theologische faculteit als
zoodanig"; en misschien zou ik het u nazeggen, indien in
ons vaderland, aan onze hoogescholenzulke personen ge
vonden werden. Doch theologische professoren //als zoodanig"
zijn aan de Nederlandsche universiteiten onbekend. Onze
universiteits-professoren in de theologie zijn door hunne aan
stelling gebonden en gehouden kweekelingen op te leiden
voor de Hervormde godsdienst. Heeft professor van Hengel
in plaats van daartoe mede te werkenvoor zoover hij in
dat loffelijk voornemen niet verhinderd werd door onze on-
bekeerlijkheid of ons gebrek aan leerlust, heeft hij ons over
geleverd Hervormd geloof, waarmede wij de gemeente had
den kunnen opbouwen in den geest van hare stichters, ons
stelselmatig ontnomen en voor den bijbel ons niets anders
in de plaats gegeven als de grammatika van professor Wi
ner, dan heeft hij te goeder trouw, een ander mandaat
vervuld als hem opgedragen was door het gouvernement
een ander als waaraan de kerk te zijnen faveure stilzwijgend
haar zegel had gehecht; een ander als hij te danken heeft
gehad aan de toevallige omstandigheid da^ zijne ouders, toen
hij nog een zuigeling was, hem hebben ^aten doopen in een
Hervormd kerkgebouw."
Als een bijzonderheid deelt men mede, dat gedurende
de maand Maart 11. slechts 2 8 lijken op het kerkhof te Ba
tavia begraven zijn, en dat van 8 tot 14 April geen enkel
lijk is bijgezet. Als men in aanmerking neemt dat behalve
de Europeanen en met dezen gelijk gestelde personen ook
de Europeesche soldaten en matrozen uit het hospitaal onder
de begravenen gerekend zijn dan laat de tegenwoordige ge
zondheid in de hoofdstad van Nederlandsch-Indië weinig te
wenschen over.
Men schrijft uit Padang van 20 April het volgende:
Maandag ochtend jl., omstreeks 3* uur, werd een lichte
schok van aardbeving waargenomen en ten 5j uur werd er
op de taboe geslagen ten teeken dat er brand was. Deze
brand die dadelijk gebluscht werd en zich slechts bepaald
had tot een zestal atappenwas ontstaan in de Moesagit te
Sabrang Padang, waarvan men den vorigen dag reeds een
aanvang had gemaakt om dien af te breken. De oorzaak is
waarschijnlijk onvoorzichtigheid.
De Thermometer van Fahrenheit teekende alhier Maan
dag des namiddags te 5 uren 66°, des avonds te 8 uren 60°,
te 10 uren 58°. Dinsdag morgen te 5 uren 56', te 8 uren
6 2°, 's middags te 12 uren 80c, 's namiddags te 4 uren 74°.
Den Ssten Juni is de zaak van bisschop Colenso te
gen het Ministerie behandeld geworden. Het Ministerie wei
gert aan Colenso zijn tractement, dat uit het fonds voorde
koloniale bisschoppen betaald wordt. Het doet dit op grond
dat die som bestemd is om in de bisschoppelijke zorg over
volk en geestelijkheid van Natal te voorzien, en vervolgens
om zulk een bisschop te brengen onder de jurisdictie van
den metropolitaaD. Tot bereiking van dit dubbel doel had
Colenso niets gedaan. Hij had dus geen recht op de gel
den uit dat fonds. Colenso daarentegen houdt vol dat der
gelijke bijzonderheden niet behooren tot de voorwaarden
waarop dit fonds de aansprakelijkheid op zijn gelden beperkt.
Weder hebben zich in Liverpool gevallen voorgedaan
van brand in katoenmagazijnen. Major Gnighet hoofd der
politie, heeft, hoewel tot nog toe vergeefs, 100 beloo
ning uitgeloofd aan hem die op het spoor brengt van een
der vermoedelijk bestaande brandstichters.
Uit de officiëele opgaven van den Engelschen invoer-
handel met zijne overzeesche bezittingen en met vreemde lan
den over 1865 blijkt, dat de invoer van koopwaren uit
vreemde landen aanmerkelijk is toegenomenuit Nederland
voor 12451,466 tegenover een waarde van 11660,180
in 1864.
Een muziekinstrument, dat de menschelijke stem na
bootst, was dezer dagen te Parijs ten toon gesteld. Het
stelt een zittende vrouw voor; de luchtpijp en het strotten
hoofd van het beeld zijn van gom-elastiek en naar weten
schappelijke regelen te samen gesteld. De toonen loopen over
twee octaven, en het geluid, waarmede het beeld verschil
lende aria's voordraagt, is volmaakt dat van een vrouw.
OFFICIEEL NIEUWS.
Vergadering van den Gemeenteraad van Leyden op
Donderdag 14 Junij 1866 's namiddags te twee uren.
Onderwerpen: 1°. Verzoek van mej. Corna Byleveld, tot
ontslag als hulponderwijzeres aan de openbare school voor
meer uitgebreid lager onderwijs, 1ste klasse, voor meisjes.
2°. Staat van af- en overschrijving, dienst 1865. 3°. Sup-
pletoire staat van begrooting, dienst 1866. 4°. Voordragt
tot regeling van gemeenschappelijke zaken met de gemeente
Alkmaar. 5°. Adres van J. N. W. C. Sieburgh te Amster
dam tot teruggave van door hem betaalde boete. 6°. Adres
van Ja. Ja. van Ameydenwed. F. G. Mastenbroek, om
vergunning tot het leggen van eene brug voor haar buiten
verblijf aan den Maredijk. 7°. Suppletoire staat van begroo
ting en staat van af- en overschrijving van het H. G. of
Arme Wees- en Kinderhuis, 186 5. 8°. Kekening van het
Werkhuis, 186 5.