Photographie. Perserij, Glanzerij en Verwerij. MANUFACTUREN EN MODES. De Rangregeling Geveilde Perceelen. G. H. VAN AMEROM, Papegracht. Advertentiên. Leyden, 14 April 1866. Leiden, 10 April 1866. Ontvangen de verschillende nouveautés voor het saisoen, ZIJDEN STOFFEN, FANTAISIE ROBES, BARE GES JACONNETS, PEBCALSBBODEB1EN, henevens de nieuwsle modellen van MANTELS en MANT1LLES. Leyden, Wijk 7, N°. 30. Engelsche en Spaansche consuls hunne regeeringen verzocht hebbeneenige oorlogschepen naar de Marokkaansche kust te zenden. Spanje heeft bereids eene korvet derwaarts ge zonden. Den 19den Maart is te Port-au-Prince een vreese- lijke brand uitgebrokenwaardoor in den tijd van twee dagen een groot gedeelte der stad in de asch is gelegd. De schade is hoogst aanzienlijk. Honderde familien zijn ver plicht om in bivouakken te verblijven, die in het front van het paleis zijn opgeslagen. Men berekent dat ongeveer acht honderd huizen door de vlammen zijn vernield. Promotie aan de Leidsche Hoogcschool. 16 April. - Tot Doctor in de Verloskunde de heer H. Simons, Med. Dr., met Stellingen. De gehouden verkooping ten overstaan van den notaris Mr. J. L. Klavenwgden aan den burg alhierop Zaterdag den 14den dezer, van: Een speeltuin met het daarop staand huis, gelegen aan de trekvaart op Delft en 's-Gravenhageomtrent Wouten- brug. Opgehouden. OFFICIEEL HIEC W». Een Meisje oud 18 jaar van de P. G. zag zich gaarne geplaatst in een HUIS GEZIN voor Kinderen of in eene WIN KELZAAK. Adres: Aan het Bureau van het Leidsch Dag blad, onder de letter A. Brieven franco. Eerste Huwelijks-afkondiging te Leiden, 15 April 1866. Anthonie Verkouw, jm. 24 j. en Adriana Maria Elisabeth Vis, jd. 24 j. - Cornelis Hendrik Westdijk, jm. 27 j. en Maria Olivier, jd. 24 j. - Gerardus August Hageman jm. 2 8 j. en Geertruida Johanna van Erp, jd. 26 j. Albertus van Erp, jm. 32 j. en Maria Cornelia Christina Couvee, jd. 22 j. - Jan Rodenburg, jm. 25 j. en Johanna Christina Verhoog, jd. 24 j. - Willem Zwart, jm. 23 j. en Antonia Brittijn, jd. 20 j. - Dirk Daniel Fredrik de l'Ecluse, jm. 32 j. en Antonia Weggen, jd. 35 j. - Adolf van der Laan, jm. 2 8 j. en Hester van Polanen, jd. 24 j. Gerardus Petrus van Cleef, jm. 2 9 j. en Johanna Cornelia Kop, jd. 24 j. - Johannes Christotfel Werner, jm. 29 j. en Helena Endersjd. 26 j. Johannes Mattheus Cane- man, jm. 37 j. en Johanna Hendrika van Amersfoort, jd. 27 j. Arnoldus Cornelis Stephanus van Soest, jm. 29 j. en Lydia Lafeber, jd. 30 j. Isaac Eliazer Bierman, jm. 22 j. en Esther Drukker, jd. 3 8 j. Adrianus van Ros- sumjm. 32 j. en Sara Kuyljd. 35 j. - Isaac Broomans, jm. 24 j. en Alida Overveld, jd. 24 j. - Johan Hendrik Casper Kern Wedr. van Hendrika Anna Wijnveldt, 33 j. en Annette Marie Therèse de Chateleux, jd. 26 j. Jacobus Beulink, jm. 24 j. en Aletta Verburgt, jd. 21. j. Hen- drikus Warmerdam, jm. 26 j. en Margareta Aüsels, jd. 27 j- Voorspoedig bevallen van eene Dochter Vrouwe W. J. BIJLEVELD-Hartman. Heden overleed alhier mijn geliefde Echtgenoot ADRIANUS ABRAHAM SLUYTER, laatstelijk assistent-Resident van Ngroworesidentie Kedirie in Neêrlandsch-Indië. Wed. S. C. SLUYTER, Sluyter. De ondergeteekende beveelt zich beleefdelijk aau tot het Verwen Persen Glanzen, Moireren en Décati- seren van alle soorten van Ledikant-, Meubel- en Statie gordijnen, alsmede van alle andere goederen. M. VAN WEEREN, Levendaal, Wijk III, N°. 23-3. Leyden, 16 April 1866. Vermindering van Prijs. Een dozijn PHOTOGRAMMEN ƒ5.— Een half dozijn u 3. D. WAFELS AKKER. in het Faillissement van C. J. van der HART, Schoen' maker en JFinkelier te Leidenis met de bewijzen ter Griffie der Arrondissements-R^chtbank te Leiden nederge- legdter inzage van belanghebbenden gedurende veertien dagen. De Curator Mr. M. P. MEELBOOM. De rangregeling in den insolvent verklaarden boedel van JAN WILLEM SCH WENCK Broodbakker te Sassen- heimligt met de bewgzeu ter Griffie der Arrondissements- Regtbank te Leiden, gedurende den tijd daartoe door de wet bepaald, ter inzage van een ieder. Mr. M. G. BENTFORT, Curator. BURGEMEESTER en WETHOUDERS van Alphen; Overwegende, dat, volgens de verklaring van den deskundige J. E. RE1CHMAN, door de besmettelijke veeziekte zijn aangetast en daar aan gestorven: van LEENDERT KWAKERNAAK, te Alphen, een vaalblaar Koe, oud 5 jaar; een zwartwitkop Kalf, oud 4 jaar van HUIG KOK te Alphen, een zwartwitkop Kalf, oud 2 maanden, en een dito, oud jaar; van CORNELIS VAN 'T RIET, te Alphen, een vaalbonte Koe, oud 7 jaar; van DIRK ZUIDAM, te Alphen, een witbonte Koe, oud 6 jaar; van JAN DE BREE te Alphen een witbonte Koe, oud 6 jaar, en drie zwartwitkop Kalveren, oudejaar; van JACOB VAN DER STOEL, te Alphen, een vaalgremel Koe, oud 8 jaar; van JAN ZWANENBEEK te Alphen, een witbonte Koe, oud 4 jaar; van FREDER1K WILLEM BAERVELD, te Alphen een zwartbonte Koe, oud 5 jaar; van CORNELIS VAN RIJN te Alphen, een zwartwitkop Koe, oud 6 jaar; van AR1E BAAS, te Alphen, vier zwartwitkopte Koeijen, oud 5 jaar, en twee zwartbonte Koeijen, oud 4 jaar, en vijf zwartbonte Kalveren, oud 4 jaar; van CORNELIS VAN RODENRIJS, een zwartwitkop Koe, oud 6 jaar, en een vaalwitkop Koeoud 5 jaar. Overwegende, dat, volgens die verklaring, de onteigening van ge noemde runderen noodzakelijk isten einde ze, ter voorkoming van ver dere uitbreiding dier ziekte, met de huid te kunnen begraven: Gelet op de Artt. 69 tot en met 72 der Wet van den 28sten Au gustus 1851 Staatsblad N°. 125). Hebben besloten: 1°. Boven omschreven runderen onmiddelijk te onteigenen, en na inker ving der huid, met bijvoeging van een genoegzame hoeveelheid onge- bluschte kalk, ter behoorlijke diepte te doen begraven; 2°. Dit besluit onmiddelijk mede te deelen aan Heeren Gedeputeerde Staten der Provincie Zuid-Hollandaf te kondigen binnen de Ge meente en te plaatsen in bet Leidsch Dagblad. Alphen, den 14 April 1866. Burgemeester en Wethouders voornoemd, De Burgemeester L. W. VAROSSIEAU. De Secretaris, A. VAN BEIJEREN. BURGEMEESTER en WETHOUDERS van Bodegraven; Overwegende, dat, volgens de verklaring van den deskundige E. OVERBOsCH, Rijks-veearts, door de besmettelijke veeziekte zijn aan getast en daaraan gestorven: van FREDRIK BRUNT, te Bodegraven, een zwartblaar Rund, oud zes jaren; een dito, oud zes jaren; een blaauwbont Rund, oud zes jaren; van WILLEM VAN BLOKLAND, te Bodegraven, een zwartblaar Rund, oud zes jaren; een dito, oud elf jaren; van Wed. H. VERBOOM, te Bodegraven, een witbont Rund, oud een jaar; een dito, oud een jaar. Overwegende, dat, volgens die verklaring, de onteigening van ge noemde runderen noodzakelijk is, ten einde ze, ter voorkoming van verdere uitbreiding dier ziekte, met de huid te kunnen begraven; Gelet op de artt. 69 tot en met 72 der Wet van den 28sten Au gustus 1851 Staatsblad N°. 125).

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1866 | | pagina 3