Buitenlandsch Nieuws. der notarissen, kantonrechters, burgemeesters, professoren, een logementhouder, enz. Bij de provinciale commissie van onderwijs te Haar lem zijn voor den rang van hoofd-onderwijzer van de 13 die zich aangemeld haddenslechts 2 toegelaten. Een aantal vermogende ingezetenen van Arnhem had zich tot den Gemeenteraad gewend, om de verordening tot heffing eener plaatselijke directe belasting op de inkomsten in dier voege te wijzigen, dat de aanslag zou geschieden ambtshalve en niet naar eigen aangifte, hetgeen zij stuitend vonden. De Raad heeft daaraan evenwel geen gevolg gege ven en alleen (op verlangen des Ministers van Binnenland- sche Zaken) in de verordening opgenomen de bepaling dat die heffing tot geen hooger bedrag dan een maximum van f 40,000 mag plaats hebben. Men verneemt dat ten behoeve van de stichting van het Bopp-fonds door Prof. Brill van eenige belangstellenden te Utrecht en enkelen daarbuiten is ontvangen en aan de leden der commissie te Leiden overgemaakt, de som van f 123,67. Het Nederlandsch Opvoedingshuis van Mevr. van Cal- car is thans te Wassenaar gevestigd en Dinsdag 11. weder geopend. De heer V., gewezen Rijks-ontvanger der directe be lastingen te Vlijmen, nabij 's-Hertogenboschdie drie we ken geleden plotseling werd vermist, zonder dat men zich gegronde reden voor zijn vermissing kon gevenaangezien zijn kas en zijn comptabiliteit behoorlijk in orde waren, is Woensdag ontdekt. Zijn lijk namelijk is drijvende gevonden in de stads vestinggracht, bij de sluis achter het zooge naamde bastion Oliemolen. Maandag avond laat vóór zijn verdwijning verliet hij de stad, omdat hij des anderen daags kantoor te Vlijmen moest gaan houden. Vermoedelijk zijn de duisternis en duizeligheidwaarover hij sinds vele dagen klaagde, oorzaak geweest dat hij in het water geraakte en verdronk. Ter zake van de noodlottige gebeurtenis, die Maan dag voor veertien dagen aan het Bronkhorsterveer te Zutfen is voorgevallenen waarbij drie menschen h un leven hebben verloren, wordt thans, naar men verneemt, een gerechtelijk onderzoek ingesteld. De Thermometer van Fahrenheit teekende alhier Donder dag des namiddags te 5 uren 5 6°, des avonds te 8 uren 48°, te 10 uren 46°.Vrijdag morgen te 5 uren 48°, te 8 uren 50°, 's middags te 12 uren 64°, 's namiddags te 4 uren 64°. Het Belgische gouvernement heeft eene statistieke opgave gedaan van de onroerende goederen, aan openbare instellingen toebehoorendedat wil zeggen van goederen die zich in de doode hand bevinden. Van de drie millioen hectares gronds, waaruit het Belgische grondgebied bestaat, behooren 2|- millioen hectares aan particulierenen de overige 500,000 hectares aan openbare instellingen. Een Belg, en waarschijnlijk is hij de eerste, baron Eugène Nothomb, oudste zoon van den minister van België te Berlijn, heeft in Mexiko van 22 tot 25 Februari den Popocapetl beklommen, den vermaarden vuurspuwenden berg, die thans nog rookt, doch sedert onheugelijke tijden zyne uitbarstingen gestaakt heeft. Het gelukte den jeugdigen en onverschrokken reiziger den zoom van den krater te bereikenhetgeen den meesten zijner voorgangers was mis lukt, daar de dunheid der lucht de ademhaling op die hoogte belette. De heer Nothomb, die in November 11. Europa verliet om eene groote onderzoekingsries door de Nieuwe- Wereld te volbrengen, behoort niet tot het buitengewone Belgische gezantschap in Mexiko, trekt ongewapend door de provinciën van het nieuwe keizerrijk en heeft tot dusverre geen onaangenaam avontuur gehad. Te Wurzen had op 8 jl. het volgende ongeluk plaats: Een tienjarige knaap, de zoon van den heer von Carlowitz von Falkenstein bevond zich in de nabijheid van den ko ren molen dier plaats. In jeugdigen overmoed liep hij tus- schen de wieken door, terwijl deze door den sterken wind in het rond werden gedreven. Aanvankelijk gelukte het hem zon der letsel zijn gevaarlijk spel voort te zettentot dat hij eindelijk door een der wieken aan het hoofd werd getroffen en doodelyk gewond nederstortte. Zaterdag 11. zijn twee schepen nabij de kust van Suf. folk zoo geweldig in botsing gekomendat van een de voorsteven geheel werd ingedrukt en drie matrozendie daar hunne slaapplaats haddenwerden verpletterd. Dinsdag 11. wandelden twee Engelschen in de nabij, heid der Champs Elysées te Parijs, gevolgd door een hondje dat een hunner toebehoorde. Al wandelende werd de aan dacht van den eenen Engelschman gaande gemaakt door eene koopvrouw in roode ballons. Het scheen alsof hij toen zijn medgezel dienaangaande iets te kennen gaf; althans, oogenblikkelijk lachten beiden even hartelijk, en de koop. vrouw naderendekochten zij haar den ganschen voorraad ballons af. Het hondje stond stil achter hen en scheen niet het allerminste te bevroeden dat met dien aankoop een boosaardig plan tegen hem gesmeed werd. Zeer bedaard pakte een der beide Engelschen het hondje by den hals; bond vervolgens een touw om zijn geheele lichaam en knoopte al de ballons daaraan vast. De ballons stegen weldra naar boven, en voerden het arme hondje, dat een vreeselyk ge blaf aanhief, mede naar omhoog. De beide Engelschen lachten, terwijl de ballons door den wind aan een boom bleven haken. Na verloop van een half uur lieten zij het hondje in den steektoen gelukkig later iemand medelij, dend genoeg was, een straatjongen eene belooning toe te zeggenzoo hij op den boom klom en het hondje zou ver lossen hetgeen volkomen gelukte. Aan den //Times" wordt uit Dublin gemeld dat de wijzigingen, door een gedeelte van de geestelijkheid dier hoofdstad van Ierland in de openbare godsdienstoefeningen gebracht, een geest van ontevredenheid hebben doen ont staan die sedert eenigen tijd steeds is aangegroeid. Verle den Zondag is het in een der kerken tot een uitbarsting gekomende dienstdoende geestelijke werd genoodzaakt dee dienst te staken en de politie zag zich gedwongenter voor koming van verdere ongeregeldheden, het gebouw te doen ontruimen. Er gaan ernstige klachten op over het te loor gaai van brievenaan koopliedenbankiers en anderen geadres seerd. Het schijnt dat zoodanige brieven stelselmatig op den weg tusschen het vasteland en Engeland gestolen worden; de vermiste brieven bevatten bijna altijd wissels, bankno ten cognossementen of andere papieren van waarde. Engeland is en blijft steeds getrouw aan al zijn oude overleveringen, en zelden verloopt er een //eerste April," zonder dat het goede volk van Londen het offer wordt van de eene of andere Aprilpoets. Dit jaar geschiedde dit insgelijks en wel op de volgende manier: Mevrouw Marks is een zeer verstandige couran ten verkoopstertegen Paasch-Maandag (2 April) had zij een middeltje uitgedacht om eenige shil lings bijeen te krijgen. Zij weet dat de Londenaren op dien dag zich by stroomen naar den zoölogischen tuin begeven, en met deze wetenschap liet zij briefjes drukkenwaarop stond//Zoölogisch genootschap. Bewijs van toegang voor houder dezes, op Maandag 2 April. De optocht der dieren zal gehouden worden percies te 3 urenalleen op dit uur is dit bewijs geldig. Londen, 1 April 1866. J. D. Sau- vagerrat, secretaris." Eenige honderden van die briefjes wer den door geheel Londen verkocht voor niet meer daD een een penny (5 cent) het stuk. Men begrijpt de verwondering der volksmassa, toen zij vernam, dat de leeuwen, de wilde ganzen, de tijgers, de zeehonden, de boa-slangen, geheel de menagerie in cén woordeen lange processie zouden hou den in de tuinen. De lieden betwistten elkander de toe gangsbewijzen de drukpers was den geheelen voormiddag in werking om aan al de aanvragen te voldoen; kortom, de op groote schaal aangelegde Aprilpoets gelukte aan Mevr. Marks volkomen. Te 3 uren verdrongen de menschen elkander aan den ingang van den zoölogischen tuin. De eerste die den portier naderde gaf dezen zijn toegangbewijs over. //Wat moet ik met dat vodje van een papier doen," zeide de portier; //de entree is zes pence, geef zes pence of blijf buiten." Als een donder slag klonk dit in de ooren van den bezoeker, en van de hon derden die achter en naast hem stonden en het elkander mededeelden. Allen schreeuwden, vloekten, raasden en tier den; de politiemacht moest verdubbeld worden, en eerst na verloop van eenige uren gelukte het aan de menigte te

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1866 | | pagina 2