Buitenlandsch Nieuws. zondere zorg vereischenstelt de Commissie zich voor met de inzenders dienaangaande in overleg te treden. De voorwerpen zullen minstens 2 maanden lang geëxpo seerd moeten blijven, en zoo de Commissie dit uoodig acht, langer, maar dan na voorafgegaan overleg met den in zender. De Commissie belast zich met het a comptant verkoopen van tentoongestelde voorwerpen. Zij zal ter tegemoetkoming in de vele onkosten der onderneming, die het departement zich wel getroosten wildaarvan een provisie in rekening te brengen van 5 pCt. der verkoopwaarde. Over de gelden der door haar verkochte voorwerpen kan na aftrek van deze 5 pCt., door den Fabrikant onmiddellijk na kennisgeving der Commissie beschikt worden. Alle voorwerpen zullen voor rekening der Commissie te gen Brandschade verzekerd worden. Voor andere schadebij vervoer heen en terug, of gedurende de Tentoonstelling, staat de Commissie niet in. De inzenders hebben vrijen toegang tot de Tentoonstel ling en zullen bovendien een zeker aantal toegangkaartjes gratis kunnen ontvangen voor hunne werklieden. Ds. T. C. R. Huydecoper heeft bij zijn uitersten wil aan de 's-Gravenhaagsche afdeeling der Nederlandsche Ver- eeniging tot afschaffing van het gebruik van sterkeu drank vermaakt vier huizen op het Singel, met bepaling dat zij tegen lage huurprijzen worden verhuurd aan personen die geen gebruik maken van sterken drank. Van Kethel en Spaland meldt men dat Ds. P. van Son aan zijn gemeente bekend heeft gemaakt, dat hij het beroep naar Warmond heeft aangenomen. Naar men verneemt, heeft Ds. I. C. de Vijver, pred. te Vlissingen, het beroep naar de Herv. gemeente te Sche- veningen aangenomen. Aangenomen het beroep Daar de Remonstr. Geref. ge meente te Delft door Ds. H. L. Krusemanpred. bij de zelfde gemeente te Nieuwkoop. Aangenomen het beroep naar de Gereformeerde ge meente onder 't Kruis te Amsterdam door Ds. A. van den Oever, pred. alhier. Maandag werd door het gezelschap der heeren Boas en Judels het bekende blijspel: //Een bankbiljet van duizend gulden" ten tooneele gevoerd. De oorspronkelijke stukken zijn in ons land zóó dun gezaaid en vallen daarbij zóó zelden in den smaak der tooneellisten zelvedat men het waarlijk wel als een bijzonderheid beschouwen mag, wan neer men eens niet op het affiche leest: //naar het Fransch" of //naar het Hoogduitsch". De heer A. Ruisch behoort tot de weinigendie hunne krachten aan de Hollandsche too- neelliteratuur beproefd hebbenen hij behoeft zich over ge ringe sympathie bij het schouwlustig publiek niet te bekla gen. De meesten zijner stukkeD zyn zeer dikwijls vertoond, en onze lezers zullen waarschijnlijk zijn //Wees van Brussel", //Moederliefde en heldenmoed" en //Zoo werd hij rijk" wel eens gezien hebben. Nog kort geleden speelde men in dezen schouwburg zijn //Drie gekroonde artisjokken". Wij hebben n u echter alleen te doen met het //Bankbiljet", dat in een jaar of wat een vrij groote renommee verworven heeft. Die renom mee is naar ons oordeel voornamelijk te danken aan de rol van Doris Knoopenschaaren vooral aan de uitmuntende wijs, waarop de heer Judels die rol vervult. Als men het stuk nauwkeurig nagaat, dan ontdekt men, dat de conceptie en de geheele bewerking veel te wenschen overlaten. Een woe- O D keraar, Josias Beeldok, eischt van zekere mevrouw Blum- feld een som van vijf duizend gulden ofschoon zij de vaste overtuiging heeft, dat die schuld reeds door haren overle den echtgenoot is afgedaan. De schuldeischer slaat een schik king voor; hij vraagt namelijk om de hand der dochter: Frederikawelk aanzoek met verontwaardiging wordt ver worpen. Nu staan de zaken voor mevr. Blumfeld slecht, en zij ontvangt een dagvaarding, maar zie, het toeval (zoo onmisbaar voor tooneel- of romanschrijvers) komt haar op eens te hulp. Een oppasser, Doris Knoopenschaar, die bij haar in dienst is, vindt des avonds op straat een porte- monnaie, die, behalve een bankbiljet van duizend gulden, ook een quitantie bevat, waaruit volkomen blijkt, dat de woekeraar niets meer te vorderen heeft. Nu zou men mee- ren, dat er na deze gelukkige gebeurtenis, welke reeds in de eerste afdeeling plaats heeft, niets meer te doen is; men behoeft immers de quitantie slechts te vertoonenen elke vordering houdt opMaar de schrijver was niet van dat gevoelen het stuk mocht zeker zóó gauw niet eindigen en daarom wordt de tweede afdeeling nog met noodeloozen omhaal gevuld. Er wordt een advertentie geplaatstFrederi- ka's minnaar verkleedt zich als lijfjager, en dat alles om tot een hoogst eenvoudige conclusie te komen. Ziedaar genoeg over de onbeduidende en tevens zoo onwaarschijnlijke intrige. De karakter-teekeniug is noch fijn noch origineel. Echt Hol landsche karakters en toestandenzooals Hildebrands //Ca mera obscura" ze geeft en die wij ook zoo gaarne in een Hollandsch blijspel zouden aantreffen vinden wij hier niet. De courantenlezer en bengelaar Kroon is niet onaardig, maar is toch te veel een caricatuur. Het best is de schrijver geslaagd in den oppasser Doris; op Doris rust ei genlijk het geheele stuk; hij is de type van den vroolijken eerlijken jonkman uit de volksklasse. In het huis van me vrouw Blumfeld gaat hy wel wat heel familiaar te werk maar dat is geen wonder, want een zeer gedistingueerde toon heerscht daar ook niet, - adres aan de galop //Vort jou leelijkert," - en wij zien dit dus over het hoofd, om hartelijk over zijne naïeve kwinkslagen te lachen. De heer Judels stelde dien braven oppasser voorzooals men het niet anders wenschen kon, ziju bluflied" verdient een bijzonder bravo. Wanneer wy Josias Beeldok uitzonderen, dan kwam het spel der overigen ons vrij middelmatig voor, en wij ge- looven dat men van dit stuk veel meer maken kandan men deed, want de dialoog (ofschoon wat gerekt) is soms inderdaad zeer geestig en bevat scherpe waarheden. Het na- stukje //Buurman Bagnolet" voldeed uitmuntend, en onder scheidde zich weer door echt Fransche levendigheid. De heer Judels en mevr. Sablairolles verwierven met recht de luidste toejuichingen. - Wij waren reeds te uitvoerig om nog in na dere bijzonderheden te treden. Zondag morgen viel een vrouw in het water op de Oude Vest nabij de Koesteeg en zou verdronken zijn, zoo niet dadelijk haar man geheel gekleed in het water had ge sprongen, om haar met veel moeite door den steilen kant aan den wal te redden. Loffelijke vermelding verdient de hulpvaardigheid van vrouw van Galen in de melkslijtery op den hoek van de Koesteeg, die spoedig met kledingstuk ken kwam aanloopenom de geredde vrouw daarvan te voorzien. Naar wij vernemen is het plan opgegeven om de af deeling voor de Staatsspoorwegen van het Dept. van Bin- nenlandsche Zaken over te brengen naar dat van Financiën. Prof. E. Brunnet van het Theatre Robert-Houdin te Parijs, is alhier aangekomen met het plan, om één groote soiree te geven in de Stads Gehoorzaal en wel Vrijdag avond. Zijn talenten op het gebied van magie en spiritisme zyn buitengewoon. De Tentoonstelling van bloemen, bolgewassen enz., die op Zomerzorg wordt gehouden ondervindt veel belang stelling en verdient het ook. Zóó iets treft men in en om Leiden zeldzaam aan en dat reeds geeft aanspraak op erkentelijk heid en ondersteuning voor de onderneming van de te Oegst- geest gevestigde Vereeniging. Is het getal inzenders weinig het aantal der tentoongestelde voorwerpen getuigt van de zorg, die zij er aan hebben besteed. En de rangschikking is smaakvol en doeltreffend. De zaal vaD Zomerzorg laat zich daarvoor uitmuntend en het Bestuur der Tentoonstel ling trok daarvan partijzoodat wij den wensch niet mo gen onthouden dat door het druk bezoek het vooruit zicht wordt geopperd dat bestuur wordt aangemoedigd, om ook een volgend jaar de ingezetenen van Leiden daarop te vergasten. Wij vernemen dat de zaal der Tentoonstelling Woensdag avond sierlijk zal verlicht worden en daarmede de gelegenheid tot bezichtiging zal worden besloten. De Thermometer van Fahrenheit teekende alhier Maan dag des namiddags te 6 uren 38°, des avonds te 8 uren 34°, te 10 uren 30°. Dinsdag morgen te 5 uren 26°, te 8 uren 28°, 's middags te 12 uren 43c, 's namiddags te 4 uren 41°. Te Keulen had onder voorzitterschap van den heer Classen-Kappelmann Zondag namiddag in de zaal Gürzenich die daartoe kosteloos door het Stedelijk Bestuur was afgestaan

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1866 | | pagina 2