Triëst-Batavia. SINDBAD, OVERLANDMAIL Openbare Verkooping, Buitenlandsch Nieuws. Advertentiên. Naar Batavia en Soerabaya Kapt. J. KOOY. Uit Dusseldorp schrijft men van den 28sten Dec., dat de waterstand van den Rijn thans zoo laag is, dat vele schepen zelfs niet meer in de veiligheidshaven kunnen ko men. Ook in vele bronnen der stad is geen water meer te vinden. Te Sittard is door een commissie uit de afdeeling Maastricht der Maatschappij tot Nut van 't Algemeen een zilveren medaille uitgereikt aan Anna Maria Gorissendie 61 jaar in dezelfde familie trouw heeft gediend. De Keizer van Oostenrijk heeft aan de journalisten- vereeniging Concordia een geschenk van fl 1000 gemaakt. De Moniteur meldt dat Prins Metternich Zondag aan Keizer Napoleon in een plegtig gehoor de insigniën der orde van den H. Stepbanus voor den kroonprins heeft overhan digd. De Prins zeide, dat de Keizer van Oostenrijk wenscht dat de erfgenaam van den FransChen troonvroegtijdig de oprechte belangstelling leere kennen welke hij voor hem koestert en die hij hem steeds zal toedragen. De Keizer heeft den Prins dank gezegd voor dezen stap, welke hem diep heeft getroffen. Hij voegde er bij dat de Kroonprins steeds dit hooge blijk van belangstelling zal herinnerenhem ge geven door een vorst, wien zijn vader een oprechte vriend schap toedraagt. De generaals d'Allonville en Yenay zijn tot senatoren en de heer de la Guéronnière tot prefect van Tou louse benoemd. OFFICIEEL NIEUWS. Burgemeester en Wethouders van Leiden doen te we ten, dat het 1ste suppletoir kohier van de plaatselijke di recte belasting voor den jare 1865 door Gedeputeerde Sta ten bij besluit van den 12den dezer maand, G. S. N°. 46, goedgekeurd en op heden aan den gemeente-ontvanger ter invordering is ter hand gestelden dat ieder verpligt is zyn aanslag op den bij de Wet bepaalden voet te voldoeD. Het behaagde den Heer van leven en dood efen onzer tweie lievelingen tot zich te nemen in den ouderdom van 10 weken. Hij geve ons in Zijnen heiligen wil, die altijd wijs, heilig en goed is, te berusten. D. J. PARMENTIER. A. M. PARMENTIER, Gkoothoff. Leiden, 1 Januarij 1866. De Ondergeteekenden B. H. VOS en S. B. pfB^lgy1 VOS, handelende onder de firma van B. H. VOS &ZOON, verwittigen hiernevens, dat zij van af Januarij 1866 als deelgenoot in hunnen handel hebben opgenomen hun Zoon en Broeder H. H. B. VOS, en dat voortaan de firma zijn zal B. H. VOS ZONEN, waarvan ieder der vennooten voor zooveel hun handel be treft, het regt der teekening zal hebben. B. H. VOS. S. B. VOS. Lsidbn, 2 Januarij 1866. Van Triest via Alexandrie circa 200 ZEEMIJLEN KOR TERE REIS naar Java, China, Japan, enz. tweemaal per maand met de Mailbooten der Oostenrijksche Lloyd in directe aansluiting met die der P. O. Company. Naar TurkijeGriekenland enz. wekelijks. Informatiën voor de reis, bezorging der plaatsbiljettea tegen hetzelfde tarief als aan de Bureaux der Directie als mede verzending van Bagage door bemiddeling van De Agenten der Oostenrijksche Lloyd voor Nederland, G. P. ITTMANN EN ZOON, Rotterdam. zal voor passagiers omstreeks den 15 den Jannarij vorst voorbehou den) in het Nieuioediep zeilklaar liggen Het bekend snelzeilend Neder- landsch CAMPAGNE BARKSCHIP zijnde prachtig ingerigt voor passagiers, hebbende twee ka juiten en verscheidene ruime en luchtige hutten. Het schip laadt alleen goederen voor Soerabaya. Adres bij de Heeren Reeders PEISTER WURFBAIN C°, en de Cargadoors W. J. LANGEVELD Jk. C°. te Am sterdam. op Woensdag den 3den Januarij 1866 des voormiddags ten 10 ure, in het logement het Hof van Holland te Noordwijk Binnenvan eene partij uitmuntend WEI- of HOOILAND, gelegen bij elkander in den Hogewegschen polder, onder de gemeenten Noordwijk en Voorhont, aan den weg langs de vaart van Haarlem naar Leidente zamen groot 6 bunders, 81 roeden, 7 5 ellen. Te veilen in 3 percelen. Inlichtingen te bekomen ten kan tore van den Notaris Mr. C. C. VAN DER SCHALK, te Noordwijk Binnen. "De voor het heil des lands gevaarlijke partij" is de Thorbaokiaanacht, en die het dagblad van den heer Lion dagelijks leest, onbevooroordeeld eïi onpartijdigbemerkt alrasdat de HH. ThorbeckeOliviervan der Linden c. s. geen goed, de HH. Wintgens,Rochussen, van Golstein, vanZuylen van Nijevelt c. s. geen kwaad kunnen doen. Die strijd wordt partqwoed® en is geen strijd van beginselen. Ik geloof, dat de heer Lion de geschie denis van 18531862 niet zeer juist in haar waarheid en werkelijkheid voorstelt, maar vergeet, dat in het begin van 1862 een Ministerie Thorbeoke door den drang der omstandigheden, na een tienjarig tijdvak van gesta dige bewindsveranderiDgis opgetreden, omdat het onvermogen van dt anti-thorbeckiaansche partijom zich buiten de vijandelijke rlgting te hou den, zonneklaar was gebleken. Is het wonder, dat het hoofdstuk «partijen en beginselen" volstrekt niet kan bogen op een ware en onpartijdige beschouwing van onzen staat kundigen toestand? Ik ben sedert 1853 onveranderd in gevoelen» geble ven en neem geen enkel woord terug van hetgeen ik ooit in het dag blad de Grondwet schreef. Ik keur afscherp en krachtigwat de Minister T. deed en naliet hetgeen naar mijn overtuiging streed met zijn beginse len roeping en pligtzooals zijn ongemanierde behandeling van Dr. H. van Hall in zijn organisatie van 's Rijks Herbarium, de geheimen en openbare geschiedenis van de bouw-commis8ie zijn uitvoering der wet op het middelbaar onderwijs, zijn lijdelijke houding en beginsellooze verdedi ging bij de laatste wijziging der gemeentewet, zijn hooge toon en zijn dubbelzinnige houding in de Limburgsche zaak. Ik verklaar zelf my in de schatting der bekwaamheden van den heer T. als wetgever te hebben bedrogen, daar ik steeds meende, dat de organieke wetten vóór 1849 in uitvoerige schetsen bestonden in zijn hoofd en hart en wat ik nog meer als grieven zou kunnen opsommen. En toch blijf ik als Staatsman hem hoogachten, omdat hij wel dwalen kan en ook dwaalt, maar als eer lijk en talentvol Minister moeijelijk wordt voorbijgestreefd en beter inge licht van zijn dwaling terugkeert. Ik voer strijd tegen beginselloosheid en tegen staatkundige demoralisatie ook waar die gebreken zich openbaren hij de voorstanders en aanhan gers der Thorbeckiaansche rigting; ook waar de heer T. zelf daarvan de schijn slechts geeft. Ik betreur het zeerja ik keur het onverholen af, dat in de afdeelingen en in de openbare zittingen zoo zeldzaam iets wordt bestreden of verworpen door de vrienden, wat door den heer T. is voor gesteld of verrigt. Ik geloof, dat juist daardoor den invloed van het Dag blad van Zuid-Holland toeneemt, ofschoon niet altijd het groot aantal le zers een bewijs is van sympathie. Ik meen, ook met Emile de Gerardin er roem op te mogen dragen »que mon esprit indompté n'a jamais porto ancun joug, que je n' emprunte personne sea yeux pour voir, ses oreilles pour entendre, son esprit puur écrire." Ik wensch dan ook eerstdaags opzettelijk te beschouwen hoofdstuk VII, dat over partijen en beginselen handelt, omdat de heer Lion, bij d« toezending van een exemplaar van zijn werk, goed oordeelt, als hij mij schrijft: «dat ge met mij eenstemmig zoudt denken omtrent aard en ka rakter en omtrent de toekomst der partijen in ons vaderland, ik durf het naauwelijks verwachten." Wat een Ministerie T. misdoet mag niet op re kening worden gesteld van de richting, die haar in het leven riep, om dat zij niet sterft, ook al moest dat Ministerie ondergaan. A. Montagne, Iz. h Venetie, 3 maal 's weeks.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1866 | | pagina 3