N°. 1 803. Woensdag 3 Januarij. Na den afloop der beraadslagingen over de verschillende hoofdstukken der Staatsbegrooting voor 1866, kan weldra de benoeming eens opvolgers van den heer Betz worden te gemoet gezien. Hijdie het beheer van 's Rijks geldmidde len zal opvatten, moet in de eerste plaats behooren tot de constitutionele partijwaaruit het tegenwoordig Bewind is opgetreden. Ër zijn evenwel nog meer eischendie zich on der de bestaande omstandigheden laten hooren. Onze kolo niale Staatkunde staat in zulk een naauw verband met de toekomst van 's Rijks geldmiddelendat ook instemming met de beginselen van den Minister voor de Koloniën wel onder de hoofdvereischten mag worden geteld in den mandie ge roepen isom het evenwigt tusschen 's Rijks inkomsten en uitgaven te bewarenzonder nieuwe lasten op de natie te leggen. En toch, de beginselen van het Ministère, ten aan zien der behoeften en belangen van onze Overzeesche bezit tingen, staan in een zeer naauw verband met de koloniale bijdragen aan 's Ryks schatkist. Wat de vorige Minister van Finantiën bij zijn optreden als een voornaam beginsel van zyn Ministerie op den voorgrond stelde, moet het rigtsnoer zijn van zijn opvolger, zoodat de groote afhankelijkheid van de koloniale baten hoe langs zoo meer vermindert en niet in de verre toekomst blijve, al is het ook door een tijdperk van eenige jaren verwijderd, dat het bedoelde evenwigt is gevondenzonder de aanzienlijke ondersteuning van het batig slot. Het kan niet anders, of daardoor moet de blik gerigt zijn naar het bestaande stelsel van 's Rijks belastingen. Ëen bestaand stelsel; maar is dat zoo? Hebben we een stelseldat op staathuishoudkundige beginselen rust en als een afgerond geheel onafhankelijk en onderscheiden is van een telkens zich afwisselend zamenstel van Rijksbelastin gen? Wij betwijfelen het zeer. Wat is er geworden van de nimmer herziene of ingetrokken wet van 16 Julij 1821? In de laatste twintig jaren is die wet, een wet van begin selen ten aanzien van belastingheffing, door herhaalde op zich zelf staande of willekeurige en begiusellooze maatrege len, ondermijnd en krachteloos gemaakt. De gemeente-wet gever heeft ook menige bres geschoten in die sterkte, waar door er een zeer noodzakelijk en voor het algemeen welzijn allerbelangrijkst verband was gelegd tusschen de belastin gen, die voor het Rijkde provinciën en de gemeenten moe ten worden geheven. In plaats van te beginnen waarmede men het laatst geëindigd is, heeft men de Rijks-accijnsen op het gemaal en op de brandstoffen afgeschaftdie op het ge distilleerd buitensporig verhoogd en behouden het plaatselijk accijnsstelsel. In plaats van een stelselmatige scherpe afschei ding op het algemeen gebied van belastingheffing, door aan de gemeenten de heffing van directe belastingen uitsluitend te vergunnen en voor het Rijk de heffing van verbruiksbe lastingen te behouden; - met eerbiediging van ieders zelf standigheid - zijn er gemeente-besturendie nog aceijnsen op de eerste levensbehoeften blijven heffen, terwyl het Rijk die reeds had afgeschaft. En alsof het niet noodig ware op dit gebied naar beginselen te handelen- het Rijk liet de belasting op het gemaal en op de brandstoffen varenter wijl het die op den wijn verminderde - en toch behield het dé aceijnsen op het geslagt en de zeep. En zoo er aan die wanorde rn beginselloosheid nog iets ontbrakde personele belasting bleef voor het Rijk behouden, ofschoon 4/5 van de opbrengst ter beschikking van de gemeenten wierd gesteld en wat daar van overschiet verzwolgen wordt door de kosten van invor dering, toezigt en controle. Zal het nu noodig zijn, om te herinneren aan de gebreken der grondbelasting die ongelijk matig drukt by de tegenwoordige huurwaarde der gebouwde en ongebouwde eigendommen, aan den willekeurigen ea onredelijken maatstaf, die de aanslagen in het patentrecht regelt, en aan de bezwaren van het zegelrecht op de dag bladen Maar genoeg, om doordrongen te zijn van het gewigt dat er nu eindelijk een man optreedt aan het hoofd van het beheer van 'sRyks geldmiddelen, die de augiasstal der belasting-wetgeving in het belang der natie zoowel als in dat LE1DSCH Deze Courant verschijnt eiken dag, be* halve Zon- en Feestdagen, en kost voor Leiden 1,95, en franco per post ƒ2.80 in de drie maanden. Afzonderlijke Nom- mers Vijf Cents. Prijs der Advertentiën1-6 regels 0.75. Iedere regel meer 12 Cts. Geboorte-, hu welijks- en doodberigten van 1-4 regels/0.90, Iedere regel meer 15 Cts. Bekendmakingen van genootschappen 5 Cts. Zegelrecht 35 Cti Spoortreinen van Leiden naar 's Gravenhage, Delft, Schiedam en Botterdam te 10 u. 1 m.; 12 u. 41 m.; 3 u. 37 m.; 6 u. )6 m.; 9 u. 5 m. naar Haarlem en Amsterdam te 8 a. 43 m.j 11 u. 43 m.j 2 a. 42 m.; 4 u. 45 m.; 9 a. Stoomboot van Leiden (Ligplaats Haven) naar Amsterdam, Maandag oehtends4 a., de overige dagen ,J5 u.; va» Amsterdam (Beerebijt) naa Leiden's namiddags ten 2 ure. Des Zondags buiten dienst. Postbus!igtingen aan de Lakenhal, Katoenfabriek en op de Nieuwstraatmorgens te 8 u. en te 10 u. 50 m.;'s namiddags te 8 u. 35 m. ssvonds te 7 u. 55 m. en op de Zondagen alleen ten 10 u. 50 m. en 3 a. 35 m. 's namiddags. Oost-Indisohe Landpost. Over Southampton,. 1 en 17over Triest, 7 en 23; over Marseille, 9, 16 en 25 van elke maand.West-Indisohe den 14 en voorlaatsten van elke maand. Rijks-Telegraaf. Dagelijks geopend van 8 uur 's m. tot 9 uur 'e av. Spoorweg-Tolegraef dagelijks van 7 u. 'sin. tot 10 u. 30 m.av. Zittingen van het Gemeentebestuur. Gemeenteraad op onbepaalde tijden. - Burgemeetter en ÏTetkoudert, Maandagen Donderdagte 11 uur. Gommutie van Fabricage, Woensdag te 12 uur. - Burgemeetterdagelijks te 10 uur, - Preeident der Commissie van Fabricage des Zaturdage vaa 111 uur. - Bureau der Plaatielyke Secretarie is open dagelijks van 104 uur. - TAetaurie, dagelijks van 102 uur. - De Gemeente-Arehiteoi is te spreken op het Raadhaia, eiken werkdag van 's morgens 121 uur. Kantoor der Plaatselijke Aeoijnsen, dagelijks van 8—2 uur en van 4—-7 uur; der In- en Uitgaande Hechten en Aooijnsen dagelijks van 91 uur en van 36 uur; van 'sRijks Directe Belastingen, Maandag Dingsdag, Woensdag en Donderdag van 92 uur. van Zegel, Registratie dagelijks van 84; van de Hypotheken en bet Kadaster, van 94 nnr. Een nieuwe Minister van Financiën.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1866 | | pagina 1